DUB-panel: Graag meer horeca in De Uithof

Prima om te werken en te studeren, maar er valt verder weinig te beleven. De Uithof kan maar weinig leden van het DUB-panel bekoren. De alom gehoorde roep om nieuwe voorzieningen wordt gedeeld. “Waarom niet een rij barretjes onder de bibliotheek.”

Loeiend, gierend, fluitend. Maar altijd weer die wind. “Een van de meeste onplezierige kanten van De Uithof”, vindt psycholoog Liesbeth Woertman. “Er is een soort windsluis ontstaan waardoor ik het idee heb dat ik bijna altijd met opgetrokken schouders van het ene gebouw naar het andere gebouw loop. Meer beschutte plekjes zou wonderen doen.”

Ook biomedisch wetenschapper Dop Bär foetert over de “de eeuwige wind die rond de bibliotheek waait”. Samen met de busbaan doorsnijdt die wind het centrumgebied van De Uithof rond café the Basket en de winkels aan de overkant. Wat rest is een “een hart met een aangeboren afwijking”.

Ook andere leden van het panel vinden De Uithof nu niet bepaald gezellig; “een industrieterrein”, mailt masterstudent Bestuurs- & Organisatiewetenschap Tycho Wassenaar. “Ofwel te druk, ofwel compleet uitgestorven”, schrijft Biologiepromovendus Dieudonnée van de Willige, verwijzend naar een column die ze in een eerder leven voor DUB schreef.

Sociologe Beate Volker kan als buurtonderzoeker een deskundig oordeel vellen. “Ik vind De Uithof niet goed leefbaar; je mist kleinschaligheid, hangplekken, denk maar aan Amerikaanse campussen. De buslijn maakt het onmogelijk dat er een geheel ontstaat.”

De Uithof als kale betonnen moloch zonder menselijk vertier en vermaak. Het beeld is al oud, maar kwam onlangs opnieuw naar voren. Morrende winkeliers vertelden dat zij beknot worden door een universiteit die niet weet wat ze wil met het universiteitsterrein. Er werden bovendien twee onderzoeken aangekondigd naar de wensen van het groeiende aantal bewoners en bezoekers van De Uithof, één van studentenunie Vidius en één van de universiteit en enkele partners.

Is het allemaal erg zo erg? We horen ook relativerende opmerkingen. “Toen ik in 1981 bij de UU kwam werken, stond er in De Uithof alleen nog maar een hoge toren (nu Van Unnikgebouw geheten) en een paar gebouwen eromheen (…)”, mailt Ria van der Lecq, teaching fellow bij Geesteswetenschappen. “Toen het ziekenhuis in gebruik genomen werd, werd het gebied een stuk leefbaarder. Er werden studentenflats gebouwd, een prachtige bibliotheek, het Minnaert en het Educatorium enz. ( …) Er is een kroeg en er zijn winkels. Wat wil een mens nog meer?”

En wanneer je zoals researchanalist Mies Steenbergen in de ochtend in De Uithof aankomt, je eigen lunch meeneemt en ’s middags weer vertrekt is er ook weinig aan de hand. En psycholoog Tanja Nijboer stelt: “Als je in De Uithof werkt, is er net voldoende. Je kunt lunchen bij de Basket, broodjes halen bij de Hema of Spar of Italiaan (nog los van de kantines)”

Maar veel panelleden concluderen toch dat De Uithof sfeer en voorzieningen mist. DUB wil niet wachten op de resultaten van de onderzoeken en vroeg de leden: wat moet er gebeuren om De Uithof leefbaarder te maken? Meest gehoorde suggesties: meer winkels en vooral meer horeca, maar in ieder geval: meer concurrentie.

“De diversiteit is beperkt en de concurrentie daardoor ook”, zegt Dieudonnée van de Willige. “In de hele Uithof is er geen flesje water voor minder dan een euro te koop.”

Onderwijskundige Casper Hulshof: “Je kunt merken dat The Basket geen echte concurrent heeft. Ze hoeven weinig voor hun klanten te doen, die komen toch wel.”

Als het aan het DUB-panel ligt, krijgt uitbreiding van het voedsel- en horeca-aanbod de allergrootste aandacht. “Waarom geen food court-achtige setting? En waarom niet een rij barretjes onder de bibliotheek of onder het Bestuursgebouw?”, vraagt innovatiewetenschapper Frank van Rijnsoever zich af.

“Ik zou een La Place-achtig restaurant waarderen, waar verse gerechten voor je worden gemaakt, voor zowel lunch, diner als take-away”, schrijft neuropsycholoog Tanja Nijboer. “En …o … ik vergeet een goede bakker met echt lekker vers brood en gebak!”

Liesbeth Woertman heeft een verrassend alternatief voor de “overvloed aan vette, snelle happen” in De Uithof. “Liefst een markt met streek en biologische producten. Handig om een lunch bij elkaar te sprokkelen en om boodschappen te doen voor het avondeten.”

Van anderen komt de inmiddels ook elders veelgehoorde roep om een drogist, of om een kapper en een fietsenmaker. Maar er zijn ook onverwachte wensen. Naast betere voetpaden en beter verbindingen met de omliggende natuur, zou Dop Bär graag meer klokken in De Uithof willen zien. “Om te weten hoe laat het is, kun je nu beter de zonnestand bekijken.”

Liesbeth Woertman zou haar door de wind verkrampte schouders voor lief nemen als er een goede en schone massagesalon zou verrijzen in De Uithof. “Heerlijk tussendoor een half uurtje mijn schouders en nek laten kneden.”

Toch zouden de meeste panelleden die in De Uithof werken niet willen ruilen met collega’s in de binnenstad. Misschien nog wel als het alleen om de voorzieningen en gezelligheid zou gaan, maar niet als het om de contacten met collega’s gaat. “Voor een celbioloog is het wel prettig dat andere vakgroepen, technische voorzieningen en bedrijven om de hoek zitten”, zegt Dieudonnée van de Willige bijvoorbeeld. “De Uithof ademt ook meer een echte werksfeer dan de binnenstad.”

Ria van der Lecq verhuisde vijf jaar geleden naar de binnenstad. Zij mist nog soms nog steeds “het uitzicht op de bomen, het gras en de wolken”. “Het enige wat ik niet mis, zijn de ritten in een volle bus. Als er iets aan de leefbaarheid van De Uithof moet worden gedaan is dat het invoeren van de sneltram. Maar daar wordt aan gewerkt.”

Advertentie