Onbegrip over snijden in sterke groepen

Enkele universitaire paradepaardjes zijn de dupe van de sanering van de bètafaculteit. Financieel sterke groepen met goed onderzoek en een grote maatschappelijke uitstraling passen niet in het nieuwe profiel. Zo moet de inmiddels alom bekende energiehoogleraar Wim Turkenburg (foto) de faculteit verlaten, evenals de biomariene wetenschappers en de zonnecellengroep van hoogleraar Ruud Schropp.

“Het lijkt erop dat de universiteit de kip met de gouden eieren wil slachten.” Dat is de eerste reactie van hoogleraar Physics of Devices, Ruud Schropp (foto), vanuit Seattle waar hij een conferentie bijwoont. Voor Schropp kwam het telefoontje van decaan Van Meer “totaal onverwacht”. Hij had geen moment gedacht dat zijn groep van op dit moment bijna 7 fte en 13  promovendi tot de slachtoffers van de bezuinigingen zou behoren. Zeker niet nadat dit voorjaar nog een injectie van 3.5 miljoen kwam. Met dat geld, ondermeer afkomstig van technologiestichting STW, wil Schropp nog eens 6 promovendi, 3 postdocs en 2 technici aanstellen.”

“Er leek geen vuiltje aan de lucht. Mijn onderzoek was op alle criteria binnen het profileringsproces met een A gewaardeerd. Wat er daarna is gebeurd, is voor mij niet te overzien. De verklaring die ik heb gekregen is ook zeker niet afdoende. Ik maak bezwaar tegen deze gang van zaken.”

Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten en in een interview met DUB zei decaan Van Meer donderdag dat het zonnecellenonderzoek “beter past bij een technische universiteit”. Schropp: “Misschien is daar sprake van, maar dan had ik het wel eleganter gevonden als men daarover met mij ruim voor de openbaarmaking van de beslissing in gesprek was gegaan.”

In de wandelgangen wordt gesuggereerd dat de huisvestingslasten van zijn groep in het Van de Graafflaboratorium een belangrijke overweging vormen voor de decaan. Het vrijmaken van vierkante meters in dat gebouw zou de faculteit wellicht moeten ontlasten.

De zonnecellen van Schropp werden tijdens universitaire presentaties in het buitenland, maar ook afgelopen vrijdag nog tijdens een scholierendemonstratie op het Domplein, als illustratief voor het innovatieve Utrechtse onderzoek tentoongesteld. Schropp noemt het voorlopig bètaprofiel “persoonlijk kwetsend”. “Maar we moeten verder”, constateert hij.

De hoogleraar verwacht dat zijn onderzoek een plaats kan vinden binnen een andere universiteit. “De Utrechtse decaan bestempelt dit onderzoek als toegepast. Maar dat is juist goed. Deze regering ziet energie als belangrijk onderzoeksgebied en mikt op valorisatie. Voor mijn onderzoek zijn veel middelen beschikbaar. Binnen vier tot vijf jaar heb ik 19 promoties op de agenda staan. Reken maar uit: dat is veel geld dat de universiteit straks misloopt.”

Onterecht
In een brief aan het college van bestuur en universiteitsraad laat hoogleraar Wim Turkenburg weten dat het besluit van de decaan zijn groep Natuurwetenschap & Samenleving op de schop te nemen door de medewerkers  “als hoogst onredelijk en onterecht" wordt ervaren. Turkenburg heeft te horen gekregen dat het thema ‘Energie’ geen onderdeel uitmaakt van het nieuwe facultaire profiel, hoewel dat eerder nog een vaste plek in het Utrechtse Aarde en Duurzaamheids-speerpunt leek te hebben.

In de brief noemt Turkenburg negen redenen waarom de groep van 50 medewerkers, waarvan 7 fte vaste wetenschappelijke staf, wel degelijk een plaats binnen een gesaneerde bètafaculteit verdient. Zo is er volgens Turkenburg sprake van onderzoek van erkend hoge kwaliteit en een relatief hoog citatiegemiddelde. Ook speelt zijn groep een grote rol in het onderwijs en zijn er veel banden met nationale en internationale organisatie en instituten. Bovendien, stelt Turkenburg, bekend van de tv-optredens rondom de Japanse kernramp: “Komt er geen groep van de bètafaculteit zo vaak in het nieuws als mijn groep wat afstraalt op de UU en op bèta.”

Ook Turkenburg ziet overigens wel mogelijkheden voor zijn groep binnen of buiten de universiteit Utrecht. “Maar dat doet niets af aan ons onbegrip voor, en onze grote teleurstelling over de opstelling van de faculteit en het college van bestuur.”

DWDD
Ook de Utrechtse biomariene wetenschappers lieten de afgelopen jaren herhaaldelijk van zich horen in de media. Hoogleraar Henk Brinkhuis, die vertrekt naar het Nederland Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel, was te zien in de Beagle tv-serie. De media-genieke Appy Sluijs heeft een status verworven als veelbelovend en enthousiast onderzoekstalent, onder meer door optredens in de Wereld Draait Door.

Sluijs stelt dat hij het jammer vindt dat de faculteit niet meer kiest voor het palaeo-ecologische en biomariene onderzoek. Er vindt overleg plaats over de toekomst van het onderzoek, binnen of buiten de bètafaculteit. “Het is duidelijk dat er bezuinigd moet worden en het is aan de faculteit om de juiste keuzes te maken als het gaat om profilering. Ik heb zelf een Europese beurs, dus mijn onderzoek zal sowieso door kunnen gaan. De vraag is wel waar.”

Al eerder reageerde directeur Christoph Keller van het Sterrekundig Instituut op het nieuws dat zijn onderzoek uit Utrecht moet vertrekken. Ook hij was verrast door het nieuws, maar ook hij denkt dat zijn groep elders wel onderdak zal vinden.

Valorisatie
In de voorlichtingsbijeenkomsten gaf decaan Van Meer aan dat het valoriserend vermogen een derde kerntaak zal moeten worden van wetenschappers. Gezien de status van de groepen die geschrapt worden, rijst her en der de vraag wat precies bedoeld wordt met valorisatie.

Ook tijdens een bespreking tijdens een universiteitsraadvergadering zonder college van bestuur afgelopen maandag heerste enige verwarring over de mate waarin dat valoriserende vermogen nu daadwerkelijk mede-bepalend is geweest voor de gemaakte keuzes.

Raadslid Talma stelde daarop dat het college van bestuur meer duidelijkheid zou moeten  geven over wat er onder valorisatie precies verstaan moet worden en hoe dat uitpakt in de keuzes die de universiteit maakt.

Advertentie