Adieu Adieu Wentgebouw

Na bijna veertig jaar trouwe dienst valt ‘de Ponskaart’ binnenkort ten offer aan de sloophamer. Veel bewoners hadden een haat-liefde verhouding met het markante ontwerp van architect Joost van der Grinten.

“’s Zomers?” In de stem van Mies van Steenbergen klinkt nog steeds afgrijzen door bij de gedachte aan de zonnige dagen die hij doorbracht op de zesde verdieping van het Wentgebouw. “Ik heb er twintig jaar gewerkt, maar in al die tijd is het niet gelukt om het binnenklimaat op orde te krijgen. Aan de noordkant bevroor je vaak zowat, terwijl je aan de zuidkant soms compleet zat weg te smelten. Op warme dagen vluchtten we af en toe naar buiten, de zon in, om een beetje af te koelen.

Wie je ook spreekt, elke voormalige ‘bewoner’ heeft wel een verhaal over de falende klimaatbeheersing en de talloze lekkages in het Wentgebouw. Ook van de regelmatig voorkomende lekkages kregen de bewoners  hun deel mee. Anorganisch chemicus Harry Bitter: “Op een gegeven moment werd het zo erg dat we partytenten hebben moeten kopen om over onze dure apparatuur heen te zetten. Moet je nagaan, een vooraanstaand chemisch lab met in de kamers tenten om de apparatuur te beschermen. Nou ja, later hebben we die tenten nog een paar keer voor de barbecue kunnen gebruiken. Dat was dan weer een voordeel.”

Speciaal gebouwd voor tandheelkunde
Het begon allemaal zo veelbelovend voor het Wentgebouw. De speelse façade in de vorm van een ponskaart, vormde bij de opening in 1974 een welkom contrast met de grauwe kolossen die De Uithof toen domineerden, en voorzitter Rob Barnasconi van de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde spreekt dan ook met hoorbare genegenheid over het pand waarin hij van 1982 tot 1988 studeerde. “Het prettige gebouw vormde een belangrijke bindende factor  voor onze subfaculteit. Vooral in het grote restaurant op de eerste verdieping kwam je echt iedereen tegen. De grote bestuurskamer van onze studentenvereniging John Tomes vlak bij de ingang was vooral een ontmoetingspunt voor studenten. Ik weet nog goed hoe we daar in 1986 naar de Elfstedentocht hebben zitten kijken.”

Barnasconi vervolgt: “Je kon aan alles merken dat het specifiek voor tandheelkunde gebouwd was. Zo bevond zich onder elke verdieping een anderhalve meter hoge tussenverdieping met voorzieningen voor afzuiging, lucht, water en elektriciteit die voor een tandartsstoel onmisbaar zijn. Daardoor konden de technici overal gemakkelijk bij. Al even uniek was het feit dat elke werkplek in de prekliniek een eigen monitor had, waarop studenten tijdens het oefenen met een modelgebit konden kijken naar docenten die de handeling voordeden. Utrecht was de enige tandheelkundeopleiding ter wereld met zulke geavanceerde faciliteiten.”

Protest tegen Deetman
Toen minister Deetman nog geen tien jaar later een ingrijpende bezuinigingsoperatie aankondigde met ook voor de Nederlandse tandheelkunde forse gevolgen, was de Utrechtse opleiding er dan ook van overtuigd dat zij de dans zou ontspringen. Barnasconi: “Toen duidelijk werd dat Utrecht toch serieus gevaar liep, hebben medewerkers en studenten in Den Haag gedemonstreerd. We hadden een maquette van het gebouw gemaakt om duidelijk te maken wat er verloren dreigde te gaan, maar ik herinner me vooral dat de stemming tamelijk jolig was. Niemand geloofde dat onze opleiding echt opgeheven zou worden.”

Tot ontzetting van alle betrokkenen zette Deetman in 1984 echter toch een streep door de Utrechtse tandheelkunde, waarna het college van bestuur besloot om delen van de binnenstadfaculteiten Farmacie, Scheikunde en Biologie (FSB) naar het gebouw te laten verhuizen. Een ongelukkig besluit, vindt Hans Vliegenthart, toenmalig decaan van Scheikunde. “Het gebouw was ideaal voor Tandheelkunde, maar verder alleen geschikt als meubeltoonzaal. Om het gebouw voor ons geschikt te maken, is het voor tachtig miljoen gulden verbouwd, ongeveer evenveel als het tien jaar eerder had gekost. Nee, ze hadden toen beter een heel nieuw gebouw kunnen neerzetten.”

Het enige gebouw met mooie entree
De tandartsen verlieten de Ponskaart in 1988 met tegenzin. De nieuwe bewoners kwamen in 1991 met nog meer tegenzin. Toch viel het mee, volgens gebouwbeheerder Arie Mink: “Het gebouw had ook grote voordelen. Met zijn vijver en glooiende grasvelden had het een prachtige buitenruimte en het was bovendien een heel licht gebouw.” Voormalig collegevoorzitter Yvonne van Rooy heeft ooit gezegd: het Wentgebouw is het enige gebouw in De Uithof met een mooie entree.”

