Het orakel in De Uithof

Geachte aanstaande minister van OCW,
Beste ambtenaren van OCW,

Laat ik meteen een goedbewaard geheim delen: op onze Uithof werkt een soort orakel. Er komt vrijwel uitsluitend zinnige taal uit, en het is daarom een van de weinige mensen op wiens advies ik blind durf te varen.

Ik vertelde hem over het verzoek om deze mail met aanbevelingen te schrijven. “De koppeling tussen onderwijs en onderzoek is ver te zoeken. Alle kant-en-klaarregisters worden opengetrokken om maar zo weinig mogelijk tijd aan studenten te hoeven besteden. Online studie, filmpjes, zelfstudiemodules ... . Met opleiden voor de wetenschap heeft dat niks meer te maken.” En later: “De tijdelijke aanstellingen van docenten en hun werkdruk zijn ook dramatisch. Tegen de tijd dat ze alles op de rails hebben moeten ze alweer weg, en de tijd die ze aan onderzoek kunnen besteden is zo minimaal dat de competitie met voltijds onderzoekers amper aan te gaan is. Maar zonder wetenschappelijke prestaties, ook geen baan.”

Zie, ik zei het toch, alleen maar zinnige dingen.

Maar: anders dan wat je van een orakel zou verwachten, kwamen er na deze mededeling géén bliksemschichten uit de hemel, trilde de grond niet, klonk zijn stem niet bezeten en kreeg ik er geen kippenvel of koude rillingen van. Ach, hij is zo gewoon gebleven!

Volgens mij schuilt in dat gewone ook een probleem. Het orakel in kwestie is geen hoge boom, al moet ik bekennen dat de juiste mensen hem gelukkig steeds vaker weten te vinden. Toch lijken het de meest succesvolle en daarmee prominente medewerkers die het meest gehoord worden, binnen de universiteit en daarbuiten, waaronder in de politiek.

Ter illustratie: ik kijk nu iedere dag tegen een huizenhoog portret van Hans Clevers aan, dat prominent aan het Van Unnikgebouw gehangen is. Clevers is, als voormalig KNAW-president met een lange lijst indrukwekkende prestaties, een logische keuze om zo te etaleren. Ik stoor me echter aan de locatie die een aantal minder vooraanstaande Uithoffers (denk: iemand van een studiepunt, een sportdocent/Nederlands kampioen, een CEO elders op het Science Park) toegewezen heeft gekregen. Hun portret hangt aan een triest bouwhek bij een troosteloos fietstunneltje, ingeklemd tussen een sfeerloze P+R en een saai parkeerterrein.

Die keuze is misschien te verdedigen, net als de redenering dat meer zichtbaarheid onlosmakelijk verbonden is met het makkelijker uitoefenen van invloed. Toch hoop ik dat jullie bij het OCW, dus als minister én als minder zichtbare maar onmisbare ambtenaren, je zullen inzetten om verder te kijken en ook de ideeën te horen van de ‘doorsnee’ academicus, de ‘doorsnee’ docent en het ‘doorsnee’ ondersteunend personeel. Daar leven soms andere, eveneens waardevolle verbeterpunten, die minstens zo gepassioneerd worden gepredikt.

Niemand vraagt aan studenten die uitsluitend negens en tienen scoren wat er gedaan kan worden om de tentamenstof duidelijker te maken. Laten we diezelfde redenering dan ook toepassen op het gebied van wetenschaps- en onderwijshervorming.

Toegegeven, dat laatste is geen oprisping van ons universiteitsorakel, maar de bescheiden mening van zomaar een promovendus.

Hoogachtend.

Advertentie