Mujtaba verloor vrienden en familieleden door IS

Masterstudent Farmacie Mujtaba Al Hadi (22) vluchtte ooit uit Irak. Hij vindt dat de IS-strijders zich geen moslim mogen noemen. ‘Alles wat IS doet is tegen vrede, liefde, barmhartigheid en tolerantie.’

DUB portretteert deze week drie Utrechtse moslimstudenten. Merken zij iets van een groeiende vijandigheid tegen moslims nu tv-beelden van IS-barbarij de Nederlandse huiskamers binnenstromen? Dit keer student Farmacie Mujtaba Al Hadi. Hij vluchtte op zijn zevende met zijn ouders en broer voor het regime van Saddam Hoessein naar Nederland en kwam in een asielzoekerscentrum terecht, waar hij vijf jaar lang woonde. Nu woont hij met zijn ouders in een dorp in Zuid-Holland.

Voor de gemiddelde Nederlander kwam de opkomst van IS onverwachts. Voor Mujtaba was het al langer harde realiteit. Strijders van de Islamitische Staat vermoordden enkele vrienden en familieleden. “Irak wordt al jaren geterroriseerd door vergelijkbare groepen als IS. Strijders van IS zijn geen moslims maar mensen die gebruik maken van het geloof om een politiek doel te bereiken”, zegt de Farmaciestudent. “Alles wat IS doet is tegen vrede, liefde, barmhartigheid en tolerantie.”

Over de manier waarop vooraanstaande Nederlandse media zoals het NOS-journaal over IS bericht kan hij soms woest worden. “Als ik het achtuurjournaal kijk, kookt mijn bloed. De media gebruiken maar al te graag het woord ‘islam’ bij beelden van mensen die anderen onthoofden of ‘Allahu Akbar’ roepen en met wapens schieten. Dit draagt bij aan de stigmatisering van de moslimgemeenschap.”

Een bekende van Mujtaba richtte het initiatief ‘Not in my name’ op, een actie waarbij moslims laten zien dat wat IS doet niks met hun geloof te maken heeft. “Ik ondersteun dat project, omdat het niet gaat over jezelf verantwoorden, maar puur laten zien dat zij niks met ons te maken hebben. IS moordt met name moslims uit en blaast tevens vele moskeeën op. Hoe kan je hen dan associëren met de islam?”

Een nieuw thuisland
Toen Mujtaba naar Nederland kwam was hij zeven. Toen hij in Nederland arriveerde moest hij met zijn ouders en broer naar een asielzoekerscentrum. Hoewel alles nieuw voor hem was, raakte hij snel gewend aan Nederland. “Als kind pas je je makkelijk aan. Je gaat voetballen, speelt met andere kinderen en leert de taal. Nu ik ouder ben, snap ik wel hoe moeilijk het voor mijn ouders geweest moet zijn om geen zekerheid te hebben over de toekomst.”

Na de periode in het asielzoekerscentrum  in Overijssel, woonde hij een aantal jaren in een dorp in Zeeland. Voelde hij zich in die beginjaren welkom in Nederland? “Er zijn altijd mensen die sceptisch zijn over buitenlanders – onbekend maakt onbemind. Over het algemeen voelde ik me welkom in Nederland. In het begin was ik misschien een beetje een buitenstaander, maar door actief te zijn in de gemeenschap maak je vrienden en word je één van hen. Ik heb altijd op niveau gevoetbald, en daar maakte ik naast school veel vrienden. Daarnaast heb ik altijd van mijn ouders geleerd om open te staan voor de Nederlandse cultuur. Ik voel me een Nederlander en heb het idee dat ik volledig geïntegreerd ben. Ik heb genoeg racisme of discriminatie meegemaakt, maar dat komt helaas in ieder samenleving of gemeenschap voor. Als kind was dat soms best lastig, maar gelukkig ging ik daar wel goed mee om en heeft me dat verder niet erg beïnvloed.”

