Miljoenen voor hoger onderwijs dankzij afschaffen stufi? Het DUB-panel moet het nog zien

Minister Bussemaker kreeg deze week op het Domplein te maken met studentenprotest. Ze opende daar het nieuwe archeologische centrum DOMunder.

Een leenstelsel? Vooruit dan. Maar laat dat geld dan ook echt ten goede komen aan het gehele hoger onderwijs. Het DUB-panel ziet de opbrengsten alweer wegvloeien naar andere zaken.

Meer geld voor universiteiten, minder voor studenten. Is dat een verstandig besluit? Die vraag legde DUB voor aan zijn panel, nadat minister Bussemaker vorige week het einde van de studiefinanciering had bekendgemaakt. In ruil daarvoor belooft het kabinet immers te investeren in het hoger onderwijs.

We kregen dertien reacties van studenten en medewerkers van ons panel. Zeven panelleden blijken helemaal geen heel grote bezwaren te hebben tegen de afschaffing van de aloude stufi. Drie zijn rabiaat tegen. Drie anderen durven de afweging tussen de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en meer armslag voor universiteiten nog niet te maken. De meningen weerspiegelen de controverse tussen studentenbonden en veel studenten (tegen een leenstelsel) en de universiteiten en veel medewerkers (voor).




 
Binnen het DUB-panel geven studenten en medewerkers hun mening over universitaire kwesties. Klik hier voor de samenstelling van het panel en eerdere discussies.

Wat echter vooral opvalt, zijn de kanttekeningen die er worden geplaatst bij de beloofde miljoenen voor het hoger onderwijs. Als die er al komen is het is too little, too late. En anders verzinnen bestuurders wel weer nieuwe speeltjes. Ook zijn er zorgen over de consequenties van verdergaande privatisering van het hoger onderwijs.

Natuurlijk zijn er studenten in het panel die fel ageren tegen de beslissing van Bussemaker. Tycho Wassenaar vindt dat er een oneigenlijk verband wordt gelegd tussen beter onderwijs en studenten die daarvoor wel wat mogen overhebben. “Want waarom dan niet een hoger collegegeld voor betere bachelors of masters? Waarom niet een hogere eigen bijdrage voor een honoursprogramma? De redenering dat men daarmee later ook meer geld gaat verdienen, en nu dus meer mag betalen, gaat in dat geval ook op.”

Boudewijn Vreugdenhil noemt het leenstelsel erg schadelijk voor de toekomstige studenten. Hij verbaast zich over de lethargische houding van de studentenbonden. “Drie jaar geleden brachten ze ruim 10.000 studenten op de been op de Maliebaan toen ze ook persoonlijk dreigden in te leveren door de langstudeerboete. Nu komt er enkel een 'woedende' reactie, na een petitie en een ludieke actie op het Binnenhof.”

Wereldkampioen roeien Kaj Hendriks wil zijn studie Geneeskunde nog afmaken. Hij vindt studeren nu al behoorlijk duur. Voor uitstapjes buiten de studie zal straks geen tijd meer zijn als je de hele studie uit eigen zak moet betalen, vreest hij. Topsporters zijn helemaal de pineut. “In Nederland valt met topsport (…) weinig te verdienen, maar topprestaties kosten wel veel (investerings)tijd.”

Maar collega-student Jesse van der Plas klinkt alweer veel gematigder. Hij denkt dat de huidige studiefinanciering onhoudbaar is in tijden waarin er bezuinigd moet worden, Ook vindt hij dat de scherpe randjes van het leenstelsel inmiddels zijn verwijderd. Van der Plas vindt het vooral belangrijk dat studeren geen zaak van de elite wordt. “Er zijn zoveel mooie succesverhalen van studenten uit een arm en laagopgeleid gezin die een enorm mooie carrière tegemoet gaan in de wetenschap.”

Minimale reparatie van jarenlange bezuinigingen
Voor enkele docenten vormen de beloofde extra middelen voor het hoger onderwijs een belangrijke reden om het leenstelsel te verwelkomen. Hoogleraar softwaretechnologie Johan Jeuring denkt dat de bijdrage aan het hoger onderwijs  van de mensen die profiteren van het hoger onderwijs omhoog kan, zolang alle studenten in staat worden gesteld de aangegane schulden op termijn op te brengen. En de opbrengsten kunnen dan naar het onderwijs. “De afnemende financiering heeft geleid tot minder kwaliteit, en/of roofbouw op onze docenten."

