Academisch onderwijs is moeilijk meetbaar

Het beoordelen van opleidingen gaat veel te veel over cijfertjes, constateert bètadocent Dries van Oosten. Hij pleit voor een interne peer review. Kijken bij colleges van collega’s.

Kort geleden is het rapport Kwaliteit in het hoger onderwijs gepresenteerd; een mooi onderwerp om mijn eerste column aan te wijden.

We kennen allemaal het circus van de visitatie. De opleidingen produceren zelfevaluaties die de commissie allemaal moet lezen. De commissie neemt steekproeven van afstudeerverslagen, spreekt met studenten, docenten en het onderwijsmanagement, etcetera.

Zo vormt ze zich een oordeel over de kwaliteit van de opleiding. Een belangrijk proces, dat studenten beschermt tegen wat we Inholland-praktijken noemen. Maar, het brengt iedere keer aardig wat onrust met zich mee. Bovendien kost het de commissie enorm veel tijd en roept het hele gedoe bij veel docenten de nodige weerstand op. Vandaar dat de minister de Onderwijsraad heeft gevraagd het visitatiestelsel te evalueren.

Voor een rapport dat gaat over de kwaliteit van kwantitatieve indicatoren van kwaliteit is het verrassend leesbaar. De Raad stelt vast dat in het huidige kwaliteitsbeleid vrijwel uitsluitend plaats is voor kwantitatieve indicatoren (getalletjes). Zulke getalletjes zijn niet per definitie fout.

Als men in de industrie iets wil weten over de kwaliteit van een productieproces, kan men bijvoorbeeld tellen hoeveel van het geproduceerde aan de specificaties van de klant voldoet. Maar wie is in het (hoger) onderwijs de klant? En hoe spreken we af aan welke specificaties een student na afloop moet voldoen. Hoe meten we hoe volwassen een student als onderzoeker is? Of hoe communicatief? Welk cijfer krijgt de student voor analytisch denkvermogen? Juist het meest essentiële aan academisch onderwijs is vaak het moeilijkst meetbaar!

De Raad constateert verder dat de nadruk op getalletjes met name leidt tot controle en minder tot verbetering van kwaliteit. De Raad schetst een gedrag waar wij als docenten onze studenten nog wel eens van willen beschuldigen: strategisch gedrag.

Als we via getalletjes worden getoetst, zullen we daarop sturen. Bij de eerste visitaties deden we dat niet, daarom hadden die een positief effect. Inmiddels spelen wij het visitatiespel misschien wel te goed, waardoor het leereffect verminderd is; een effect waar we bij onze studenten bang voor zijn!

Wat is het alternatief? De interessantste aanbeveling van de Raad is gericht aan de opleidingen; die moeten aan een kwaliteitscultuur werken.

De studenten en docenten van de opleiding bepalen de kwaliteit. Laat ze daar open over praten en laat het vastleggen van dit proces in formele evaluaties de verbetering niet in de weg staan.

Ik stel een systeem van interne peer review voor. Iedereen is daarom welkom in mijn colleges; mijn cursus Experimental Quantum Physics begint komende vrijdag.

Ook zal ik zelf een college gaan volgen. Dan kan ik didactisch en inhoudelijk van mijn collega’s leren!

Als bijkomend voordeel kan ik het onderwijs weer als de student ervaren! Ik neem me bij deze voor om zelfs een hele cursus te volgen. Ik zal proberen dat strategisch te doen; ik zal vaak voor het werkcollege spijbelen! Ik durf nog niet te beloven dat ik ook het tentamen zal doen, maar als ik dat doe, zal ik het cijfer hier bekend maken. En als ik het niet durf, zal uw hoongelach mijn deel zijn!

Advertentie