Verhalen van patiënten analyseren met hulp van de literatuurwetenschap

Auteur Femke Schavemaker leest voor uit haar roman Karkas

De bezoekers stromen woendagavond de collegezaal van het Wilhelmina Kinderziekenhuis binnen. Bij binnenkomst krijgen ze het boek Karkas. Het is de roman van de eerste spreker van de avond, Femke Schavemaker. Zij schreef een roman over een vrouw die te horen krijgt dat ze ‘manisch-depressief’is. Het thema van de eerste publieksdialoog van De Nieuwe Utrechtse School is dan ook Literatuur, narrativiteit en psychiatrie.

De Nieuwe Utrechtse School is een initiatief van Stefan van Geelen, senioronderzoeker ontwikkelingsgerichte zorg, Annet van Royen, kinderarts-immunoloog/-reumatoloog en Gaston Franssen, universitair docent Moderne Nederlandse Letterkunde. Zij willen een brug  slaan tussen de faculteiten Geneeskunde en Geesteswetenschappen. Het initiatief bouwt voort op De Utrechtse School. Dat was een samenwerkingsverband tussen wetenschappers van verschillende faculteiten tussen 1945 en 1960.

Het idee voor deze school is ontstaan na een onderwijstutorial bij het UMCU en de UvA waarbij studenten Geneeskunde samen met studenten Geesteswetenschappen werkgroepen volgden. Stefan van Geelen: “In de gezondheidszorg staat interprofessioneel leren momenteel centraal. Daarbij leren mensen van verschillende gezondheidsdisciplines samen. Wij vonden dat het ook interdisciplinair moest plaatsvinden, tussen verschillende faculteiten. Achteraf kregen wij veel reacties van studenten Geesteswetenschappen. Zij zeiden het heel fijn te vinden dat ze met hun vaardigheden duidelijk kunnen bijdragen. De studenten geneeskunde vonden op hun beurt de nieuwe manieren van discussieren en reflecteren enorm waardevol.”

Nieuwe kennis
“Vanwege de komst van big data, robotica en kunstmatige intelligentie is er een behoefte aan nieuwe vaardigheden voor medisch personeel”, legt Van Geelen uit. “Onder andere kritisch observeren en goed communiceren met de patiënt. En daarnaast is het ook belangrijk dat er structureel inzicht komt in de belevingswereld van de patiënt. Je wil je zorg immers zoveel mogelijk aanpassen aan de belevingswereld van de patiënten. Wij denken, in De Nieuwe Utrechtse School dat veel van deze kennis te vinden is bij de kunsten en de geesteswetenschappen”

Het verhaal van patiënten
Die belevingswereld van patiënten staat deze avond centraal. Auteur Femke Schavemaker begint met het voorlezen van een fragment uit haar roman. De roman gaat over de vrouw Nora die de diagnose ‘manisch-depressief’ krijgt. Het verhaal blijkt deels gebaseerd op haar eigen leven. De aanwezigen lachen voorzichtig om de moeilijke situaties die als tragikomische scènes lijken opgeschreven. De hoofdpersoon wordt ‘na zeven droevige therapiesessies met Gerrit doorgegeven aan Frans. De laatste woorden van Gerrit zijn: “Je moet hier uit zien te komen. Anders is iedereen je binnenkort zat.”

 “Het schrijven van dit boek was lastig”, geeft ze toe. “Ik moest de pieken en dalen van de momenten die ik beschreef opnieuw beleven.”

Warme data
“Vroeger was psychiatrie het vertellen van je verhaal aan een dokter,” zegt Floortje Scheepers, hoofd afdeling Psychiatrie van het UMCU en hoogleraar innovatie in de geestelijke gezondheidszorg. “Bij een verhuizing binnen het UMCU vond ik een dik boek. Het bleek te gaan om een patiëntendossier van een psychiatrische patiënt met zijn verhaal”, vertelt ze.

Het verhaal is meer op de achtergrond komen te staan, constateert ze. “Als je puur naar data kijkt, kijk je eigenlijk naar koude data. Het heeft geen context. Daar heb je warme data voor nodig, in de vorm van de verhalen van patienten.” Om aan die warme data te komen, zette Scheepers een verhalenbank voor psychiatrie op.

Literatuurwetenschappers
Daar komen de Geesteswetenschappen en de Geneeskunde samen, zegt Van Geelen in de pauze: “Je kunt die verhalen van patienten verzamelen en deze – ook op verhaalstructuur en ontwikkeling – analyseren. En de analyse van verhalen is hetgeen waar literatuurwetenschappers zich primair mee bezig houden.”.

“Een computer kan over een paar jaar waarschijnlijk vaak beter diagnosticeren en misschien wel beter een behandeling voorschrijven”, vult hij aan. “Je behaalt nog meer winst op het moment dat er een medisch specialist bij is die goed weet waar hij of zij naar kijkt en dat goed over kan brengen op de patiënt en ook naar vakgenoten.”

Hoe je de verhalen moet analyseren en welke rol de literatuurwetenschappen zou kunnen spelen, is het onderwerp van literatuurwetenschapper Gaston Franssen van de UvA en het UMCU. Hij laat zien hoe je zo’n verhaal tot op woordelijk niveau uit elkaar kunt halen. “Verhalen hebben over het algemeen een kop, middenstuk en een staart”, begint hij. “Maar dat is niet altijd het geval. En ook zulke verhalen kun je analyseren.” Hij laat de zaal meekijken naar verhalen van patienten laat zien hoe dat in ‘n werk gaat. Zo geeft hij het realistische voorbeeld waarin iemand al associërend lijkt te ontsporen. Huis betekent straat, straat betekent auto’s en die auto’s rijden te hard.

Structurele dialoog
De eerste publieksdialoog eindigt met een rondetafelgesprek. “We vragen jullie je in te beelden dat dit een ronde tafel is”, zegt Franssen over de vierkante tafel waar de drie aan zitten. Ook roept hij iedereen op de vragen die opkomen voor zich te houden. Na het gesprek, wat veel weg had van een dubbelinterview, mogen de bezoekers hun vragen stellen.

 “Er moet een structurele dialoog komen tussen de Geneeskunde, Geesteswetenschappen en de kunsten”, vindt Van Geelen. “Er is al wel een bewustzijn dat het moet gaan gebeuren en dat de gedeelde problematieken aangepakt moeten worden om veranderingen door te voeren en voorbereid te zijn op de toekomst. Maar er zijn nog relatief weinig initiatieven om die samenwerking structureel te implementeren in de gezondheidszorg en het onderwijs.”

De volgende avond van de Nieuwe Utrechtse School is op woensdag 28 februari en gaat over dans, lichamelijkheid en psychosomatiek. Alle informatie over die avond en inschrijven kan op de site van De Nieuwe Utrechtse School.

Advertentie