Het corps in de hoofdrol in documentaire Bademeisters

foto's Anneloes Pabbruwee

Elke zomer vertrekt een aantal leden van het Utrechtsch Studenten Corps naar Texel om daar als badmeester te werken. Van deze groep jongens is de televisiedocumentaire Bademeisters gemaakt die op 19 april wordt uitgezonden. "Als je keihard schreeuwt dat iemand verdrinkt, geeft dat onrust."

Van kleins af aan is regisseur Judith de Leeuw al gefascineerd door de Utrechtse studenten die op het Texelse strand de rol van badmeester vervullen. “Ik ben opgegroeid op Texel en ik vond als kind die jongens erg groot en stoer. Een paar jaar geleden is mijn neefje in glas gaan staan en kwam ik bij hun post.

“Ik zag dat de badmeesters schrokken van het bloed dat uit zijn voet sijpelde. Ze behandelden hem heel goed, maar ik besefte ineens hoe jong die badmeesters eigenlijk zijn. Toen de publieke omroepen met het Filmfonds filmmakers met ideeën zochten, dacht ik weer aan dit onderwerp en zo is de documentaire ontstaan.”  

Negen weken badmeester
Een groep van 24 jongens van het USC vertrekt elke zomer negen weken naar Texel om daar als badmeester te werken. Dat gebeurt al sinds 1950. Het gaat om eerste- en tweedejaarsleden en ieder van hen gaat twee jaar mee. Ze werken daar zeven dagen per week van 9 tot 18 uur.

Voor vertrek krijgen de jongens die voor het eerst meegaan, een opleiding met onder meer een EHBO-cursus en reddingszwemmen. Zo ook studenten Tijmen Sachumsky en Jelle de Wal die in 2013 en 2014 badmeester zijn geweest. Zij hebben heel goede herinneringen aan hun tijd op het waddeneiland. Tijmen: “Het is een hechte groep waar je de hele zomer mee optrekt. De afgelopen twee zomers was het heel mooi weer en we hebben ideale dagen gehad waarop alles goed ging.”

In de zomer van 2013 heeft Judith de Leeuw onder andere Tijmen en Jelle twaalf dagen gevolgd in hun rol van badmeester. Te zien is dat ondanks de goede dagen er genoeg heftige dingen op het strand gebeuren. Zo kreeg Jelle te maken met een man met een hartinfarct. “Ik moest de AED aansluiten en iemand anders heeft hem gereanimeerd. Hij heeft het gelukkig overleefd. Een jaar later kwam hij zelfs nog een keer langs in onze badhut met de mededeling dat het infarct over een minuut een jaar geleden was.”

Ook in de film heerst in sommige situaties wat paniek, bijvoorbeeld wanneer er met man en macht naar een kind wordt gezocht. Maar ook de rustigere scenes, zoals een vrouw die bij de badmeesters komt met een teek in haar oksel, levert mooie beelden op. 



Communiceren in geheimtaal
De badmeesters leren niet alleen praktische zaken die nodig zijn voor het vak, ze moeten ook een geheimtaal leren spreken. De taal is één van de tradities en een opvallend item in de film. “Je groeit vanzelf in die taal. Je moet duidelijk door je bakkie (portofoon) kunnen communiceren zonder dat mensen direct weten wat er aan de hand is. Als je keihard schreeuwt dat iemand verdrinkt, geeft dat natuurlijk onrust”, aldus Tijmen.

In de documentaire worden de jongens ondertiteld en af en toe wordt uitleg gegeven over de woorden die zij gebruiken. Judith de Leeuw had na een paar dagen de taal min of meer onder de knie, maar toch kon ze niet alles verstaan. Jelle: “Ergens in de film klopt een vertaling niet. Dat is dus wel een bevestiging dat het echt geheimtaal is.”

Er zijn meer gebruiken die in de film naar voren komen. Als je eenmaal bademeister bent – de jongens heten bademeister vanwege de vele Duitse toeristen op het strand -  krijg je een spijkerhemd. Het is de bedoeling dat dit hemd (ze noemen het ‘spiekers’) zo licht mogelijk van kleur is als de jongens terugkeren naar Utrecht. Tijmen: “Hoe lichter dat ding, hoe beter je zomer was.”

De traditie is afgekeken van de vissers die vroeger ook die hemden aanhadden op hun boot. Als er zeewater op komt, wordt de stof licht. “Daarom bleken we de hemden met zout en zeewater.” Zodra de badmeesters het spijkerhemd ontvangen, nemen velen een oorbel. Jelle: “Dat vinden we gewoon grappig.”

Het valt op als een filmploeg je volgt
Dit soort extra’s zijn voor regisseur De Leeuw een absolute toevoeging aan de film. “Met een documentaire weet je het nooit, maar ik heb bij Bademeisters heel veel cadeau gekregen. Ik weet al mijn hele leven van het bestaan van de badmeesters, maar dat ze geheimtaal gebruiken, wist ik bijvoorbeeld helemaal niet. Sowieso hebben de jongens zich erg open opgesteld. Zelfs als ze van dichtbij werden gefilmd, gedroegen ze zich heel natuurlijk.”

Tijmen moet toegeven dat het gefilmd worden soms vreemde situaties opleverde: “Op een gegeven moment liep ik over de vloedlijn en kreeg ik door dat het hele strand naar me keek. Het valt natuurlijk wel op als zo’n filmploeg achter je aanloopt.” Jelle: “Ik vond het ook wel wennen. Soms had ik geen zin in een camera in mijn gezicht. Maar het is wel heel gaaf om jezelf terug te zien.”

De bademeisters zijn dan ook heel tevreden met de film. Tijmen: “Wij vonden hem mooi, maar het is altijd afwachten wat het publiek ervan vindt. Tijdens de première op het Nederlands Film Festival en op de kroeg (in de sociëteit van het USC, red.) waren de reacties in ieder geval goed.”

Dit kan Judith de Leeuw ook beamen: “Er is ontzettend hard gelachen tijdens de première. Ik heb heel veel zin in de uitzending, maar voor de jongens is het nog spannender.”

Tijmen en Jelle zullen deze zomer hoe dan ook weer even terugkeren naar Texel. “Dit blijft je altijd bij, dat merk je ook aan de mensen die jaren geleden badmeester waren en steeds terugkomen. Je zit er meteen middenin en het is altijd een hechte groep. Dat is de kracht.”


Bademeisters wordt zondag 19 april uitgezonden op NPO3 om 22.50 uur. De Bademeisters hebben ook een facebookpagina. Bademeisters is de eerste van een serie documentaires van jonge filmmakers die gemaakt zijn voor Teledoc-campus.

 

Advertentie