Wonen met een internationale student: 'We all love frikandellen'

De wc-deur van het internationale huis in de Bloemenbuurt.

De meeste internationale studenten wonen in Utrecht bij elkaar, maar de Sloveense Maša koos voor een huis met Nederlandse huisgenoten. Daar ontdekt ze frikandellen en Fries suikerbrood. Met andere internationals doet ze toeristisch.

De Utrechtse International Student Housing Assistance (ISHA) onderzoekt of Nederlandse studenten hun huis willen delen met een buitenlandse student. Ze vermoeden dat de animo onder de Utrechtse student om een internationale student uit te kiezen als huisgenoot niet groot is. Hier en daar zijn er echter huizen te vinden die het wél leuk vinden om een kamer te vergeven aan een niet-Nederlandse student. DUB ging bij een huis in de Bloemenbuurt kijken.

De samenstelling van het huis in de Bloemenbuurt, vlak bij de Amsterdamsestraatweg, berust volledig op toeval. Ze hebben elkaar niet uitgekozen. Staat er een kamer leeg, dan krijgt de eerste student die zich bij de huisbaas aandient, de sleutel. Daar hebben de andere huisgenoten in principe niets over te zeggen. Toen Marit, student Engels aan de Hogeschool Utrecht, haar nieuwe huisgenootje Maša op een dag aan de telefoon kreeg, was Marit eigenlijk not amused. “Ik dacht: hmm, een meisje dat geen Nederlands spreekt – dat had je ook wel even kunnen zeggen, huisbaas.”

Sceptisch over internationale huisgenoot
Ook huisgenoot Nienke, student Algemene Sociale Wetenschappen, was eerst wat sceptisch. Met twee eerdere internationale huisgenoten had ze niet zulke goede ervaringen. “Zij waren erg op zichzelf. Eén van hen heb ik in de maanden dat ze hier woonde, in totaal maar een keer of vijf gezien. Ze kwam gewoon nauwelijks van haar kamer af. Ik was een beetje bang dat het met Maša ook zo zou gaan.”

Maar nee. Maša woont er nog maar drie maanden – ze volgt een paar vakken aan de Universiteit Utrecht naast haar studie Sociology of Culture in Ljubljana - maar dat is voor een buitenstaander bijna niet voor te stellen. Ze lijkt helemaal thuis in het huis in de Bloemenbuurt. Kijk naar de relaxte manier waarop de huisgenoten op het balkon van Marit hangen. De één met een sigaret, de ander achter een bord eten, een derde net binnenvallend na een dag hard werken. Of naar de vele inside-grapjes in het Nederlands, Sloveens en Engels die staan op de wc-deur. “Wat wil je weten? Hoe het is om samen te wonen met iemand uit Oost-Europa?” Ze lachen. Maša verbetert, gespeeld geïrriteerd: “Centráál-Europa.”

Biertje drinken op het balkon
Maša voelt zich hier thuis, en dat was eigenlijk meteen zo. “Ik kwam hier na een paar vreselijke kijkavonden bij andere huizen. Mims was aan het koken, en ik voelde me meteen op m’n plek.” Dat gevoel bleef. Ze zijn geen huis dat van alles samen doet – er is geen wekelijkse huisavond, koken doen ze meestal alleen, tv kijken ze op hun eigen kamer. Maar het zit goed. “Als ik geen zin heb om erop uit te gaan, kom ik vaak wel iemand tegen in de keuken, of we gaan even een biertje drinken op het balkon.” Of een frikandel eten. “We all love frikandellen,” zegt Maša.

Door samen te wonen met Nederlanders heeft Maša het beste van twee werelden, zegt ze. “Als ik met andere internationals had gewoond, had ik Nederland minder goed leren kennen. Nederlanders zijn aardig, maar ze houden toch afstand. Ze zullen je niet zo snel uitnodigen op een feestje of vragen om koffie met ze te gaan drinken.”

Met haar internationale vrienden maakt ze toeristische uitjes naar Amsterdam, Maastricht of tulpenvelden. Via haar huisgenoten leert ze het gewone, dagelijkse Nederland kennen. Nienke: “We komen allemaal uit een ander deel van het land: Zeeland, Friesland, de Achterhoek. Dus ze krijgt een aardige dwarsdoorsnede.” Marit: “Voor je weer teruggaat neem ik nog Friese sûkerbôle voor je mee.” Nienke: “Heb je eigenlijk al drop gegeten? En wat vond je van stamppot?”

Ze zijn het er alle vier over eens dat gemixt wonen leuk is. In de eerste plaats voor de international. Mims, student caesartherapie aan de Hogeschool Utrecht: “Ik kan me goed voorstellen dat het lastig is om Nederlanders te leren kennen, en dat je al gauw in een soort internationale bubbel blijft zitten. Als je Nederlandse huisgenoten hebt, gaat dat meer vanzelf.” Maar ook voor henzelf, als Nederlandse studenten. “Het is tof om er iemand bij te hebben die met een frisse blik naar onze cultuur kijkt.”

Lastiger contact maken als je introvert bent
Wel denken ze dat het voor een student uit het buitenland ook lastig kan zijn om er tussen te komen. Marit: “Zeker als je moet hospiteren. Zie maar eens uitgekozen te worden als enige buitenlander tussen de Nederlanders, dan moet je best sterk in je schoenen staan.” En voor iemand die introverter is dan Maša was het in hun huis vast ook niet eenvoudig geweest. “Als je het lastig vindt om nieuwe contacten te leggen, is een huis als dat van ons niet ideaal. We zijn alle vier best veel de deur uit, hebben allemaal zo onze eigen vrienden en baantjes.”

Over een paar weken gaat Maša al weer weg. Jammer, vinden de andere drie. Marit: “We hadden je hier echt graag langer gehad.” Maša gaat haar huisgenoten missen, zegt ze. “Maar ik heb straks wel een ideale logeerplek voor als ik weer in Nederland ben.”

Advertentie