Economiestudente Lexie kwam naar Utrecht voor hockeygoud

Alexandra Heerbaart: 'Als keeper kun je een team aansturen.' Foto: Roel Ubels

Ze moest twee jaar geduld hebben, maar nu weet ze waarom ze verhuisde vanuit haar geboorteland België. Derdejaars economie Alexandra Heerbaart (20) werd met Kampong Nederlands kampioen zaalhockey en staat deze week op het WK.

“Mama, ik wil naar de Olympische Spelen”. Alexandra is een jaar of acht als ze haar moeder verbaast met haar levensdoel. In welke sport maakt haar niets uit. Ze tennist en zwemt. “Ik zag de Spelen op tv en vond dat fantastisch. Daar wilde ik zijn.”

Ze gaat golfen en zeilen, het hockey komt bij toeval. Op een jeugdhockeytoernooi wordt ze als elfjarige toeschouwer gestrikt door een team dat nog een meisje én keeper nodig heeft.

Alexandra lacht als ze er aan terugdenkt. “Mijn moeder is direct ergens naartoe geracet om een veel te groot keeperspak op te halen. Met de riem van m’n vader hield ik mijn broek omhoog. Maar ik had alle ballen en we wonnen het toernooitje. Ik vond het stiekem best wel leuk.”

‘Met België win je geen goud’
Het sprookje gaat dan vliegensvlug. Op haar veertiende is ze keepster van een eerste team en staat ze dertigjarige verdedigers te coachen. “Dat was wel wennen. Het duurde even voor ik mijn mond open durfde te trekken. Maar als je zelf goed speelt en zinnige aanwijzingen geeft, komt het respect vanzelf.”

Ze wordt Belgisch jeugdinternational. Dat mag, ook al heeft ze geen Belgisch paspoort. Haar ouders zijn Nederlands, wonen in Antwerpen omdat haar vader bij de Europese luchtverkeersleiding Eurocontrol in Brussel werkt.

Om bij de ‘echte’ Rode Duivels te komen, is naturalisatie nodig. Daar wil ze niet aan. “Met België win je de komende vijf jaar nog geen goud. En ik wil het beste eruit halen.”

Dus verkast ze naar Nederland, naar de Utrechtse topclub Kampong. Een cultuurshock. Ze is dan wel Nederlands, maar spreekt Vlaams en gebruikt tot hilariteit van teamgenoten woorden als ‘gsm’.

Waar veel Nederlanders naar België gaan om te studeren, doet Alexandra het dus precies andersom. Voor het eerst op zichzelf in een wereld waar ze niemand kent. “Maar omdat Nederlanders veel opener zijn dan Belgen, had ik direct veel contacten. Via hockey, maar ook via m’n opleiding.”

Een ijzeren discipline
Economie gaat haar prima af, ze hoeft bijna geen beroep te doen op de privileges van de topsportersregeling. Door een ijzeren discipline, in België bijgebracht.

“Het onderwijssysteem in België is totaal anders. In België krijg je een heleboel vakken in een lange periode. Op de middelbare school had ik veertien eindexamens in tien dagen. Hier in Utrecht heb ik een paar vakken die in korte tijd intensief worden behandeld. Ik denk dat dit onderwijsmodel effectiever is.”

Ze wil de managementkant op. “Leidinggeven lijkt me wel wat en ik denk dat ik dat wel kan. Het heeft wel iets weg van keepen: je hebt de touwtjes in handen, kunt andere spelers sturen.”

Eindelijk uit de wachtkamer
Bij Kampong moet ze de eerste twee jaren vooral vanaf de bank toekijken. Dat weet ze van tevoren, ze heeft met oud-international Floortje Engels een goede doelvrouw voor zich en moet wachten tot zij stopt. Dit jaar krijgt Alexandra haar kans.

“Dat wachten was niet altijd makkelijk. Op een gegeven moment denk je: en ik dan? Ik sta ook gewoon goed te keepen, maar blijf tweede keus.”

Op het moment dat ze weet dat haar concurrente stopt, wordt ze benaderd door topclub Den Bosch. Waar ze ook eerste keeper kan worden. Toch besluit ze bij Kampong te blijven.

“We zitten in een goede flow, bouwen iets op met dit team. En ik kan daar een bijdrage aan leveren. Ik groei samen met dit team, daarom wil ik blijven.”

Enorme kick als je een corner stopt
Dat merkt ze in de zaal. Haar coach bedenkt een strijdplan waarmee met twee ruime overwinningen (8-3 en 7-2) de landstitel wordt gepakt. “Daar hebben we twee maanden voor gewerkt.”

Ze geniet van kleine beslissende momenten. “Op het veld stonden we met 3-2 voor tegen MOP. Ik stopte de laatste corner en daardoor wonnen we. Dat ik op zo’n moment echt belangrijk kan zijn voor mijn team, geeft me een enorme drive en kick.”

Ze is geselecteerd voor het Nederlands zaalhockeyteam en staat deze week op het wk in Leipzig, maar dat is niet haar einddoel. Alexandra (Lexie voor intimi) wil op het veld successen boeken met Oranje. Het is nog wachten op haar eerste interland. Zit ze er al dichtbij?

“Dat is moeilijk te zeggen, het is ook maar net wat voor type keeper een team nodig heeft. Daarom probeer ik gebalanceerd te keepen met zo veel mogelijk positieve punten, zoals coaching, techniek en het stoppen van corners.”

Sterke reflexen van een trainingsbeest
Haar sterke punten zijn haar reflexen. Ze staat er zelf van te kijken hoe achteloos ze ballen, die met honderd kilometer per uur op haar afgevuurd worden, uit de goal slaat.

Een valkuil is haar overdrive, enthousiasme. “Soms denk ik te snel: ‘ha, deze bal heb ik!’ Dan gaat het mis, want je moet als keeper zo lang mogelijk wachten met handelen, de bal kan altijd nog van richting veranderen.”

Dat ze nog beter wordt, ligt in de lijn der verwachting. Ze is nog jong en haar coach noemt Lexie een trainingsbeest dat alles over heeft voor haar sport. Haar droom? “Goud op de Olympische Spelen. Als Rio niet lukt, dan maar Tokio 2020.”

Ze is nog steeds dat meisje van acht dat blijft dromen. De werkelijkheid komt dichterbij.

Het WK Zaalhockey vindt in Leipzig plaats en duurt van 2 tot en met 8 februari. De Utrechtse psychologiestudent Laurien Leurink (eveneens van Kampong) behoort ook tot de Nederlandse selectie.

Advertentie