Het einde der tijden

De voorspelling van de Maya’s dat het einde der tijden in zicht is, moet je volgens Milieuwetenschapper Klaas van Egmond niet al te letterlijk nemen. Het is een theorie over exponentiële ontwikkeling van de aarde.

Een collegezaal met eerstejaarsstudenten is altijd weer indrukwekkend, in ieder geval voor een hoogleraar milieukunde. Een kleine honderd jonge, energieke, onbevangen en intelligente mensen gaan in de komende college-uren te horen krijgen welke problemen ze de komende vijftig jaar allemaal moeten oplossen op het gebied van bevolkingsgroei, klimaatverandering, water- en voedselvoorziening, economische en sociale ontwikkeling. De modelberekeningen van de vorige generatie zijn de werkelijkheid van de volgende. En dit jaar komen daar ook nog eens die verhalen bij dat in december van dit jaar de zogenaamde Maya-kalender afloopt en de Hollywood rampenfilms hebben dat in geïnterpreteerd als het einde der tijden. Ben je net met je studie begonnen en dan kan je er alweer mee ophouden. Onzin natuurlijk, roepen verlichte wetenschappers: al die oude culturen, ook die van de Maya’s in Midden Amerika waren nog heel primitief toen ze in de 16e eeuw door de Spanjaarden werden uitgeroeid; wij weten inmiddels bijna alles en zij wisten bijna niets.

Maar wie aan dat schijnbaar wetenschappelijke ogende vooroordeel weet te ontkomen, ziet toch iets meer. Die Maya’s hadden in de jungle van Midden Amerika piramides gebouwd van steeds negen verdiepingen. Die verdiepingen stelden de grote, elkaar overlappende perioden van de aardegeschiedenis voor. Volgens hun kalender zouden al die negen perioden in december van 2012 gelijktijdig aflopen. Te dien tijde zouden de aarde, de zon en het centrum van de Melkweg na duizenden jaren precies op één lijn staan. De betekenis daarvan is nogal betrekkelijk omdat aarde, zon en Melkwegcentrum nou eenmaal elk jaar met Kerst bijna op één lijn staan. Interessanter is dat die negen perioden volgens de Maya’s een tijdsduur zouden hebben van 13 x 20n jaar, waarbij n loopt van +7 naar -1. De eerste periode duurde dus 13 x 207 jaar en dat is de ruim 16 miljard jaar sinds de oerknal.

In die lange periode, waarin de aarde pas zo’n 4.5 miljard jaar geleden ontstond, ontwikkelden zich uiteindelijk eencellige organismen. De volgende periode was 20 keer zo kort, duurde ‘slechts’ 13 x 206 jaar en begon dus 830 miljoen jaar geleden. In die kortere periode ontwikkelden zich de hogere dieren en in de volgende, steeds kortere perioden verschenen de eerste apen en de eerste mensen. De door de Maya’s aangegeven, steeds korter durende perioden lijken de achtereenvolgende stadia van de evolutie weer te geven. Daarbij gaat de ontwikkeling steeds sneller en verschijnt de mens pas op het laatste ogenblik. Maar ook voor de meer recente geschiedenis lijken de Maya’s een punt te hebben. Als n=2, dan hebben we het over de periode die 13 x 202 = ruim 5000 jaar geleden begon.

Dat valt samen met het markante moment waarop over de gehele wereld in zeer korte tijd plotseling hoog ontwikkelde culturen opkwamen, onder andere in Egypte. Als n=1, dan gaat het over de afgelopen 260 jaar die we dankzij de uitvinding van de stoommachine rond 1750 kennen als de industriële revolutie. Ook dan treedt er in de maatschappelijke ontwikkeling een enorme versnelling op. Voor n=0, doet zich zo’n 13 jaar geleden, in 1999, opnieuw een versnelling met een factor 20 voor wanneer het internet wereldwijd doorbreekt. De laatste stap in de redenering van de Maya’s is die waarvoor n= -1 en dan gaat het over de laatste 7 maanden van dit jaar. In die periode lijkt het de financiële crisis te zijn die de maatschappelijke ontwikkeling opnieuw in een duizelingwekkende stroomversnelling brengt, die niemand meer kan bijhouden.

De Maya’s zagen de evolutionaire ontwikkeling van de aarde blijkbaar als een zich voortdurend versnellend proces van exponentiële groei; er komt steeds eenzelfde percentage bij en naarmate er meer is, komt er in absolute zin dus steeds meer bij. Zoals een echte ‘theorie’ betaamt, hebben ze lang geleden voorspellingen gedaan, die we nu achteraf kunnen verifiëren. Ontegenzeglijk markeren hun tijdvakken belangrijke perioden in de recente geschiedenis, zoals de industriële en de informatica- revolutie. Het voorspelde exponentiële verloop komt milieuwetenschappers en economen bekend voor. Sinds het begin van de industriële revolutie volgen alle variabelen in de westerse maatschappij zo’n exponentieel groeipad, of het nu gaat om de bevolking, het energie- en grondstoffengebruik, de druk op het milieu of de hoeveelheid geld. In die zin kijken wij nu naar de laatste fasen van de door de Maya’s beschreven exponentiële ontwikkeling sinds het ontstaan van de aarde. Het begon allemaal heel langzaam en het gaat nu steeds sneller en sneller. Daarbij naderen we het moment waarop de snelheid van de ontwikkeling door niemand meer kan worden bijgehouden. Het is alsof we de geluidsnelheid naderen, een barrière die niet zonder slag of stoot te passeren valt.

Natuurlijk zal de wereld niet vergaan in december van dit jaar; dat hebben die Maya’s zelf ook nooit beweerd. Maar het ziet er wel naar uit dat we in de laatste spannende fase van een hele lange, zichzelf versnellende ontwikkeling zitten, waarbij de wereld uiteindelijk tot één samenhangend geheel is geworden. Daarmee begint een nieuwe ontwikkeling met net zo veel kansen als bedreigingen.

Die eerstejaarsstudenten zijn jong, energiek, onbevangen en intelligent genoeg om die bedreigingen aan te pakken. Maar één ding is zeker; zowel vanuit het perspectief van de Maya’s als dat van de huidige wetenschap leven ze in de meest interessante tijd sinds de oerknal.  

Advertentie