Geef NWO-geld terug aan universiteiten

Veel onderzoekstalenten vissen ondanks goede voorstellen achter net bij onderzoeksorganisatie NWO. De toekenningen zijn volgens Wilma Vollebergh een geldverslindende tombola ontstaan uit wantrouwen. Ze stelt voor het NWO-budget weer terug te geven aan de universiteiten.

Het nieuwe academische jaar is begonnen. De zomer is voorbij. De zomer waarin de uitslagen binnengekomen zijn van verschillende rondes waarin budget wordt toegekend aan jonge wetenschappers. In ons deel van de organisatie – toch allerminst onsuccesvol in de afgelopen jaren – viel deze zomer niet één toekenning. Geen onderzoekstalent, geen Veni, geen Europese subsidie. Naïevelingen denken dan dat onze onderzoekers en voorstellen onvoldoende wetenschappelijke kwaliteit hebben. Maar zij die langer meegaan in dit circuit weten wel beter... Niet voor niets spreekt men – en zeker niet alleen in onze kringen - openlijk over de ‘tombola’ van NWO.

Teleurgesteld liepen onze talenten door de gangen. Hun nationale en internationale prijzen, grote aantallen prestigieuze wetenschappelijke publicaties, innovatieve plannen waren niet genoeg om hen door voorrondes te brengen, of - voor hen die wel tot de ‘finale’ doorgedrongen waren - in de prijzen te laten vallen. Commissies bestaande uit mensen die hen (en ons) bij voorkeur niet kennen hebben hen laten weten dat zij niet goed genoeg zijn, plannen hebben geschreven die onvoldoende beloven, fouten of foutjes hebben gemaakt bij de uitwerking van hun ideeen. De kwaliteit van de reviews waar de commissies zich op baseren haalt het in de verste verten niet bij de kwaliteit van de ingediende plannen, niemand in die commissies weet hoeveel eigen werk er in de beoordeelde plannen heeft gezeten en hoeveel afkomstig is van de supervisoren, meestal mag je blij zijn als er in een commissie één lid zit dat het betreffende vakgebied (al is het maar marginaal) kent, maar desalniettmin weegt het oordeel van de commissies zwaar, is dit zelfs het énige oordeel dat uberhaupt nog meetelt en over carrières van jonge mensen beslist. The Voice of Holland is er niks bij.

Aan ons, hun zogenaamde ‘bazen’, de ondankbare taak om hen te blijven stimuleren en te zorgen dat zij hun zelfvertrouwen niet kwijtraken. Maar hoe doe je dat als je hen ook moet uitleggen dat je best doen, excellent zijn, niet voldoende is om een academische carrière te kunnen starten en dat jij, hun ‘baas’, hier helemaal niets over te zeggen hebt en eigenlijk ook niet kunt uitleggen waarom de één wel en de ander niet scoort? Wij zijn, als zogenaamde ‘leidinggevenden’, net zo machteloos als zij. Ooit stond de titel ‘professor’ voor wetenschappelijk leiderschap, maar als hoogleraar heb je nu niets meer te vertellen. Alle beleidsruimte is bij ons weggenomen, en dus moeten wij ál onze budgetten voor wetenschappelijk onderzoek in dit soort rondes weten te verwerven. Geldverslindende rondes. Met de hoeveelheid geld die verloren gaat in investeringen in niet gehonoreerde onderzoeksvoorstellen (70-95 procent van het totaal!), in commissiewerk, in ondersteuning van commissies et cetera, zou je de toegekende prijzen met minstens 50 procent kunnen doen toenemen.

De enige, maar dan ook de enige reden om dit zo te doen, is dat ‘men’ er geen vertrouwen in heeft dat wij als onderzoekers aan universiteiten ons budget zelf aan de beste student, de beste aio, de beste post-doc, de beste jonge onderzoeker zouden geven. Ik heb nooit begrepen waarom dit zo vanzelfsprekend zou zijn. Niemand van ons heeft er immers belang bij om dat niet te doen. Dit wantrouwen noemen we ‘onafhankelijkheid’. We denken dat we ‘onafhankelijkheid’ creëren door de besluiten te laten nemen door mensen die ons, en onze jonge talenten, liefst zo min mogelijk kennen. Er is geen maatschappelijke sector waar de experts zelf zo weinig te zeggen hebben over de investeringen in hun eigen vakgebieden als de universiteiten.

Ik zie maar één oplossing: minstens de helft van het budget dat NWO verdeelt, moet terug naar de universiteiten, en daar verdeeld worden op basis van heel wat beter te beargumenteren besluiten. Niet op centraal (lees: universitair) niveau, nee, op het niveau van de onderzoeksprogramma’s, zodat de onderzoekers samen weer vorm kunnen geven aan hun talentbeleid en regelmatig hun beste RM-student, hun beste aio’, hun beste post-doc het juiste zetje in de rug kunnen geven. Willekeur? Natuurlijk, zal ook dan voorkomen, maar die zal niet te vergelijken zijn met de willekeur die we via de rondes van NWO op dit moment in stand aan het houden zijn.

Advertentie