Academische PABO: Leren met een slang in de zaal

Een slang in de klas, een hart tekenen, je bloeddruk meten voor en na het sporten. De studenten van de academische PABO leren dit college door ‘te doen’. Niet academisch, wel effectief. 

Naam vak Aan het werk met natuuronderwijs & techniek
Niveau, hoeveelstejaarsvak Niveau 1, derdejaarsvak
Studie Academische lerarenopleiding
Waar Faculteit Educatie, lokaal 6.023
Datum en duur Vrijdag 23 mei, 15:20 – 17:20
Docent Guy Sommerdijk
Aantal studenten die vak volgen Ongeveer 40 (verdeeld over twee groepen)
Aantal aanwezige studenten 12
Voertaal Nederlands


Tafeltjes die in groepjes van vier bij elkaar staan, bakken vol knikkers, poppen van het menselijk lichaam, opgezette vogels op kasten met vrolijk gekleurde deurtjes, een terrarium in de hoek en op het bureau van de meester twee enorme skeletten van schedels. Het klaslokaal waarin dit college van de Academische PABO wordt gegeven, lijkt in alles op een basisschoolklas.Vanmiddag geeft Guy Sommerdijk les over dier en mens. De les hoort bij het vak ‘Aan het werk met natuuronderwijs & techniek’.

Slang in de klas, je moet er mee leren omgaan
“Zijn jullie wel eens op dierendag op je stageplek geweest”, vraagt Sommerdijk zijn studenten, terwijl zijn handen op een ronde bak rusten. Een studente vertelt hoe ze een hond hadden uitgenodigd in de klas en dat ze eerst aan de kinderen vertelde hoe ze met de hond moesten omgaan, voor hij de klas in kwam. “Dat is goed dat je dat zegt”, zegt Sommerdijk, terwijl hij de bak die voor hem staat vastpakt. “Wat willen kinderen als eerste weten over een dier in de klas? Juist. Of hij gevaarlijk is.” Dan tilt hij de ronde bak op: “In deze bak zit een slang.”

Leren door te doen en te ontdekken, dat is de didactische werkvorm die Sommerdijk zijn leerlingen wil bijbrengen. En dat betekent dus niet alleen babbelen over dieren meenemen naar de klas, maar dat ook daadwerkelijk doen. En zo komt het dat ik dit college mijn opschrijfblok aan de kant schuif en met een rattenslang in mijn handen zit. Sommerdijk doet het perfect volgens het boekje: eerst vertellen dat er een slang in de ronde bak zit, dat hij niet gevaarlijk is en geen tandjes heeft, dat hij hem eruit haalt en zal blijven staan waar hij nu staat. Daarna krijgt iedereen die wil de kans de slang aan te raken of vast te houden.

Als de slang weer veilig opgeborgen zit in zijn terrarium, vertelt Sommerdijk wat meer over de slang en zijn afkomst. Hierbij introduceert hij de soortenindeling van Linnaeus.  Deze methode zal hij gedurende het hele college gebruiken: eerst iets laten zien of een proefje doen en daarna van de gelegenheid en de getrokken aandacht gebruikmaken om inhoudelijk dieper op de stof in te gaan.

“Ik ben er vast van overtuigd dat als je kinderen eerst een proefje laat doen en het ze daarna uitlegt, dat ze veel beter opletten”, zo vertelt Sommerdijk de klas met overtuiging. Ik schrijf druk mee, terwijl ik af en toe staar naar de schilfers vel die de zwaar vervellende slang heeft achtergelaten op mijn tafeltje.

Orgie met kwallen en insecten met pootjes
De les van Sommerdijk is heel afwisselend. Hij doet constant proefjes en geeft opdrachtjes. “Ik wil jullie voorkennis testen, teken een insect”, zegt Sommerdijk en deelt witte papiertjes uit. Dat is nog niet zo makkelijk als het lijkt. Want dat een insect zes pootjes heeft dat weet ik nog wel, maar waar zitten die poten? Uit hoeveel delen bestaat het lijfje? Hoeveel vleugeltjes? En waar o waar zitten die vleugeltjes? Als iedereen een tekening heeft gemaakt, tekent Sommerdijk op het bord een insect zoals een insect er uit ziet: “Teken altijd heel schematisch zodat de leerlingen alles zien wat je wil laten zien.”

Na de insecten zijn de holtedieren zoals kwallen aan de beurt. “Kwallen planten zich alleen voort middels een orgie. Dan komen ze allemaal bij elkaar waarbij ze al hun sperma- en eicellen op één hoop gooien.” Sommerdijk heeft over elk onderwerp wel een boeiend verhaal of een beeldende beschrijving paraat. “Die verhalen ga je in de loop van de tijd opbouwen. Zorg in elk geval dat je voor je les altijd een paar verhalen over het onderwerp opzoekt. Dat maakt het levendig.” Dat een juf of meester niet alles weet, dat vinden kinderen niet erg, stelt Sommerijk de studenten gerust. “Als het maar niet te vaak gebeurt.”

Het is een bijzonder college vandaag. De universiteit met haar abstracte begrippen lijkt ver weg. Na deze les heb ik een goed beeld van hoe ik kinderen kan interesseren voor natuur & techniek en hoe ik een leuke les maak die nog leerzaam is ook. En dat bewijst meteen weer de visie van leren door te doen van Sommerdijk: doordat hij zoveel verhalen vertelt, proefjes doet en opdrachtjes geeft, heb ik soms het gevoel echt in een basisschoolklas te zitten. Lesgeven, zo moet het dus.  

Advertentie