UCU-onderwijsdirecteur Fried Keesen schreef eind vorige week al een bijdrage voor DUB. Hij schetst daarin een ontwikkeling van drie decennia die onontkoomlijk uitmondde in het besluit van Bussemaker. Veel ouders zijn tegenwoordig immers bereid en in staat te investeren in een goede toekomst voor hun kroost. "Misschien niet zo’n gek idee van een overheid in financiële nood om (…) de schaarse middelen te investeren in de kwaliteit van het onderwijs, waarvoor in diezelfde dertig jaar het beschikbare bedrag per student ruwweg gehalveerd is", aldus Keesen.

Opmerkelijk is echter dat veel panelleden - of zij nu voor of tegenstander zijn van een leenstelsel - kanttekeningen plaatsen bij de onderwijsmiljoenen die beschikbaar zouden moeten komen door de invoering van het leenstelsel. Sommigen zien nieuwe bezuinigingsronden al op zich afkomen, anderen wantrouwen universitaire bestuurders.

Henk van Rinsum, bestuurssecretaris bij Sociale Wetenschappen zegt: “Het is een gotspe om te praten over investeringen. Het gaat over een minimale reparatie van onverantwoorde jarenlange bezuinigingen op het onderwijs. Om daarvoor nu de (al volstrekt ontoereikende) studiebeurs af te schaffen is een onzindelijk verband leggen.”

Sociaal wetenschapper Peter Selten (voorstander van het leenstelsel omdat “studiefinanciering altijd inkomensafhankelijk moet zijn”) vreest verkwisting door universiteiten zelf. “Dat er meer geld komt voor onderwijs is natuurlijk mooi, maar ik mag hopen dat dat ook echt ten goede gaat komen aan het gewone onderwijs zodat alle studenten ervan profiteren en het niet weer verdwijnt in allerlei prestigieuze projecten, waar vooral bestuurders status aan denken te ontlenen.”

Selten zegt te hopen dat de studenten niet een bij voorbaat verloren gevecht tegen het sociaal leenstelsel gaan voeren, “maar hun energie steken in het meedenken over een goede besteding van die middelen en controle daarop.”

Tycho Wassenaar neemt die handschoen op. Hij spreekt, overigens net als Jesse van der Plas, de wens uit dat de politiek en universiteitenvereniging VSNU beter onderwijs niet gelijk stellen aan “meer contacturen”. “Dat is echt een veel te simpele gedachte. Als een bestuurder dat met droge ogen durft te stellen, zou ik hem met klem willen aanraden om eens bij opleidingen op bezoek te gaan en deel te nemen aan het onderwijs. Wie vult die contacturen op? Met welke didactische scholing?”

Boekhoudkunde in het hoger onderwijs
Studentleden van het panel verwelkomen dan ook de grotere rol voor de universitaire medezeggenschap die minister Bussemaker zegt te willen bereiken. Sven Hermans (voorstander van een leenstelsel) : “Dit om te voorkomen dat de bedrijfsmatige, geldhongerige universiteit gestimuleerd wordt zich nog meer op het binnenhalen van geld te focussen.”

Maar Jan Overwijk vraagt zich tegelijkertijd af wat praten over onderwijs nu nog waard is. Hij vindt het niet onrechtvaardig om studenten meer te laten bijdragen, mits het geld naar het hoger onderwijs gaat. Hij hekelt echter de boekhoudkundige manier waarop de discussie wordt gevoerd. “Studenten moeten in zichzelf investeren en onder aan de streep positieve resultaten boeken (…) Nog even en we hoeven de vraag over de waarde van onderwijs voor onze samenleving dus helemaal niet meer te stellen.”

Hoogleraar Taal- en Cultuurstudies Berteke Waaldijk voorziet een toekomst waarin bedrijven de rol van financier van de studie van studenten van de overheid overnemen. Zij denkt dat dit ten koste kan gaant van studies die minder renderen op de arbeidsmarkt en van studenten die pas later op stoom komen. “Punt blijft dat de regering met steun van GroenLinks en D66 een grote stap heeft gezet naar privatisering van hoger onderwijs: (…) De ruimte om over onderwijs en onderzoek te praten als over een collectief belang, en dus met plichten jegens wetenschap en samenleving, is er kleiner van geworden.”

Advertentie