Europese rectores jaloers op Utrecht

Rector Bert van der Zwaan was vorige week gastheer van 21 rectores van de Europese topuniversiteiten. Ze waren onder de indruk van de activiteiten in de stad, de dynamiek van het debat over het strategisch plan en de Utrechtse keuze om te investeren.

Goed nieuws is geen nieuws. Dat geldt voor alle media. En als je dan toch goed nieuws wil brengen, dan maak je het gewoon sensationeel door een flink zure of alarmerende kop boven een artikel te plaatsen. Liefst eentje die de inhoud niet dekt.

Een paar weken geleden heb ik het NRC aangesproken op de manier waarop ze het thema diversiteit binnen universiteiten meer ‘jeu’ dachten mee te geven door bij een interview foto’s te plaatsen van rectoren met vrouwenkleding. De journalist gaf overigens heel netjes antwoord dat ze vond dat we wel een punt hadden.

Ook DUB doet helaas met regelmaat mee aan deze trend. Een mild voorbeeld hiervan was onlangs de kop "Goed geluisterd, slecht geschreven" boven een stukje dat ging over het nieuwe strategieplan van de universiteit. In plaats van de ongebruikelijk brede instemming die de universitaire gemeenschap heeft gegeven aan dit concept-plan in het artikel te benadrukken, werd wat zurig in de marge gerommeld over de stijl en taal.

Ik moest daar onmiddellijk aan denken tijdens de vergadering van de LERU rectores die afgelopen week in Utrecht plaats vond. Alle 21 rectores van de Europese topuniversiteiten waren aanwezig. Het feit dat EU-commissaris Moedas, EU-DG Robert Jan Smits, Minister Jet Bussemaker èn KNAW president José van Dijck allemaal graag een voordracht wilden houden, onderstreept het aanzien van dit gezelschap. In onze Utrechtse Senaatszaal was de Europese wetenschapstop twee dagen lang voelbaar en zichtbaar aanwezig.

Zonder uitzondering maakten de sprekers een groot punt van Open Science, het belang van een universiteit die aanwezig is in de stad, het land en de maatschappij. Ook Jet Bussemaker, u weet wel, de minister die wij als universiteiten graag bekritiseren, hield een gloedvol betoog voor de versterking van de maatschappelijke rol van de universiteit.

Na afloop kwamen de tongen van mijn collega's los. Mijn Engelse collega van University College London wilde zijn minister van onderwijs direct inruilen voor Jet Bussemaker: met haar was in ieder geval goed te praten. Mijn Franse en Duitse collega's gingen nog verder: deze minister kende haar vak, had ooit een universiteit van binnen gezien en had visie.

Toen ik mijn Franse, Duitse, Scandinavische en Engelse collega's vertelde van ons strategieplan, en José van Dijck daarna vertelde over alle debatten rond de nationale wetenschapsagenda, ontstond tot mijn grote verbazing een geweldige jaloezie. Ze waren jaloers op de dynamiek van het debat, de dynamiek van onze Utrechtse keuzes. En mijn Finse collega voegde daaraan toe: super, dat jullie als universiteit geld hebben kunnen vrijspelen om nu te investeren. Hij moet namelijk 1200 mensen ontslaan door enorme nationale bezuinigingen.

Toen ik ze 's avond de stad Utrecht liet zien en vertelde dat het Museum Speelklok voortkomt uit een universitaire collectie van de afdeling Muziekwetenschappen van onze faculteit Geesteswetenschappen, en toen ik ze de volgende dag meenam naar de Maskerade en ze vertelde van het lustrum met Meet the Professor als mijn persoonlijke hoogtepunt, toen verzuchtte de rector uit Edinburgh: “you guys have taken your university to the next level”. Om daar even later aan toe te voegen: “Beautiful town, wonderful university, excellent students, and a minister who knows her stuff.”

Goed nieuws is geen nieuws. Maar de spiegel die mijn buitenlandse collega’s hier ongewild voorhielden was leerzaam. We hebben een prachtig stelsel, een goede minister van OCW, en we hebben een universiteit waar andere rectores gewoon jaloers op zijn!! We hebben een strategieplan waarnaar met bewondering gekeken wordt, niet in de laatste plaats omdat door goed beleid in de afgelopen jaren middelen beschikbaar zijn om te investeren voor de toekomst. We hebben een krachtige visie en juist daardoor praten we over een heleboel zaken die nog veel beter kunnen. Bij ons is werk aan de winkel, maar we weten welk werk en hoe we het gaan doen. En dat is goed nieuws!
 

Advertentie