Wetenschappelijk schrijven is niet synoniem aan ingewikkeld schrijven

Een greep uit het nieuws in juni: Belgische boekpoeper betrapt in carnavalswinkel, formerende partijen eten rijsttafel, verhuizing van drie zeekoeien in een dierentuin. Hoera voor komkommertijd! Maar terwijl we allemaal druk bezig waren met het inpakken van bikini’s en het printen van e-tickets, verscheen in Trouw een artikel dat wel degelijk belangrijk was, en grote ophef had moeten veroorzaken: de overheid blijkt zulke onbegrijpelijke brieven te schrijven, dat burgers in grote problemen komen.

Het artikel verscheen naar aanleiding van een rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Daarin staat dat ambtelijke brieven vaak zó ingewikkeld zijn geschreven, dat de ontvangers er niks van snappen. Niet iedereen weet tenslotte wat je moet doen als je leest:

‘U ontvangt deze beschikking invorderingsrente inzake onderstaand aanslagbiljet omdat u deze nog niet heeft betaald en de in het aanslagbiljet vermelde laatste vervaltermijn is verstreken. Het verschuldigde bedrag moet u binnen veertien dagen na dagtekening van deze beschikking voldoen.’

Een verkeerde of trage reactie op zo’n brief kan tot grote problemen leiden. Vooral mensen met een laag inkomen en mensen die kleine schulden hebben, komen soms in grote financiële ellende terecht: een kleine boete wordt een grote betalingsachterstand, die weer voor grotere boetes zorgt, enzovoorts.

De RVS is niet de eerste organisatie die het probleem aan de orde stelt. Eerder dit jaar constateerde de Nationale Ombudsman al dat oud-studenten vaak met een deurwaarder te maken krijgen: de informatieverstrekking van DUO was zo ontoereikend, dat de studenten niet doorhadden dat ze een aflossingsachterstand hadden opgebouwd. Waarom verandert er niks, ondanks de herhaalde boodschap dat overheidsinstanties slecht communiceren? Een cruciaal citaat uit het Trouw-artikel: "Als ambtenaren niet moeilijk schrijven, denken ze dat hun tekst juridisch niet meer klopt."

Het misverstand doet zich ook buiten de ambtenarij voor. Ik kom regelmatig studenten tegen die kraakhelder formuleren in discussies en duidelijke mails kunnen schrijven. Maar zodra ze een wetenschappelijke tekst schrijven, vliegen de ‘omtrents’, de tangconstructies en de passieve zinnen me om de oren. Als ik ze vraag om simpele woorden te gebruiken en spaarzaam te zijn met de lijdende vorm, blijken ze het anders geleerd te hebben: ook docenten lijken overtuigd dat in academische teksten iedere zin een doorwrochte puzzel moet zijn.

Terwijl het juist andersom is: hoe moeilijker het onderwerp, hoe simpeler je het moet opschrijven, zodat je lezers het toch begrijpen. Makkelijk is dat niet. Een heldere tekst schrijven, is een ambacht dat je alleen leert door het heel vaak te doen. Als ik het voor het zeggen had, zou ik direct uren aan spellingsonderwijs schrappen, om die tijd te besteden aan oefenen met begrijpelijk schrijven.  

Want ga maar na. Wat is erger: een heldere brief, met een lelijke dt-fout erin? Of een keurig gespelde, maar onbegrijpelijke brief die tot misverstanden leidt, met alle potentiële gevolgen van dien? Laten we de energie die we aan taalfoutjes besteden slimmer gebruiken. Leuker hoeven we ambtelijke brieven niet te maken, wel makkelijker.

Advertentie