'De tijd dat je proefschrift je levenswerk moet zijn is echt voorbij'

'De tijd dat je proefschrift je levenswerk moet zijn is echtvoorbij'

Universiteiten, bonden en overheid bakkeleien alsinds begin dit jaar over de uitkeringen van promovendi. Maar allepartijen zijn het over een ding eens: een aio mag in de toekomstniet langer dan vier jaar over het promotietraject doen. Maar datwas toch al de afspraak? En waarom lukt dat dan niet?

Arja Firet is een van de aio's die afgelopen januari bij deuitkeringsinstantie USZO voor een gesloten deur kwamen te staan.Een verrassende wending in het uitkeringsregime liet promovendi enuniversiteiten 'stupefait'. De praktijk waarin promovendi metwachtgeld hun proefschrift voltooiden werd niet langer gedoogd. "Ikwist niet wat ik hoorde."

Firet, verbonden aan het Onderzoekinstituut Geschiedenis enCultuur, denkt nog minstens een jaar nodig te hebben voor hetafronden van haar proefschrift over 'Fantaisie', columnachtigeverhaaltjes die in de negentiende eeuw in de Franse persverschenen. "Mijn grootste pech is geweest dat ik een ernstige vormvan RSI kreeg. Daarmee heb ik lange tijd in de ziektewet gezeten,maar daarna kon ik door die arm nog steeds niet het werktempoaanhouden dat ik graag wilde."

De promovenda is echter realistisch genoeg om te beamen dat ookzonder haar ziekte haar proefschrift langer dan vier jaar in beslaghad genomen. "Natuurlijk was die gedoogpraktijk niet goed, maar alsje bedenkt dat van de aio's maar tien procent in vier jaar klaar isdan zegt dat genoeg. Ik denk dat aan de begeleiding van aio's nogveel te verbeteren valt. Het zijn weliswaar bijna altijd goedestudenten geweest, maar geen enkele aio heeft ooit een boekgeschreven. Aan het begin denken ze meestal dat dat gewoon vierkeer een scriptie is. En als dan de eerste problemen komen durvenze niet meteen aan de bel te gaan hangen."

Pas de deux

Volgens prof.dr. Wiel Hoekstra, voorzitter van deAdviescommissie Kwaliteit Personeelsbeleid (ACKP), is de vaakmoeizame relatie tussen aio en promotor een van de oorzaken voor desoms trage voortgang van het aio-onderzoek. "Arie de Ruijter,directeur van de onderzoekschool CERES, heeft dat ooit 'eenproblematische 'pas de deux' genoemd. Bij aanvang van het projectis de aio blij met zijn nieuwe werk en de promotor tevreden dat eriemand is om zijn onderzoeksideeen te verwezenlijken. In dieeuforie durft de een niet uit te spreken wat er niet zo goed gaat,uit angst afbreuk te doen aan het enthousiasme van de ander."

Omdat er in het huidige systeem, naar de mening van Hoekstra "teweinig gedwongen communicatie is", pleit hij ervoor dat bij destart van elk promotietraject een goed geschreven onderzoeks- enbegeleidingsplan wordt ingeleverd. Dat plan zou onder meerduidelijkheid moeten geven over de eindverantwoordelijkheid en degarantie van een deugdelijke begeleiding. Ook zou al in het planmoeten worden aangegeven wie de belangrijkste leden van debeoordelingscommissie van het proefschrift zullen zijn. "Het lijktmij goed dat een buitenstaander af en toe kan intervenieren tussenaio en promotor en problemen signaleren en benoemen."

Het ACPK-voorstel werd door het college van bestuur vermeld inde voorstellen voor een aanscherping van het promovendibeleid dieeind vorige maand werden gepresenteerd. Tim Schwanen, aio bijRuimtelijke Wetenschappen en voorzitter van de Belangenverenigingvoor Aio's en Oio's Utrecht (BAU), is blij met verdergaande formeleafspraken over de begeleiding, maar denkt dat er meer nodig is omaio's binnen vier jaar te laten promoveren: een cultuuromslag.

