Rechtenpromovendus haakt vaker af

Gemiddeld weet een kwart van de promovendi het proefschrift niet binnen acht jaar af te ronden. Promovendi bij Rechten en Bestuurskunde doen het slechter. Eenderde van hen haalt de eindstreep niet.

Dat blijkt uit een door onderzoekers van de Universiteit Utrecht uitgevoerd onderzoek naar het rendement van promovendi in opdracht van De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het onderzoek is deze maand gepubliceerd in tijdschrift De Psycholoog (pdf).

“Het is een van de eerste keren dat er onderzoek wordt gedaan naar het rendement van promoties”, zegt psycholoog en statisticus Rens van de Schoot die het onderzoek uitvoerde. Hij keek naar met NWO-subsidie gehonoreerde promotieplekken uit de periode 1999-2001 in de gammawetenschappen. 

Doctorstitel
Daaruit bleek dat ruim 80 procent van de promovendi Economische, Sociale, Ruimtelijke, Gedrags- en Onderwijswetenschappen daadwerkelijk promoveert, haalt slechts 66,7 procent van de promovendi op het terrein Recht en Openbaar Bestuur de doctorstitel. 

Van de Schoot kan niet zeggen waarom het rendement bij rechtenpromovendi lager ligt. Een mogelijkheid kan zijn, dat ze naast de wetenschap lucratievere carrièremogelijkheden hebben, maar dat is gissen. “In rapportages ben ik die reden van afhaken niet tegengekomen.”

Redenen om te stoppen
Uit door begeleiders opgestelde rapportages blijkt dat het vaak promovendi zelf zijn die er voor kiezen om een promotie te beëindigen. Gebrek aan kwaliteit aan de kant van de promovendus speelt amper een rol. Persoonlijke omstandigheden (ziekte, ziekte, ernstige complicaties bij zwangerschap) zijn vaak een reden.

Gemiddeld heeft 74,7 procent van de gammapromovendi acht jaar na dato zijn of haar onderzoek met succes afgerond. Kijken we naar het rendement projecten als geheel (waar soms meerdere aio’s voor nodig zijn om een enkel gesubsidieerd project succesvol af te ronden) dan is het rendement 83,6 procent

Vergelijken met buitenland is lastig
De rendementcijfers an sich beoordelen is lastig, vertelt Van de Schoot. Vergelijken met het buitenland is ook problematisch omdat Nederland een van de weinige landen is waar promovendi een salaris krijgen in plaats van een beurs. “Als je een salaris krijgt ben je gemotiveerder je promotie af te maken.” Van de Schoot verwacht dan ook dat de door dit kabinet voorgestelde bezuinigingen op de beloning van promovendi het rendement zeker niet ten goede komen.

Een andere uitkomst van het onderzoek is dat promovendi in groepsverband een lagere slaagkans hebben. Iets dat het NWO niet had verwacht. Van de Schoot: “Het NWO verwachtte juist meer rendement uit groepen. De gedachte was: als je ze samen laat werken, dan helpen promovendi elkaar, dan is er kruisbestuiving. Dat is niet zo.”

“Een individuele onderzoeker is toch niet zo alleen als gedacht wordt. Als je alleen bent, moet je juist ondernemender en meer outgoing zijn”, zegt Van de Schoot, die voorzitter is van het Promovendi Overleg Utrecht (PROUT).

Hoe is het in Utrecht?
Van de Schoot is momenteel bezig met een onderzoek naar de ervaringen van promovendi aan de Universiteit Utrecht, in opdracht van het College van Bestuur. De eerste resultaten van een vragenlijst die is gestuurd aan 2000 promovendi druppelen al binnen.

Deze zomer hoopt Van de Schoot de resultaten te presenteren. Hij zal de resultaten per faculteit rangschikken. Al een tipje van de sluier: er zijn promovendi die erg gedemotiveerd zijn en klagen over slechte begeleiding. De vraag is hoe dat komt en wat we daar aan kunnen gaan doen. Het zou namelijk erg jammer zijn als deze promovendi vroegtijdig afhaken.”

EJH

Advertentie