Reuring rond Wetenschapsvisie 2025

De toekenning van wetenschappelijke subsidies wordt nu al vaak als een rad van fortuin ervaren. Mariëtte van den Hoven vreest dat de onderzoeksaanvraag met de nieuwe wetenschapsvisie helemaal tot het niveau spelshow zal afzakken.

De Utrechtse historicus Maarten Prak vond het kennelijk genoeg. De nieuwste plannen van de overheid om de organisatie van NWO te kantelen hebben hem tot het uiterste getergd en hij heeft het afgelopen weekend een mail gestuurd naar alle collega’s van Geesteswetenschappen.

Professor Prak is niet de eerste de beste. Bovendien is hij lid van het gebiedsbestuur Geesteswetenschappen bij NWO. Ook de KNAW draait er niet omheen. De voorgestelde nieuwe bestuursstructuur is een ‘waterhoofd (dat) zou kunnen leiden tot bureaucratie en rigiditeit waarbij kortetermijnbelangen domineren.

NWO moet een organisatie voor en bestuurd door onderzoekers blijven. Ferme taal. Terwijl de media zich vooral concentreren op de misstappen van enkele wetenschappers, worstelt het gros van hen zich vandaag de dag door allerlei voorrondes bij onderzoeksprogramma’s heen.

De ontwikkelingen gaan hard. Waar je nog niet zo lang geleden nog geld voor full time aio’s kon krijgen, zijn sommige programma’s zo kortlopend dat je binnen achttien maanden resultaten moet kunnen laten zien, en het liefst deze ook nog geïmplementeerd moet hebben.

Geldbronnen en looptijden domineren de onderzoeksprogramma’s. Invloed van maatschappelijke organisaties of bedrijven neemt ook toe: door matching te eisen voor een bepaald percentage werp je een drempel op voor onderzoeksgroepen die nauwelijks samenwerkingspartners hebben die iets op dit terrein te bieden hebben.

Groepen die strategisch goed weten te opereren of groepen die logischerwijs de aandacht van geïnteresseerde derden gemakkelijk weten te trekken, hebben daarmee een voorsprong.

Tot nog toe hadden we ‘gelukkig’ nog de vrije competitie en de Veni,vidi,vici, maar de kans op honorering is niet groot. Als disciplinaire gebieden worden opgeheven en de wetenschapsagenda meer dan ooit door maatschappelijke thema’s wordt bepaald, is voorspelbaar dat bepaalde wetenschapsgebieden daar wel heel erg onder zullen gaan lijden. Zeker als er geen stuiver bij komt, iets wat wel noodzakelijk is als je tot de top wilt behoren.

De reuring is dan ook niet voor niets. Waar wetenschappelijke subsidies nu al vaak als een rad van fortuin worden ervaren – je hebt excellente reviews, een geweldig interview maar krijgt toch geen financiering - zal straks wellicht als The science of Holland of Het beste idee van Nederland in een één-minuut presentatie in een garagebox mogen worden aangediend, waarbij achtergrond, expertise en innovatie slechts gemeten worden tegen de lat ‘is dit verkoopbaar?’

Hoewel ik het niet vanzelfsprekend vind dat wetenschappers zichzelf dienen te besturen (de universitaire bestuurslagen laten vooral bij kleine groepen nog wel eens bestuurlijke onmacht zien wanneer een hoogleraar toch geen manager blijkt te zijn), kan ik het in dit geval slechts met Maarten Prak en de KNAW eens zijn.

Wie dicht bij het vuur zit, ziet welke vragen opdoemen en nader onderzoek verdienen. Wie onderzoeker is, weet ook wat daarvoor nodig is. Bijvoorbeeld tijd. Wie geen zitvlees meer mag ontwikkelen en op zijn handen durft te zitten totdat onderzoek rijp genoeg wordt voor het grote publiek dreigt te vervallen tot het niveau spelshow.

Wie wetenschappelijk onderzoek speelbal maakt van korte termijnagenda’s boet dus in in kwaliteit; de vraag is of onze kenniseconomie zich dat kan permitteren. Daarom, geeft allen gehoor aan de oproep van de KNAW en reageer zelf op de wetenschapsvisie 2025 via podium.knaw.nl

Advertentie