analyse

Een echte Utrechtse facelift

Er is na maanden een compromis over het nieuwe model faculteitsreglement. Daarmee stak de Universiteitsraad een stokje voor de rigoureuze schoonheidsbehandeling die het college van bestuur graag had willen uitvoeren.

Met de aanvaarding door de Universiteitsraad van het veel bediscussieerde model faculteitsreglement is deze week een grote hobbel genomen op de weg naar een nieuw uiterlijk van de Universiteit Utrecht. Die term is hier niet toevallig gekozen, want de transformatie die de UU onder de straffe leiding van collegevoorzitter Yvonne van Rooy ondergaat, heeft wel wat weg van een facelift, waarbij plooien worden rechtgetrokken en vreemde pukkels en andere uitstulpingen rigoureus worden weggesneden.

Vertaald naar het universiteitsbestuur impliceert die facelift dat de bonte verzameling faculteiten en faculteitjes van weleer, elk met hun eigen onnavolgbare interne organisatie, heeft plaats gemaakt voor zeven kloeke faculteiten. Die zijn op hun beurt weer redelijk overzichtelijk onderverdeeld in ongeveer even grote departementen. En in plaats van een wirwar van diensten en dienstjes kent de UU binnenkort een beperkt aantal universiteitsbrede servicecentra, die in een klant-opdrachtgeverrelatie met het college van bestuur en de faculteiten voor de ondersteuning van onderwijs en onderzoek zorgen.

De uitgangspunten van deze operatie, die in 2002 onder de naam Bestuurlijke Vernieuwing van start ging, zijn van meet af aan door vrijwel alle betrokkenen omarmd. Unaniem was men van mening dat de decentralisatie in de jaren negentig te ver was doorgeschoten en dat een facelift in dat opzicht bepaald geen kwaad kon. Minder overeenstemming bestond er over de vraag hoe ver die schoonheidsbehandeling moest gaan. Moesten de plooien volledig worden gladgestreken, of konden wat rimpels en een enkele tache de beautŽ nog door de beugel?

Het was die vraag, waarover de Universiteitsraad en het college van bestuur de afgelopen maanden langdurig met elkaar in de clinch lagen. Omwille van de bestuurlijke slagvaardigheid wilde collegevoorzitter Van Rooy naast het college van bestuur en de zeven faculteitsdecanen onder geen beding een derde bestuurslaag accepteren van vakdecanen met eigen bevoegdheden op het gebied van onderwijs en onderzoek. Alles goed en wel vond de Universiteitsraad, maar je kunt een facelift ook te ver doorvoeren. Zeker in een giga-organisatie als de Btafaculteit met zulke uiteenlopende disciplines als farmacie en informatica, is domweg behoefte aan een zekere mate van autonomie van de verschillende onderdelen.

Na uitputtend overleg werd deze week in het model faculteitsreglement een formulering opgenomen die beide standpunten recht doet. Formeel hebben de vakdecanen straks geen zeggenschap meer over het onderwijs en onderzoek in hun departement, maar de facto zal daarover niet zonder hun instemming kunnen worden beslist. Een mooi en echt Utrechts compromis, was het oordeel van alle betrokkenen.