Boek over het IBB: vieze keukens en knalfeesten

Met z’n veertienen een huis delen, niemand die de afwas doet en feesten waar heel Utrecht op afkomt. Na vijf jaar wonen in het IBB dacht Meral van Leeuwen: ik ga bewoners en oud-bewoners interviewen en een boek schrijven over het IBB. Nu al druppelen de bijzondere verhalen binnen.

Op het IBB zijn de huizen vies, de kamers klein en er wonen alleen maar alternatievelingen. Het is een veelgehoord cliché over het complex, maar wel een cliché waar misschien wel een kern van waarheid in zit.

Meral van Leeuwen (26) kan het weten. Ze woonde vijf jaar op het IBB en ze heeft de afgelopen weken diverse bewoners, oud-bewoners en omwonenden geïnterviewd over het complex waar sinds eind jaren zestig plek is voor zo’n 1300 bewoners. Samen met Jan van Duppen, ook een oud-bewoner, die foto’s verzamelt voor het boek, hoopt ze eind 2012 een boek over het IBB te presenteren.

“‘Woon je op het IBB? Kan je niks beter vinden?’, zeggen mensen wel eens omdat de kamers wel klein en oud zijn. Maar het IBB heeft ook zijn voordelen.”, vertelt Meral. “Je kan een huisfeest geven zonder dat er geklaagd wordt, of zonder problemen een fikkie stoken in de tuin. En niemand zeurt als de afwas een week niet gedaan is.”

Het IBB trekt “gezelligheidsdiertjes” aan, zegt Meral. “Er zijn mensen die hier speciaal willen wonen omdat met 14 mensen in één huis zo gezellig is.”

Ik begrijp dat je afgelopen week bewoner Edwin hebt geïnterviewd, een blinde man van achter in de veertig. Hoe was dat?
“Veel bewoners kennen Edwin. Hij woont al 25 jaar in een zelfstandige eenheid op het IBB met zijn blindengeleidehond. Wat ik mooi vond om te horen, is dat een bewoner zijn hond kwam uitlaten toen er een halve meter sneeuw buiten lag. Wat voor hem minder mooi is, is dat hij veel last heeft van de feesten die gegeven worden. Hij heeft een heel gevoelig gehoor, vandaar.”

Edwin is niet de enige blinde die op het IBB heeft gewoond…
“Ja, inderdaad. Vincent Bijlo. Die wil ik graag spreken. Hij heeft een boek geschreven over het IBB, Achttienhoog.”

Zijn er nog meer bekende oud-bewoners?
“De zangeres Dennis Jannah. Verder weet ik het niet. Ja, de directeur van de SSH, Ton Jochems, heeft hier gewoond. En ik wil graag achterhalen of de eigenaar van de Super-Cees nog leeft. Zijn supermarkt was een belangrijke ontmoetingsplek voor bewoners. Maar het zal moeilijk worden hem op te sporen.”

Hoe kom je in contact met bewoners en oud-bewoners?
“Veel via via. Dan hoor je weer van iemand die een tante heeft die er woonde in de jaren tachtig. Sociale media zijn ook superhandig voor dit project. Ik krijg veel tips op Facebook en Twitter.”

Ik kan me voorstellen dat het lastiger is om bewoners van heel lang geleden te vinden.
“Ja, dat is iets lastiger. Maar toevallig wist ik van een van mijn oud-docenten bij Sociale Geografie, Jos Bierbooms, dat hij op het IBB heeft gewoond. Hij heeft ons aan andere namen geholpen. Wat ook geholpen heeft is een oproepje in het AD/Utrechts Nieuwsblad. We kregen daar heel veel hartverwarmende reacties op van mensen die er in de jaren zeventig gewoond hebben.”

Wat vraag je de mensen die je interviewt?
“Mensen beginnen vaak uit zichzelf van alles te vertellen. Zeker als ze oude foto’s tevoorschijn halen, dan komen er allerlei herinneringen boven.”

Het IBB is ook bekend om de feesten. Zelf ook regelmatig bezoeker?
“Zeker. Ik was onlangs op zaterdagavond op het IBB en toen waren er drie huisfeesten tegelijk. Op die feesten komen niet alleen bewoners, maar ook mensen van buiten. Ik denk omdat die feesten zo lang kunnen doorgaan tot iemand gaat klagen. En dat gebeurt niet zo snel. Dus ze duren wel eens tot acht uur ’s ochtends, als de kroegen in de rest van de stad al dicht zijn. Het is een gat in de markt, ha ha.”

Wat is jouw leukste herinnering aan het IBB?
“Dat was de WK-wedstrijd Nederland-Brazilië in 2010. Het was die dag ongelofelijk heet dus iedereen zette tv’s en plastic waterbadjes beneden in de tuin. En dan die ongelofelijk spannende wedstrijd. Na de wedstrijd was er een uitzinnige sfeer. Zo uitzinnig dat we de brandslangen hebben opengezet en de straat onder water hebben gezet. We hebben nooit klachten gehoord of een boete gekregen. Het schijnt dat de bewoners in 1988, toen Nederland Europees kampioen werd, de brandslangen in de hoogbouw hebben opengezet, en dat er allemaal water uit de flat werd gespoten.”

Zijn er ook vervelende herinneringen?
“Er is vanuit de hoogbouw best vaak zelfmoord gepleegd. Vroeger was het trappenhuis open, toen zaten de trappen aan de buitenkant. Nu is het trappenhuis inpandig gemaakt. Er zijn veel mensen die het wel eens gezien hebben, zo’n zelfmoord.”

Vanaf eind 2012 gaat de SSH bewoners die niet meer studeren uitzetten, gaat er daardoor iets verloren aan het IBB-karakter?
“Hoe het gaat veranderen weet ik niet. Misschien wordt het wel nog wilder met jonge mensen die – omdat ze er toch maar kort wonen – minder energie steken in het onderhoud. Er moeten in elk geval veel mensen weg. Tot april dit jaar woonde ik in een IBB-huis waarin de meerderheid al werkte. Die mensen moeten weg. Ik snap wel dat de SSH dit invoert vanwege de kamernood, maar voor die bewoners voelt het als stank voor dank. Ze hebben altijd netjes hun huur betaald, en nu dit.”

“Interessant is dat vroeger de discussie over kamers voor studenten juist andersom was: waarom mogen alleen studenten op kamers wonen? De SSH is ergens in de jaren tachtig van Stichting Studenten Huisvesting naar Stichting Sociale Huisvesting gegaan, wat twee jaar geleden weer is teruggedraaid. Zo zie je dat maatschappelijke trends, discussies en regeringsbeleid worden weerspiegeld in de historie van het complex.”

Wil je meewerken aan het IBB Boek? Dan kan je via deze site contact opnemen met Meral van Leeuwen en Jan van Duppen.

Advertentie