Student Diergeneeskunde turft koeiengedrag in Uruguay

Misschien kun je aan de hand van het gedrag van koeien wel zien of ze gelukkig zijn. Misschien ook niet. Dat is de ietwat onbevredigende conclusie die student Diergeneeskunde Selinde Moolenburgh moest trekken na twee maanden koeien kijken in Uruguay. Leuk was het wel.

Aan de andere kant van de wereld op een klapstoel in een weiland zitten en urenlang turven hoe vaak de koeien knuffelen en stoeien. Dat mag gerust een bijzondere manier worden genoemd om input te verzamelen voor je afstudeeronderzoek. Selinde Moolenburgh (30, doctoraal Diergeneeskunde) wilde voor haar onderzoeksstage – zeg maar de thesis bij Diergeneeskunde – heel graag de hele dag buiten zijn en nog veel liever naar het buitenland. Dus kwam ze uit bij een onderzoek naar ‘tactiele communicatie’ bij koeien. In Uruguay, of all places."

Je stageverslag heet ‘Stoeien en knuffelen als graadmeter voor koewelzijn’. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
“Koeien communiceren onder meer door middel van aanraking, bijvoorbeeld door elkaar te likken of te duwen. Samen met een medestudente heb ik onderzocht of deze communicatie iets zegt over het welzijn op de boerderij waar ze leven. Wij zijn uit gegaan van de gedachte dat wanneer koeien zich zo natuurlijk mogelijk kunnen gedragen, het welzijn het hoogst is. Daarom hebben we het onderzoek ook in Uruguay gedaan. Koeien leven daar het hele jaar buiten, in tegenstelling tot Nederland waar de koeien maar een paar maanden per jaar buiten lopen. Het is dus een heel natuurlijke omgeving voor ze.

“We hebben niet gekeken welke omstandigheden wel of niet verantwoordelijk zijn voor het welzijn. Wij hebben onderzocht hoe de communicatie door aanraking zich verhoudt tot een bepaald welzijnsscoresysteem voor koeien. Het welzijnsscoresysteem oordeelt bijvoorbeeld over de inrichting van de stal, de gezondheid van de kudde en het management. Gedrag wordt niet gebruikt om het welzijn te toetsen, om de praktische reden dat het heel lastig te kwantificeren is. Wij hebben gekeken of je koeiengedrag kon inpassen in het welzijnsscoresysteem voor Uruguayaanse boerderijen; dit systeem is ontwikkeld door twee UU-studentes die voor ons in Uruguay waren.”

Hoe gingen jullie te werk?
“De eerste tijd hebben we doorgebracht in Inia, zeg maar het Wageningen van Uruguay. Daar hebben ze een koeienpopulatie die leeft volgens de hoogste standaard en dus zo natuurlijk mogelijk. Je kan dus zeggen dat het welzijn daar optimaal zou moeten zijn.

“Na twee weken observeren, hebben we een ethogramgemaakt met zes gedragingen, waaronder likken, kopstoten geven, duwen en tegen elkaar aan schuren. Daarin was ook opgenomen hoe vaak en hoe lang ze dat deden en onder welke omstandigheden. Aan de hand van het nauwkeurig omschreven gedrag van de koeien op de ‘perfecte’ boerderij wat betreft welzijn, konden we nu op vijf andere boerderijen het gedrag bestuderen en daaruit conclusies trekken over het welzijn van de koeien daar.”

En wat kwam daar uit?
“Jammer genoeg hebben we niks significants gevonden. Bijna significant was wel het likgedrag in heel stressvolle situaties. Koeien ervaren bijvoorbeeld stress als er veel concurrentie is bij de voerbak. Uit het weinige onderzoek dat naar het gedrag van koeien is gedaan, bleek al wel dat koeien meer endorfine aanmaken als ze worden gelikt. Wij kwamen erachter dat dat vooral vaak gebeurd in stressvolle situaties. Opmerkelijk is ook dat koeien ‘vechten’ als het juist heel rustig is, dat heeft dus een puur vriendschappelijke betekenis. Ze stoeien dus eigenlijk.”

Waarom is een onderzoek hierover relevant?
“Hoewel het niet significant was, zagen we wel dat koeien elkaar meer likken op boerderijen waar het welzijn slechter is. Als ze bijvoorbeeld lang in de brandende zon moeten staan voordat ze worden gemolken of wanneer ze met te veel tegelijkertijd bij een voerbak staan. Het dierenwelzijn is tegenwoordig heel belangrijk. Als je bioyoghurt koopt, kan de koe wel veel buiten hebben gelopen, maar dat zegt dan nog niet per se dat ze ook gelukkig is. Als het gedrag onderdeel uitmaakt van een welzijnsscoresysteem, zou je misschien wel beter kunnen meten wanneer koeien gelukkig zijn.

