‘Als student weet je zelf het best welke onderwijsvormen werken en welke niet’

Drie studenten Onderwijswetenschappen Anne Salimans, Nienke Mast en Anouk Spierenburg ontwerpen een eigen cursus

“De gedachte dat andere studenten straks ons vak gaan volgen, maakt het iets heel bijzonders”, zegt Anouk Spierenburg. “Normaal werken we ook heel serieus aan onze andere projecten, maar hier wordt echt iets mee gedaan. Dit moét gewoon goed worden.”

In een zaaltje in het Buys Ballotgebouw schaaft de student Onderwijswetenschappen samen met haar studiegenoten en vriendinnen Anne Salimans en Nienke Mast aan de opzet van een cursus waarvoor andere Utrechtse studenten zich binnenkort kunnen inschrijven.

Even verderop ziten nog vier studenten. Het zijn Geneeskundestudenten Romée Casteleijn, Marleine de Weerd en Mick van Eijs en student Liberal Arts & Sciences Sander Bos. Ook zij zijn druk in gesprek over een vak dat ze zelf ontwerpen.

Geïnspireerd door Berkeley
De zeven studenten zijn de uitverkorenen van de eerste EduChallenge. U-raadsleden Robin Wisse en Sven Rouschop namen afgelopen najaar het initiatief voor dat project. Uitgangspunt daarvan is dat studenten zelf onderwijs maken voor andere studenten. Wisse was geïnspireerd geraakt door een verblijf in Berkeley waar veel studenten vakken volgen die door andere studenten zijn opgezet.

Van de elf inzendingen gingen de twee teams die we nu in het Buijs Ballot treffen daadwerkelijk aan de slag. Acht andere voorstellen, bijvoorbeeld voor een cursus over blokchain en cryptogeld of voor een vak over internationale handelsbesprekingen, vielen buiten de boot.

Wisse en Rouschop waren onder de indruk van de kwaliteit van alle ingediende voorstellen en vooral ook van de motivatie van studenten om echt iets te veranderen in hun curriculum. De twee U-raadsleden hopen dat de afgewezen plannen toch op de een of andere manier gehonoreerd worden. Wisse: "Daarvoor willen we graag samen met een aantal groepjes in gesprek met hun opleidingen."

Als student het verschil maken
Anouk, Anne en Nienke kwamen met een plan voor een cursus over trends in het Nederlandse basis-, voortgezet- en hoger onderwijs. Ze willen dat deelnemers zich gaan ontpoppen tot onderwijsexperts of onderwijscritici. Studenten leren straks veelbesproken maatschappelijke ontwikkelingen en beleidsmaatregelen als passend onderwijs en internationalisering van het hoger onderwijs te analyseren en te evalueren. Ingewijden uit de praktijk gaan daarbij helpen.

Anne: “We hadden het er al vaker over gehad dat er binnen onze opleiding weinig ruimte is om te praten over actuele thema’s waar televisieprogramma’s en andere media wel aandacht aan besteden. Dat vonden we jammer. Nu konden we er zelf voor zorgen dat die aandacht er wel komt. Dat vind ik het mooie aan dit project: je kunt als studenten echt een verschil maken.”

Nienke: “En toen we ermee aan de slag gingen, werden we ook steeds enthousiaster. We zaten met zijn drieën on the same page. Uiteindelijk hebben we een behoorlijk uitgebreid plan ingediend dat niet alleen voor Onderwijswetenschappenstudenten interessant is, maar voor een veel bredere groep. We hopen op goede discussies met studenten die allen vanuit hun eigen discipline met eigen perspectief komen.”

Innovatie en de rol van de arts
Het andere nieuwe vak gaat over ‘innovatie en bekostiging van de zorgsector’. De belangstelling van de drie initiatiefnemers, de Utrechtse geneeskundestudenten Romée, Marleine en Mick, gaat duidelijk verder dan het menselijk lichaam en de ziekten. Zij volgen alle drie naast hun medicijnenstudie in Utrecht een master Gezondheidseconomie in Rotterdam en melden zich samen aan voor de EduChallenge.

Door de organisatie van het project werd het drietal gekoppeld aan eerstejaars student Liberal Arts & Sciences Sander Bos. Hij had zich gemeld met ideeën over onderwijs over innovatie die aansloten op het plan van de geneeskundestudenten.