Een broeder in geloof en een gelijke in de mensheid
Tegenwoordig heeft Mujtaba niet vaak het gevoel dat hij wordt aangekeken op zijn geloof of etniciteit. Er zijn soms incidenten : zo fietste hij laatst een fietsenstalling uit en vroeg een man aan hem ‘of hij die fiets gestolen had’. Mujtaba liet zich niet uit het veld slaan. Hij antwoordde: “Dat ik een bruine huidskleur heb wil niet zeggen dat ik een dief ben, meneer.”

Mujtaba zegt altijd bereid te zijn de dialoog aan te gaan. “Ik beoordeel mensen niet op hun religie, maar op hun manier van doen. Een persoon is voor mij of een broeder in het geloof, of een gelijke in de mensheid. Mijn geloof spoort me daarnaast ook aan om veel verschillende mensen te leren kennen. Ik heb daarom vrienden van allerlei soorten afkomsten en religies."

Voelt hij dan nooit afstand tot atheïstische vrienden of studiegenoten? “Dat valt erg mee. De religie van een persoon is nooit een reden voor mij om afstand te nemen van iemand, en ik heb ook niet het gevoel dat mensen mij beoordelen op mijn religie. We zijn allemaal in de eerste plaats mens en dat is hetgeen wat ons bindt. Mijn religie is mijn persoonlijke levensovertuiging, en dat is voor ieder mens anders.

Het verschilt in het dagelijkse leven alleen als iemand bijvoorbeeld over vrouwen spreekt alsof het lustobjecten zijn. Ik haak dan af in het gesprek. Daarnaast ga ik bijvoorbeeld niet uit: Ik leg mijn studiegenoten dan uit dat ik het persoonlijk niet zinnig vind om alcohol te  drinken, en ‘los te gaan op muziek.’ Ik richt mijn persoonlijke leven anders in en heb op bepaalde punten andere normen en waarden. Mijn geloof staat centraal in mijn leven. Het geloof geeft me innerlijke rust en een hoge vorm van moraliteit. Het maakt me een beter mens.”

Na zijn master Farmacie wil Mujtaba graag apotheker worden en in Nederland blijven wonen. Hij wil mensen graag helpen. “Van mijn geloof leer ik dat ik goed moet zijn voor de mensheid. Dat is dus een extra motivatiebron voor mij om te doen wat ik doe”.

DUB sprak deze week met de drie moslimstudenten over wat het betekent om moslim te zijn in de Nederlandse samenleving, en hoe ze aangekeken worden op hun geloof.

Lees ook de verhalen van Rosi en van Hammoni.

Opvallend is hoe ze het allemaal belangrijk vinden om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen in het tegengaan van negatieve beeldvorming of zelfs stigmatisering, door positief te blijven en een open houding aan te nemen. Zoals Hammoni zegt: “Ik kan niets doen aan boze of vieze blikken, maar ik kan wel mijn eigen gedrag veranderen of het gesprek aangaan.” Rosie bevestigt dit: “Ik blijf altijd positief, dat werkt het best.”

De drie studenten voelen niet de drang om zich te verantwoorden voor IS, maar ze laten wel graag het goede voorbeeld zien. Voor Mujtaba voelt verantwoording afleggen als het zeggen van ‘sorry’. Hij laat met de actie ‘Not in my name’ liever zijn waar zijn geloof wel voor staat. Dit is ook belangrijk voor Hammoni, hij ziet het als zijn "taak om de islam op de juiste manier af te beelden".

De drie ondervinden weinig problemen met studeren: hun studie en religie ‘botsen’ niet. Over het algemeen hebben medestudenten respect voor hun geloofsovertuiging. Voor de drie studenten geldt dat hun religie stimuleert om hard te studeren. Op de vraag of geloof en wetenschap elkaar niet in de wielen rijden, antwoordt Hammoni ontkennend. Hij ziet zijn religie juist een verrijking van zijn studie Kunstmatige Intelligentie. ““Het eerste woord en tevens ook het eerste bevel in de koran is: ‘Iqra.’ Dat betekent: ‘leer, lees, onderwijs en doe kennis op.’ Mensen scheiden religie en wetenschap – maar voor mij is religie wetenschap.”

 

 
Tags: islam | is

Advertentie