De Twitterterrorist versus de dobberneger

Van studenten mag je verwachten dat ze zich verzetten tegen het populisme van de Twitterterroristen die zich met kille taal keren tegen de vluchtelingen, vindt Elianne Dummer.

Eén beeld zegt soms meer dan duizend woorden, of het nu clichématig is of niet. Dit keer was het een dood jongetje, drie jaar, levenloos liggend in het zand aan de Turkse kust. Hij werd de personificatie van de aanhoudende vluchtelingenproblematiek die momenteel plaatsvindt. Mensen uit onder meer Syrië en Afghanistan proberen Europese landen te bereiken. Zij hopen op een toekomst voor hun kinderen, een leven in vrede, overleven überhaupt.

Er zijn heel wat Nederlanders die dit maar niks vinden. Zo staan de sociale media vol met tweets en posts over de vluchtelingen. Er komen Facebookberichten langs zoals: ''Mooi, 71 dooie gelukszoekers in een vrachtwagen, scheelt weer heel wat uitkeringen!''

Twitterterroristen die mensen net als zijzelf met één muisklik tot 'dobbernegers' degraderen. Deze personen laten buiten beschouwing dat er van alle vluchtelingen maar een klein deel naar Europa komt. En dat zij slechts een miniem percentage vormen van de Europese bevolking is niet zo belangrijk. Want tja, Nederland is nu eenmaal vol.

Het wij-zij denken is evolutionair verklaarbaar en tot op zekere hoogte onvermijdelijk. Maar volgens mij kan men met een beetje ratio wel wat verder denken dan hoe er door sommigen over deze problematiek gepraat wordt. Natuurlijk moet er kritisch gekeken worden naar de toelatingsprocedure en moet er goed worden nagedacht over financiële en praktische zaken. En ik begrijp dat er een verschil is tussen economische en oorlogsvluchtelingen. Maar zulke radicale en kille taal als ik soms om me heen zie, vind ik simpelweg inhumaan.

Van studenten mag je denk ik wel verwachten dat ze iets verder kijken dan hun toetsenbord lang is, en dat ze niet klakkeloos meegaan in puur populisme. Studenten worden bij uitstek opgeleid om zélf na te denken. Dus lijkt het mij logisch dat zij begrijpen dat het niet niks is dat op hetzelfde station in Boedapest als waar deze zomer veel studenten voorbij kwamen richting het festival Sziget, de afgelopen weken honderden wanhopige vluchtelingen stonden. En dat het pijnlijk is dat sommigen zo denigrerend praten over duizenden verdronken mensen, over hele bevolkingsgroepen die in Afrika worden uitgemoord, over verkrachte kinderen.

Gelukkig zijn er intussen al veel mooie initiatieven ontstaan om vluchtelingen te helpen, ook door (Utrechtse) studenten. Deze acties zijn tekenen van betrokkenheid. Maar naast 'doen', is het ook belangrijk om 'te praten' over de situatie en om verbale weerstand te bieden aan hen die hier ongenuanceerd over denken. Ja, iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Maar wat mij betreft is het geen slechte zaak om de dialoog aan te gaan en kortzichtige praat tegengas te bieden. Aan een zwart-witte mening laten zien dat er ook grijs bestaat.

Dus nee, je hoeft niet naar Syrië om knuffels uit te delen en nee, je hoeft geen opiniestuk naar het NRC te sturen. Maar het kan geen kwaad om je stem te laten horen, al praat je op de stoep met de buurman of geef je een reactie op zo'n dobbernegerbericht. Want ook ik of jij had daar kunnen liggen. Levenloos in het zand.

Advertentie