Studeren is ook in Cuba een voorrecht

Havana, Cuba. Het is twee uur ’s middags, het heetst van de dag. We zitten op een groengeverfd bankje in een klein parkje zonder schaduw, en we drinken een blikje cola. Geen Coca Cola, natuurlijk, maar echte Cubaanse tuKola.

Een man loopt op ons af. Zijn dochtertje speelt een paar meter verderop. Als hij vriendelijk glimlacht, zie ik dat hij een tand mist. De man begint een verhaal af te steken in het Spaans; hij switcht naar gebroken Engels als hij onze schaapachtige gezichtsuitdrukking ziet. De man heet Luis en hij studeert psychologie, begrijpen we. Als ik hem vertel dat ik ook psychologie studeer, is hij zichtbaar opgelucht – het geeft hem de kans om te laten zien dat hij niet zomaar een bedelaar met een kletspraatje is. La interpretación de los sueños, kende ik dat soms? Freud? Zijn lievelingsboek.

Luis is nieuwsgierig hoe het in Nederland gesteld is met het hoger onderwijs. Hoeveel procent van de mensen gaat studeren? Kan iedereen het zich veroorloven? Je moet er tegenwoordig wel een bak geld voor lenen, leg ik uit. Maar, toegegeven: in principe kan iedereen die dat graag wil studeren. Nóg wel.

In Cuba is dat wel anders, zegt Luis. Ik hoest quasi-onschuldig de party line van Fidel en Raúl op: onderwijs is toch gratis in Cuba? Luis begint ongeduldig met zijn handen te wuiven. Dat is de bedoeling, ja. Universiteiten vragen inderdaad geen collegegeld. Maar de werkelijkheid is weerbarstiger: als je nog geen twintig dollar per maand verdient, zoals de meeste Cubanen, zijn studieboeken welhaast onbetaalbaar. En als je studeert, heb je minder tijd om te werken, en hoe koop je dan zeep en kleren voor je kinderen?

Luis vraagt het als we al tien minuten gepraat hebben, schoorvoetend: of we misschien een kleine bijdrage konden leveren aan zijn studie. Hij schaamt zich zichtbaar voor het verzoek, voor de plotse ongelijkheid tussen ons.

En ik schaam me ook. Ik schaam me omdat ik mezelf in Nederland regelmatig een “arme student” heb genoemd. Omdat ik een boek waar Luis maandenlang voor spaart soms een hele cursus amper inkijk. Omdat ik nog wel eens vergeet dat het een voorrecht is om te studeren.

We hebben geen Cubaans kleingeld, dus we geven Luis de twee-euromunt die nog in mijn zak zit. Hij zal morgenochtend een uur in de rij staan om die in te wisselen voor Cubaanse CUCs – twee daglonen, dus het is het waard. Luis neemt afscheid van ons, en we zijn even stil. Ik hoop vurig dat het hem lukt om psycholoog te worden. 

Advertentie