Een compliment voor ons allemaal

Het gebeurt niet vaak dat in één week twee gebeurtenissen de praktijk en de theorie van onze toch tamelijk abstracte missie zo dicht bij elkaar brengen. Want wees eerlijk, hoe vaak denken we nu na over de vraag waartoe we als universiteit eigenlijk op aarde zijn?

Natuurlijk zijn we op aarde voor onderwijs en onderzoek. Daarover bestaat weinig verschil van mening, al is het debat over het relatieve belang van deze twee nog steeds actueel. Nog deze week kwam ik een aantal vooraanstaande collega’s tegen die met droge ogen beweerden dat hoogleraren alleen benoemd kunnen worden tot onderwijshoogleraar als ze ook héél goed zijn in onderzoek. Dat is waar, maar het is wel opmerkelijk dat het omgekeerde, een hoogleraar kan alleen benoemd worden als hij/zij ook héél goed is in onderwijs, nauwelijks wordt gehoord.

Maar goed, naast onderwijs en onderzoek is onze missie veel breder. Dat kwam aan de orde tijdens de Dies natalis. Een viering in de Domkerk waar sommige jonge hoogleraren en docenten hun neus voor ophalen (“te druk”) en waar veel mensen hun tijd niet in willen stoppen. Maar wat gebeurt daar eigenlijk? In een prachtige omgeving worden tradities in ere gehouden die binden, die tot uitdrukking brengen dat wetenschap meer is dan individueel onderzoek doen, meer is dan alleen onderwijs geven.

Dit jaar stond de band met de stad en de regio centraal, en brachten we tot uitdrukking dat we met ons onderwijs en onderzoek willen bijdragen aan een betere wereld. Proeftuinen op het gebied van gezond ouder worden, energie, radicalisering van de jeugd. Wij werken daarmee gezamenlijk aan de maatschappij van morgen - ook (en dat vergeten we vaak!) omdat we daarmee steun behouden van burgers die met hun belastinggeld ons in stand houden. Dit alles leidde tot een inspirerende bijeenkomst.

Theorie en praktijk werden direct bij elkaar gebracht tijdens de tweede gebeurtenis, twee dagen later. Voor Meet the professor stapten 145 hoogleraren op de fiets, en gingen naar basisscholen om te laten zien hoe leuk wetenschap is. Zij kwamen vooraf bij elkaar in de aula, en na afloop ontmoetten ze elkaar weer voor een snelle lunch voordat ze weer verder vlogen naar hun volgende afspraak (“druk, druk!”). Maar allemaal waren ze dolgelukkig dat ze tijd hadden genomen voor de ontmoeting op “hun” basisschool, met de kinderen uit “hun” groep 8 die ze hadden laten ruiken aan wetenschap. Met elkaar hadden we de horizon van kinderen, ook en vooral in achterstandswijken, een stukje opgetild. We hadden ze zicht geboden op iets anders dan de verhalen die ze thuis, en op straat in hun wijk, voortdurend horen.

Door hier tijd voor te maken, hadden we de kloof tussen de universiteit en de maatschappij, die steeds groter wordt, effectief een piepklein stukje gedicht. De kloof tussen de hoog opgeleiden die het prima hebben in een globaliserende wereld, en de lager opgeleiden die hun baan verloren zien gaan, hun identiteit bedreigd zien worden. Ook dát is de missie van de universiteit: met onze kennis werken aan oplossingen voor de héle maatschappij en de kloof dichten die leidt tot populisme en radicalisering.

Na afloop van beide feesten ontving ik veel e-mails waaronder eentje die me bijzonder trof, van de leider van een heel grote scholengemeenschap in de regio Utrecht. Zij schreef onder andere: "Ik hoor van alle kanten dat de universiteit zich sterk maakt voor meer bemoeienis (…) met het funderend onderwijs in deze tijden van polarisatie en dreigende tweedeling. Daar wil ik je oprecht voor danken, want we kunnen in de praktijk echt profiteren van de expertise van de universiteit en we moeten de krachten bundelen".

Zo'n bedankje is een compliment – én een uitnodiging - voor ons allemaal!

Advertentie