“Omdat de resultaten niet significant zijn, kunnen we niet met zekerheid zeggen of dat gedrag een maat is voor welzijn. We hoopten natuurlijk dat er heel duidelijke uitkomsten uit zouden komen, maar dat mocht niet zo zijn. Een belangrijke factor hierin is mogelijk dat het aantal boerderijen van zes erg weinig is. We kozen er voor om meer tijd te besteden per boerderij om verschillende weersomstandigheden mee te maken aangezien die veel invloed hebben op het gedrag. De uitkomsten hadden misschien wel significant kunnen zijn als we meer boerderijen hadden onderzocht.”

Hoe was het verblijf in Uruguay?
“Tijdens ons verblijf in het onderzoeksinstituut Inia sliepen we samen met een aantal andere studenten in een huis in koloniale stijl op de campus. Dat was rond 1920 neergezet en sindsdien was er helemaal niks meer aan gedaan. Een keuken ontbrak, dus moesten we elke dag naar de mensa waar we altijd hetzelfde schnitzelachtige eten kregen. Er was geen lamp in het huis en geen verwarming, alleen een kachel. We moesten altijd voor het donker thuis zijn, omdat we nog stookhout moesten gaan zoeken in de omringende bosjes. Heel primitief allemaal, maar gelukkig was er wel een douche en een wc.

“In Helvecia, waar we bij vijf boerderijen onderzoek hebben gedaan, hadden we het veel beter. We zaten daar in een hostel waar eigenlijk nooit gasten waren. Ideaal. Behalve dan dat de eigenaar nogal eenzaam was. Wij waren de enige gasten en elke avond wilde hij urenlang met ons praten. Nou ja, het was eigenlijk meer een monoloog over wat hij in zijn leven had gedaan. Eerst was dat nog leuk, maar nadat we alle verhalen een paar keer hadden gehoord, werden we het beu.

“Vanuit dat hostel trokken we er op de fiets, met een stoeltje in de hand, op uit om te gaan observeren. Dat was eigenlijk in weer en wind in het weiland zitten, naar koeien kijken en turven. ’s Avonds keken we dan geregeld een filmpje op onze laptops, als we tenminste niet gestoord werden door de eigenaar. In het weekend gingen we vaak naar het dichtbijgelegen koloniale stadje Colonia, daar woonde onze ‘begeleider’: een Nederlandse dierenarts die ooit naar Uruguay is geëmigreerd. Een heel leuke vrouw, waar we logeerden,  paard reden op het strand en Spaans oefenden met haar vrienden.”

Kon je jezelf wel redden in het Spaans?
“In Nederland hadden we eens in de week Spaanse les, drie maanden lang. Maar we leerden amper iets. Voordat we naar Uruguay gingen, zijn we een week in Buenos Aires geweest. Daar hebben we niets anders gedaan dan Spaans leren. Uiteindelijk was ons Spaans net genoeg om aan de boeren te vragen wat je wilde weten over hun koeien en te praten over het weer.”

Je hebt wel vaker in het buitenland gezeten?
“Voordat ik begon aan de studie Fysiotherapie, wat ik vóór Diergeneeskunde heb gedaan, heb ik drie jaar gewerkt. Het eerste jaar was gewoon in Nederland, bij een manege in Rotterdam. Vervolgens heb ik een jaar in Engeland bij een boerengezin gewerkt waar ik de paarden trainde voor de hertenjacht. Daarna nog een jaartje in Nieuw-Zeeland, waar ik op een paard schapen en koeien bij elkaar hield. Cowboy spelen dus eigenlijk.

“Ook voor Diergeneeskunde ben ik nog een keer weggeweest. Ik val nog onder het oude doctoraalcurriculum en had daardoor veel wachttijd. In mijn eerste wachttijd heb ik de onderzoeksstage in Uruguay gedaan, in de tweede heb ik meegedraaid met een dierenkliniek in Californië. Dat was supergeweldig. Waar je in Nederland meeloopt met een specialist, mocht ik daar echt alles zelf doen. Als ik over een half jaar klaar ben, wil ik dat ook gaan doen: dierenarts worden in een grotere gezelschapsdierenkliniek.”

Selinde Moolenburgh - Stoeien en knuffelen als graadmeter voor koewelzijn (beoordeling: 8)

De studente met wie Selinde in Uruguay koeiengedrag turfde is Meggie Jansen. Zij heeft nagenoeg hetzelfde onderzoek verricht, maar in haar verslag andere accenten aangebracht.

Advertentie