Een belangrijke bijdrage aan de sfeer in het gebouw leverde de enorme plantenbak midden in de hal, geen visionair idee van de architect, maar een ingeving van Arie Mink. “Ten tijde van de inhuizing van FSB had ik ergens een grote den gevonden, die me wel geschikt leek voor de hal. Maar alleen een den vond ik wat kaal, dus vroeg ik de jongens van de Botanische Tuinen om er een leuk bloembakje omheen aan te leggen. Nou, dat wilden ze wel, maar dan moest het ook smoel hebben. Niks leuk bloembakje, het werd een enorme plantenbak.”

Die actie van de Botanische Tuinen leverde nog iets bijzonders op. De aarde bleken ze uit de vlindertuin te hebben gehaald en daarin zaten kennelijk nog een aantal poppen. Receptionist Niyazi Sert: “Op een ochtend zag ik bij binnenkomst een bont gekleurde vlinder door de hal vliegen, een vlinder zo groot als mijn hand.  De volgende ochtend was er een bij gekomen, weer zo’n grote. We kregen van heinde en verre bezoekers om ze te bekijken.”

Kerstboom op het dak
De aanleg van de plantenbak is typerend voor de manier waarop Mink veel zaken in en rond het Wentgebouw regelde. “Toestemming? Nee, dat heb ik nooit gevraagd. Jarenlang sierde een kerstboom het dak van het Wentgebouw. Was een initiatief van Mink. “Nee, ook daar wisten ze in het Bestuursgebouw niets van. Sterker nog, de eerste keer was men woedend. Tot ze van alle kanten hoorden dat mensen die over de A27 reden, het hartstikke leuk vonden. Daarna hebben we er nooit meer iets over gehoord. Ik heb ook altijd gezegd dat de naam van de UU op het verkeerde gebouw stond. We kregen zoveel reacties uit heel Nederland op onze kerstboom, dat wil je niet weten.”

Laatste studentenknuffel
Maar nu is het dus afgelopen met het Wentgebouw. Op de lege muur van de voormalige kamer van de UBV staat met grote letters: Het 99ste bestuur van de Utrechtse Biologen Vereniging knuffelt het Wentgebouw voor de laatste keer. Hielden de studenten echt zo van hun gebouw? “Voor ons was vooral de locatie schitterend, zegt UBV-voorzitter Vidal Bakker. “Zodra het mooi weer werd zaten we tijdens pauzes op het grasveld rond de vijver. Dat was ook een geweldige plek voor buitenactiviteiten zoals feesten en barbecues. In het BBL waar we nu een kamer hebben, is dat toch een beetje behelpen.”

Krijn Kieviet, UBV-voorzitter in 2004 onderschrijft de woorden van zijn opvolger. “Bij het gebouw zelf heb ik weinig emoties, maar de prachtige omgeving zal ik niet snel vergeten.” Zo organiseerde de vereniging begin deze eeuw het spel Gotcha! “In feite was het een veredeld soort tikkertje. Als deelnemer kreeg je een kaartje met de naam van een andere deelnemer die je moest vermoorden. Je kon hem of haar doodschieten met een waterpistool, een bombrief sturen of wat je verder maar bedacht. Telkens als ik naar het Wentgebouw vertrok wist ik: er kan straks iets met me gebeuren. Sommige mensen gingen tijdens college nietsvermoedend naast hun moordenaar zitten, die vervolgens een namaak injectienaald met gif op hun been zette. Tja, pech hebben. Eén keer is er een doos voor iemand bezorgd met daarin een fles met een briefje erop: Boem!!! Ha ha, sommige mensen werden heel creatief van dat spel.”

Het Wentgebouw in facts and figures 

  • Het Wentgebouw is een volmaakte kubus van vijftig meter hoog, lang en breed. Ook de naastgelegen prekliniek, die nog tot 2014 voor practica in gebruik blijft, meet qua oppervlak exact vijftig bij vijftig meter.
  • Dat het gebouw bij de heropening in 1991 niet eenvoudig Wentgebouw of Frits Wentgebouw is gaan heten, komt omdat in Utrecht drie hoogleraren Frits Went actief zijn geweest. Vandaar dat het toen de lelijke naam F.A.F.C. Wentgebouw kreeg.
  • Voor de Utrechtse Biologen Vereniging (UBV) was de locatie uiterst toepasselijk. De naamgever van het Wentgebouw behoorde in 1924 tot de oprichters van de UBV.  
  • In 1992 had het Wentgebouw de primeur van de eerste milieuvriendelijke kantine van de UU. Een van de mede op initiatief van de UBV doorgevoerde innovaties was de milieumok.

 

Advertentie