Studenten worden dubbel gepakt

Het cynisme druipt af van de manier waarop het nieuwe leenstelsel wordt geframed, zegt Bald de Vries. De student is het slachtoffer en dit heeft gevolgen voor de cultuur, kwaliteit en reikwijdte van het hoger onderwijs.

Wie betaalt voor wat, hoeveel en wanneer? Dit lijkt me de fundamentele vraag die centraal stond in het debat over de financiering van het hoger onderwijs. De kogel is door de Kerk. Het debat is beslist in het voordeel van de ‘werkende burger’. De kosten voor het kunnen en mogen studeren vallen niet langer alleen op het bordje van de werkende belastingbetaler, maar zijn nu ook voor rekening van de studerende burger – de toekomstige belastingbetaler, zeg maar.

De politieke beslissing past in een lang rijtje van beslissingen die de financiering van hoger onderwijs én onderzoek radicaal veranderen. Onder het mom van verzakelijking, eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid past de financiering in het neoliberale model van marktdenken en een terugtredende overheid. Ieder voor zich en de markt voor ons allen.

De student is het slachtoffer en dit heeft op de lange termijn, ook gevolgen voor de cultuur, kwaliteit en reikwijdte van het hoger onderwijs en de innovatieve en kritische kracht van de maatschappij als geheel.

Maar laat ik me richten op de student. Het cynisme druipt af van de manier waarop de stelselverandering geframed wordt. In het debat van de afgelopen tijd werd voor de hervorming van de studiefinanciering de term sociaal leenstelsel gebruikt.

In zekere zin past deze term bij het nieuwe model: studenten lenen om hun studie te bekostigen en doen dat tegen een redelijk (niet-marktconform) tarief met een soepele terugbetalingsregeling. De beurs blijft behouden voor studenten met onbemiddelde ouders of waarvan de ouders niet bekend zijn. Dat maakt het leenstelsel sociaal. Maar het blijft een lening.

Blijkbaar is de term ‘sociaal leenstelsel’ te beladen en wordt het stelsel nu gepresenteerd met het label ‘studievoorschot’, een term oorspronkelijk uit de koker van DWARS (de jongeren van GroenLinks, die er wat anders mee bedoelden (klik: hier).

Het mag dan sociaal zijn en waarborgen bevatten voor diegenen die het financieel niet zelf kunnen opbrengen, maar het einde van het verhaal is dat studenten moeten lenen en een nog hogere studieschuld opbouwen die zij tijdens hun werkzame leven weer moeten afbouwen of inlossen, boven op de inkomstenbelasting. De toekomstige generatie ‘hardwerkende Nederlanders’ (Rutte dixit) wordt zo dubbel gepakt. Het blijft een lening.

De hervorming betreft een groep burgers die geen stemrecht hebben (18-minners), te diffuus zijn om zich goed te organiseren en geen vuist hebben kunnen maken tegen deze regeling. De huidige generatie studenten staat al vanuit allerlei andere hoeken onder vuur en hebben geen direct belang bij een protest.

Maar de hervormingen houden hier niet op. De volgende stap is de verhoging van het collegegeld. Daarnaast staat de ‘langstudeerboete’ ongetwijfeld nog op de agenda en zullen de masteropleidingen waarschijnlijk geheel door de student bekostigd moeten gaan worden.

De belofte dat het ‘uitgespaarde’ geld (en de mogelijke winst op de rente) in het hoger onderwijs terugvloeit is politiek opportunisme want harde garanties zijn er niet. Het is maar afwachten. Een ding is duidelijk: deze economische hervorming zal leiden tot een culturele hervorming en ik denk niet dat die ten goede komt aan kritisch en innovatief burgerschap. Hebben we daar niet juist een schreeuwende behoefte aan?

Advertentie