NWO werkt mee aan topsectorenbeleid

We gaan er het beste van maken, zegt voorzitter Jos Engelen van onderzoeksfinancier NWO over het economische topsectorenbeleid. “Wij zetten de hakken beslist niet in het zand.”

Deze week schreef NWO een brief aan minister Verhagen van Economische Zaken en Innovatie. Het kabinet wil dat wetenschap en bedrijfsleven nauwer gaan samenwerken en hun behoeften beter op elkaar afstemmen. NWO legt in de brief uit hoe zij daarbij wil helpen.

Onder wetenschappers zijn de kabinetsplannen omstreden. De wetenschap moet zich niet voor het karretje van de economie laten spannen, vinden velen van hen. Ze zijn bang dat fundamentele wetenschap in het gedrang komt als ‘nuttig’ of ‘winstgevend’ onderzoek voortaan voorrang krijgt.

NWO heeft als kerntaak om de beste onderzoekers geld te geven voor de beste onderzoeksvoorstellen. Toch moet NWO van het kabinet de komende jaren honderden miljoenen besteden aan het topsectorenbeleid.

En dat gaat ook gebeuren, zegt Jos Engelen van NWO. Alles bij elkaar gaat het over de jaren 2012 en 2013 om 225 miljoen euro. Maar daarvoor hoeft het roer niet helemaal om. Een deel van de uitgaven paste toch al bij de ‘topsectoren’.

Trekt u inderdaad 225 miljoen euro uit? U telt 60 miljoen euro mee die NWO toch wel zou uitgeven, ook zonder topsectorenbeleid.
“U doet onrecht aan het proces, als u het zo formuleert. Bij de onderzoeksvragen voor de diverse topsectoren zijn topwetenschappers betrokken geweest. Die onderzoeksvragen hebben naast de mogelijkheden van NWO gelegd. Ik ben er juist trots op dat we niet de hele boel op zijn kop hoeven zetten.”

Ziet u kansen of bedreigingen in het topsectorenbeleid?
“Het is makkelijk om een citaat van mij te krijgen waarin ik zeg dat ik me zorgen maak, maar dat is niet het enige. Natuurlijk, als we steeds meer aan de topsectoren moeten besteden terwijl ons budget even groot blijft, dan gaat dat op een gegeven moment knellen. Maar we vergeten wel eens dat dit beleid ook bedoeld is om het bedrijfsleven veel meer in wetenschappelijk onderzoek te laten investeren. Als dat lukt, is dat heel gunstig.”

Wat gaat er veranderen bij NWO?
“Het hart van NWO is het selecteren van de beste onderzoeksvoorstellen in een nationale competitie, en dat blijft onze core business. Maar je kunt niet zeggen dat het topsectorbeleid alles bij het oude laat. We willen de excellentie behouden, maar er zijn wel verschuivingen richting de topsectoren.”

Minder onderzoek naar kleine talen, meer onderzoek naar grote moleculen?
“Uw vraag is eigenlijk: zijn er wetenschappers die door dit nieuwe beleid niet langer bij NWO terecht kunnen, terwijl ze dat traditioneel wel konden? Dat is het beleid niet. De komende twee jaar kunnen we de topsectoren accommoderen zonder dat de kleine talen in het gedrang komt. Er wordt wel een hap uit de vrije competitie genomen. Over een jaar kan ik op de tien cent nauwkeurig zeggen hoeveel geld we aan de topsectoren hebben besteed; neem die opmerking gerust letterlijk. Nu is dat nog niet helemaal duidelijk. We maken een inschatting dat ongeveer tien procent van het vrije wetenschappelijke onderzoek nu al in lijn is met de topsectoren. Dat gaat om zo’n zestig miljoen euro.
Eenmalig zetten we 35 miljoen euro in voor de topsectoren. De verschillende NWO-gebieden mogen een voorstel doen, maar dan moeten ze uit hun eigen budget wel zeventig miljoen bijpassen. Het zorgt voor een accentverschil.
Verder hebben we drie onderzoeksthema’s toegevoegd aan de zes die we al hadden, om er zeker van te zijn dat alle topsectoren voldoende aandacht krijgen. Die nieuwe thema’s zijn high tech systems & materials, creative industrie en agrofood.”

Wat blijft er bij het oude?
“Van alles. Het talentprogramma blijft bijvoorbeeld zoals het is. Dat is de vernieuwingsimpuls van 150 miljoen met de Veni-, Vidi- en Vicisubsidies. Daar wil ook niemand aan tornen.”

Is het verschil tussen fundamenteel en toegepast onderzoek nog wel zo groot?
Wetenschap is toegepast of nog niet toegepast, hoor je wel eens zeggen. Als symbool hebben we wel eens de Möbius-band gebruikt: die ring met maar één zijde. Toegepaste en fundamentele wetenschap liggen inderdaad in elkaars verlengde. Als je een goede zonnecel wilt maken, doe je soms ook zeer fundamentele ontdekkingen. Maar die opmerking is ook een dooddoener waarmee je de politiek, bedrijfsleven en samenleving niet duidelijk maakt dat je je wilt inspannen. Daarom is het toch goed om expliciet zwaartepunten te benoemen.”

Advertentie