Bijverdiengrens levert 33,5 miljoen op

De overheid krijgt 33,5 miljoen euro van studenten die in 2008 te veel hebben bijverdiend en een deel van hun basisbeurs moesten terugbetalen. Dat is veel meer dan in andere jaren.

Dit staat in een brief van staatssecretaris Zijlstra aan de Tweede Kamer. In 2005 haalde de overheid slechts tien miljoen euro terug. Er waren toen veel minder studenten die over de bijverdiengrens heen gingen. Hun aantal liep in de jaren erna op.

De bijverdienregeling staat al een tijdlang op de politieke agenda en werd met ingang van inkomensjaar 2008 aangepast. De Dienst Uitvoering Onderwijs kijkt sindsdien niet meer naar het netto-inkomen, maar naar het verzamelinkomen van studenten. Sommige studenten hadden dat niet begrepen en moesten opeens geld terugbetalen.

Tot 2010 waren de regels bovendien nogal hard. Wie een tientje te veel had bijverdiend, moest niet alleen dat tientje terugbetalen, maar ook de ov-jaarkaart à 85 euro per maand. Daardoor kon dat ene tientje een terugvordering van duizend euro opleveren. Sinds 2010 geldt er een glijdende schaal en hoeven studenten alleen het te veel verdiende geld terug te betalen

De oppositie in de Tweede Kamer wilde dat die versoepeling ook voor de inkomensjaren 2008 en 2009 zou gelden en pleitte voor een coulanceregeling: de wet was in 2010 toch niet voor niets aangepast? Maar Zijlstra kan en wil dat niet met terugwerkende kracht doen.

De Dienst Uitvoering Onderwijs heeft net de controles over 2008 afgerond. Voor 2009 gelden dezelfde oude regels. Naar verwachting zullen opnieuw bijna twintigduizend studenten een deel van hun basisbeurs moeten terugbetalen.

 

 

Advertentie