Brede bachelor is te oppervlakkig

Het idee voor een brede bachelor of de mogelijkheid om tijdens het eerste jaar te gluren bij de studies van de buren, leidt volgen Karin Prummel te snel tot oppervlakkigheid.

De kabinetsplannen lijken de universiteiten flink te hebben wakker geschud; onderwijsvernieuwingen vliegen over tafel. Universiteiten willen zich extra profileren en willen hun studenten zo snel mogelijk laten afstuderen. Vooral de Universiteit Utrecht lijkt hier een handje van te hebben en wil graag het beste jongetje van de klas zijn.

Het studierendement moet namelijk omhoog. Het aantal studenten dat in vier jaar zijn/haar bachelor behaalt is 55 procent. Dat is inclusief de studenten die stoppen tijdens het eerste jaar. Het hoogste landelijke gemiddelde. De UU ziet dit de komende jaren graag omhoog schieten naar 65 procent en wil dat onder andere bereiken door ‘de juiste student op de juiste plek’. Vorig jaar, aan het begin van mijn Uraadsjaar, werd ik voor het eerst geconfronteerd met de ‘brede bachelor Life Sciences’, voor vele bestuurders dé oplossing om dit probleem op te lossen.

Klinkt ideaal toch? Studenten die net fris van de middelbare school komen hebben hoogstens een richting in gedachten en kiezen maar wat. Ze schrijven zich bijvoorbeeld in bij Scheikunde, om na een jaar toch te switchen naar Biomedische Wetenschappen. Een jaar studievertraging (dichter bij de boete) en ze doen langer over hun bachelor (rendement omlaag). Door een brede bachelor wordt dit probleem opgelost: studenten beginnen breed en gaan zich gaandeweg specialiseren om uiteindelijk, zonder tijdverlies, een specifiek masterprogramma binnen te rollen, of direct een baan te vinden. Laten we die optie niet vergeten.

Natuurlijk is het niet vanzelfsprekend dat iedereen direct zijn juiste studie vindt, maar ik zou het echter verschrikkelijk hebben gevonden om met zo’n breed programma te beginnen. Ik had genoeg van de oppervlakkigheid van de middelbare school en zocht juist verdieping. In mijn ogen komt dit oppervlakkige weer terug bij een brede bachelor en wordt studeren door grotere groepen studenten weer massaler. Dit jaar is de brede bachelor gelukkig op de achtergrond geraakt, ook al blijven sommige opleidingsdirecteuren de brede bachelor oprakelen als dé succesvolle onderwijsvernieuwing.

Een andere oplossing voor dit ‘probleem’ is een mildere versie van de brede bachelor: een flexibel eerste studiejaar. Studenten volgen op een vaste plek in het curriculum een vak bij een andere opleiding en alle behaalde studiepunten in het eerste jaar tellen mee voor het bsa. Studenten zouden dan nog tijdig kunnen switchen van studie, zonder noemenswaardige studievertraging. Een prachtig initiatief, maar in mijn ogen niet de oplossing voor de grote studie-uitval. In hoeverre zegt een kijkje bij de buren (één vak) iets over de totale studie en zullen opleidingen niet de meest aansprekende onderwerpen uitlichten in dat ene vak?

Het eens over de schutting van je eigen studie kijken kan helpen studenten hun blik te verbreden, maar het helpt misschien een handjevol studenten over de streep om te gaan switchen. Ik denk dat de meeste studenten gebaat zijn bij een goed beeld van de inhoud van de studie en de toekomstperspectieven juist vóór ze beginnen. En dan even een jaartje door de jungle om jezelf tegen te komen om vervolgens de perfecte keuze te maken.

Advertentie