Eindelijk ontmoet ik mijn scheikundeleraar weer

Het stond al  jaren op het plannenlijstje van Dieudonnée van de Willige om haar oude scheikundeleraren eens op te zoeken. Tijdens een beurs voor scheikundeleraren in Zeist kwam ze ze tegen.

Tot nu toe heb ik elk jaar van mijn studie hetzelfde plan gehad. Zo´n idee dat standaard mislukt wegens te weinig tijd, slechte timing of plotselinge twijfel als het er eindelijk van dreigt te komen. Inmiddels is dat plan eigenlijk overjarig: ik zou mijn docenten van de middelbare school zo graag weer eens opzoeken! In het bijzonder de club scheikundedocenten, die ik toch verantwoordelijk hou voor mijn studiekeuze en daarmee het verloop van de afgelopen vier jaar.

Door een speling van het lot bevond ik mij afgelopen vrijdag achter een kraampje op een beurs voor scheikundedocenten, georganiseerd door het Freudenthal Instituut van de UU. De beurs was in Zeist, mijn middelbare school zit in Zwolle. Ik gaf het een kleine kans, maar zei wel alvast dat als ik mijn docenten zou tegenkomen, ik op z’n minst op en neer zou springen en een klein gilletje zou slaken. De gedachte alleen was al genoeg voor een binnenpretje.

Een bonte stoet docenten trok langs onze kraam. We werden bezocht door de klassieke onderwijsmannen, met hun grijze haren en corduroy broeken opgetrokken tot over de navel, die overstroomden van kennis en dat maar wat graag deelden. Als tegenhanger waren er de jonge, hippe vrouwen die uit alle macht probeerden om wat leven in de brouwerij te brengen. Sommige docenten hadden de hele wereld afgereisd en wensten hun leerlingen hetzelfde toe, andere wilden graag weer in contact komen met het onderzoek en af en toe zat er een onuitstaanbare cynicus bij. Variatie te over, maar geen enkele docent leek op de mijne.

Ze zijn niet moeilijk te herkennen. De één is langer dan welke docent dan ook, de ander heeft met afstand het langste haar. Pas halverwege de dag, toen de plenaire sessie tegenover ons kraampje begon, kon ik dan eindelijk op en neer springen en een blij geluid produceren: ze waren er en gingen de zaal binnen! Licht paniekerig stormde ik er achteraan, terwijl ik eigenlijk geen idee had hoe ik dit aan ging pakken.

Wanneer je langere tijd naar iets hebt uitgekeken, maak je je er een hele voorstelling van. Doorgaans strookt die niet met de realiteit. De praktijk bleek als volgt: een vage herkenning, waar geen naam aan werd gekoppeld, gevolgd door een overenthousiast maar onsamenhangend verhaal van mijn kant over scheikunde en schrijven. Ze vroegen of ik ook docent wilde worden, ik antwoordde dat ik dat niet wist en dat alles nog openligt. Ik vertelde over onze kraam en nodigde ze uit om ook te komen kijken. Het hele voorval heeft hooguit twee minuten geduurd. Daarna heb ik ze niet meer gezien.

Toch bijzonder, hoe iets zo anders kan lopen dan gehoopt. Te weinig tijd om het eerder te doen en een slechte timing: de rest van mijn overjarige plannen hou ik lekker onuitgevoerd en voor mezelf. Er zijn tenslotte maar weinig dingen zo leuk en zo veilig als dagdromen – pas als zelfs die standaard mislukken, is het hoog tijd om weer eens naar het hier en nu te kijken.

Advertentie