De vier werken nu aan een vak waarin onder meer de vraag aan de orde komt hoe het Nederlandse zorgstelsel in de toekomst betaalbaar is te houden. Daarnaast is er aandacht voor de consequenties van de groei van het aantal digitale hulpmiddelen die artsen helpen bij het stellen van hun diagnose. Wat betekent die technologische innovatie en de ontwikkeling naar decision support bijvoorbeeld voor de positie van de arts?

Mick: “We willen met groepjes studenten gaan werken aan casussen uit de praktijk. We hopen dat studenten vanuit verschillende opleidingen zich aanmelden zodat ieder vanuit de eigen discipline een bijdrage kan leveren. Behalve studenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en farmacie hopen we bijvoorbeeld ook op studenten rechten, bestuurs- & organisatiewetenschap of innovatiemanagement en LAS. Zo kunnen we verschillende invalshoeken verbinden, maar hopelijk ook tot vernieuwende ideeën komen.”

Foto-teamzorgsector2.jpg

Van links naar rechts: Marleine de Weerd, Mick van Eijs, Sander Bos en Romée Casteleijn. Zij werken aan een vak over innovatie en bekostiging van de zorgsector.

Niet het geijkte hoorcollege
De zeven studenten leren dit blok hoe ze een doortimmerd en vernieuwend cursusprogramma kunnen ontwikkelen. Ze worden daarbij geholpen door stagiair Joost Teunissen die in de afrondende fase van zijn studie Onderwijswetenschappen zit. Rik Vangangelt van Educate-it, het universitaire programma dat zich richt op onderwijsvernieuwing, helpt bij het organisatorische en logistieke proces.

De gedachte is dat de studenten in de cursus die ze nu volgen zelf gebruik maken van werkvormen die ze straks kunnen inzetten. In het eerdere DUB-artikel waarschuwde UU-onderwijsadviseur Karin Scager ervoor dat studenten die zelf een vak opzetten vaak het onderwijs kopiëren dat ze kennen. Met de twee teams wordt daarom bewust gezocht naar een aanpak die afwijkt van het geijkte hoorcollege of werkcollege.

De drie onderwijswetenschappenstudenten willen in hun cursus informatie zo min mogelijk ‘zenden’ en vooral gebruik maken van actieve werkvormen als flipping the classroom, debatteren en pitchen. Nienke: “Het leuke is natuurlijk dat wij als studenten precies weten wat werkt en wat niet. Veel docenten leggen bijvoorbeeld iets uit en laten studenten dan in tweetallen verder praten. Onze ervaring is dat het dan vaak na drie minuten over heel andere dingen gaat. Wij willen dus echt op zoek naar iets dat effectiever is.”

Het andere team kwam inmiddels al met een voorstel voor een aanpak die gekscherend als ‘kroegpraat’ wordt bestempeld. Sander Bos moet lachen: “Ik weet niet of je het zo moet noemen. Maar wij hebben wel het idee dat het kan helpen als je studenten eens samen in een heel andere setting plaatst dan een saai universiteitsgebouw.”

Hoge tijdsdruk
In blok vier moeten andere studenten de nieuwe vakken daadwerkelijk kunnen volgen. Geïnteresseerden kunnen alleen nog gebruik maken van de na-inschrijving begin april. Ze zullen het dus als extra vak moeten gaan volgen of zich voor een ander vak moeten uitschrijven.

Volgens beide teams is de tijdsdruk daarom enorm groot. Er moet niet alleen een theoretisch beredeneerd  cursusontwerp liggen, studenten moeten straks ook weten dat het vak bestaat. Daarnaast moeten er docenten en gastsprekers gevonden worden.

Mick: “Gelukkig krijgen we vooral heel veel enthousiaste reacties. Iedereen zegt een bijdrage te willen leveren en is benieuwd naar waar we mee bezig zijn.”

De ultieme wens van de zeven studenten is dat hun vak straks wordt opgenomen in het reguliere cursusaanbod en dat studenten nog tot in lengte van dagen zich blijven inschrijven. Anne: “Hoe gaaf zou dat zijn? Dat we ons vak elk jaar zien terugkomen in Osiris?”

Advertentie