Van Rooy: studentbestuurder moet ingeschreven staan

Collegegeldvrij besturen is van de baan in Utrecht. “Wil je bestuurder zijn van een vereniging, en in aanmerking komen voor een beurs, dan moet je een band hebben met de universiteit”, aldus collegevoorzitter Yvonne van Rooy in reactie op vragen van studenten in de U-raad.

De kans dat Utrecht fulltime studentbestuurders toestaat zich een jaar uit te schrijven om de langstudeerboete uit te stellen, is heel klein geworden. Ook al stemt de Tweede Kamer voor een wetswijziging die collegeldvrij besturen mogelijk maakt, dan nog heeft een collegegeldvrij bestuursjaar met behoud van beurs niet de voorkeur van de Utrechtse collegevoorzitter Yvonne van Rooy.

Van Rooy verwees in een vergadering met de universiteitsraad afgelopen maandag geregeld naar de brief van staatssecretaris Zijlstra, die een collegegeldvrij bestuursjaar onwenselijk vindt omdat het voor extra administratieve lasten bij de instellingen en tot meer aanvragen bij het profileringsfonds zou leiden.

Voor het Utrechtse college heeft de afwijzing voornamelijk financiële redenen. Van Rooy: “Door collegegeldvrij studeren mogelijk te maken haal je een uitgavenpost bij de studenten weg, maar er verdwijnt ook een inkomstenbron bij de universiteit. Wij krijgen dan minder geld. Dat betekent dat we minder hebben om in beurzen te verdelen onder studenten.”

Geen primair proces
Bovendien hoort de verschaffing van beurzen niet tot de core business van de universiteit, zei Van Rooy in reactie op vragen van de studentenfractie VUUR, die vorige week teleurgesteld reageerde op de afwijzing. “Wij hebben een forse bezuinigingsopdracht en de vorige raad heeft ons uitdrukkelijk meegegeven zo min mogelijk te bezuinigen op de primaire processen onderwijs en onderzoek. Dit hoort niet bij die primaire processen, dit is ondersteunende activiteiten.”

Daarnaast is er een principiële reden voor de afwijzing. “Wil je bestuurder zijn van een vereniging, en in aanmerking komen voor een beurs, dan moet je een band hebben met de universiteit.” Het is belangrijk, ook voor fulltime bestuurders, om naast besturen bezig te zijn met de studie, al is het maar met één of twee vakken, vindt Van Rooy. De collegevoorzitter ziet het liefst dat studenten het uitloopjaar na de bachelor of master gebruiken voor een bestuursjaar.

Dit voorjaar overwoog het college van bestuur in een nota nog het mogelijk maken van collegegeldvrij besturen met behoud van een bestuursbeurs voor bestuurders van verenigingen met een eigen sociëteit. Daar denkt het college nu anders over omdat de staatsecretaris deze maatregel onwenselijk vindt.

“We hebben altijd een voorbehoud gemaakt”, aldus Van Rooy. “Inmiddels kennen we het standpunt van de staatssecretaris.” De collegevoorzitter is “blij” dat Zijlstra de visie van het college over collegegeldvrij deelt.

Als-vragen
Al te veel speculeren over de pogingen van D66 en de VVD om via een amendement fulltime studentbestuurders vrij te stellen van collegegeld, wil Van Rooy niet. “Als-vragen beantwoord ik het liefst pas als de situatie zich voordoet.”

Ze ziet niet 1-2-3 waar het geld voor beurzen van uitgeschreven bestuurders vandaan moet komen, mocht de situatie veranderen. “Als het geld niet van het profileringsfonds afgaat, dan gaat het geld af van onderwijs, onderzoek, huisvesting of beheer, plekken waar al behoorlijk bezuinigd moet worden. Het ergens anders leggen van de rekening is over het algemeen niet zo’n populaire bezigheid.”

 

LASTIGER OM NIEUWE BESTUURSLEDEN TE VINDEN
De gezelligheidsverenigingen zijn, zoals te verwachten valt, teleurgesteld. Door de afwijzing van collegegeldvrij besturen wordt het nóg lastiger om nieuwe bestuursleden te vinden, zegt Jet Schöningh, voorzitter van de Federatie van Utrechtse Gezelligheidsverenigingen (F.U.G.), het overkoepelende orgaan van zeven studentengezelligheidsverenigingen in Utrecht. Iets dat ook al blijkt uit een recente inventarisatie van de LKvV.

Schöningh: "Verenigingen hadden dit jaar al moeite om nieuwe bestuurders te vinden, vanwege de langstudeerboete. Als je al achterloopt in de je studie, dan kan besturen je veel geld gaan kosten."

Verenigingen letten er volgens Schöningh meer en meer op dat kandidaten voor bestuurs- en commissiefuncties voldoende studiepunten hebben. Schöninghs eigen vereniging, UVSV, werkt al met zo'n systeem, waarbij functies liever gegeven worden aan nominaal studerende leden.

Verenigingen kennen volgens Schöningh geen regel dat je inschreven moet zijn voor een bestuursfunctie. In theorie zou iemand dus nog steeds collegegeldvrij kunnen besturen, zonder bestuursbeurs. Maar dat is geen optie, aldus Schöningh. "Je krijgt geen bestuursbeurs, geen studiefinanciering, geen recht op lenen, geen OV, en bovendien heb je geen tijd om er naast te werken. Dat wordt erg duur." 

Advertentie