"De tijd dat je proefschrift je levenswerk moet zijn is echtvoorbij. In de ogen van de oudere generatie is dat misschien eendevaluatie, maar een proefschrift is in de eerste plaats een proevevan academische bekwaamheid die toegang geeft tot de academischewereld. Dan moet je als promotor, hoe goed bedoeld vaak ook, nietmeer eisen dan redelijk is."

Volgens professor Hoekstra is men er in de beta-hoek al langervan doordrongen dat een proefschrift geen levenswerk is. Toch is ervolgens hem een probleem. De prestatiedruk op aio's wordt nogsteeds opgevoerd. "De output- en citatiemetingen laten zich geldenbij onderzoeksgroepen. Aio's worden als een belangrijk onderdeelvan dat productieproces gezien. En die druk voelen ze. In feitehebben we mensen die iets moeten leren in een situatie gedruktwaarin ze vooral moeten presteren. Die situatie levert prachtigeproefschriften op. Maar vaak ten koste van het werkplezier. En dievier jaar halen ze niet. We zullen promotoren moeten vragen minderkwantitatieve, en misschien ook wel minder kwalitatieve eisen testellen aan een proefschrift."

Verbreding

Maar er zijn natuurlijk ook triviale oorzaken voor deoverschrijding van de termijn van vier jaar. Schwanen: "Laboratoriazijn niet meer beschikbaar, computers lopen in de soep, deenquete-respons is te laag. Bovendien worden aio's vaak ingezetvoor andere taken, bijvoorbeeld onderwijs of derde geldstroomonderzoek. Overigens vinden aio's dat meestal wel leuk. Het geeftook een frisse kijk en is dus niet alleen maar negatief."

Firet: "Ik vind het geven van onderwijs, het houden vanpresentaties tijdens conferenties, etcetera, nu juist de krenten inde pap. Bovendien is die verruiming van het blikveld niet onlogischals je bedenkt dat mijn faculteit mij weinig perspectief op eenbaan als onderzoeker kan bieden."

Omdat niet alle promovendi een carriere als onderzoeker wensenen voor anderen een dergelijke loopbaan door externe redenen nietlijkt weggelegd, is in de voorgestelde aanscherping van hetpromovendibeleid de verbreding van de aio-opleiding ook alsaandachtspunt aangevoerd. Zeer tegen de zin van de voorzitter ACKPHoekstra: "Het is toch heel inconsequent allerlei nieuwe elementenin een opleiding onder te brengen, wanneer je nu juist de omvangdaarvan wilt beperken? Ik denk dat we een aio tegen zichzelf moetenbeschermen. Niet dat ik een voorstander ben van onderzoek op devierkante millimeter, maar aio's worden nu eenmaal opgeleid totonderzoeker. Als je twijfelt aan een loopbaan als wetenschappermoet je stoppen. Bovendien organiseren de meeste onderzoekscholennaar mijn mening genoeg master-classes, aio-dagen en andere zakendie een brede blik waarborgen."

De uitkomst van de huidige uitkeringsperikelen is nog niethelemaal bekend. De USZO is enigszins teruggekeerd op haarschreden. Doorwerken aan een proefschrift betekent niet automatischhet stopzetten van de uitkering. Toch denkt Tim Schwanen datfaculteiten er in de toekomst veel strenger op zullen toezien dataio's niet langer dan vier jaar aan het werk zijn. Zeker nu deuniversiteit hen heeft gevraagd de aanstellingen van aio's die nogniet klaar zijn te verlengen.

"De praktijk was toch vaak dat mensen vier jaar gegevensverzamelden en dan pas alles op papier zetten. Als faculteiten echtmoeten gaan opdraaien voor de extra maanden die een aio nodig heeftdan zal hooguit drie jaar of misschien een half jaar langeronderzoek verricht mogen worden, zodat het verhaal binnen vier jaarbij de leescommissie ligt. Als een aio buiten zijn schuld eenaantal maanden langer nodig heeft dan zal dat waarschijnlijkbetekenen dat een promotor of onderzoeksgroep voor die periode geennieuwe aio mag aanstellen."

Ook Hoekstra voorziet een dergelijke ontwikkeling. "Natuurlijkzal een faculteit in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld wanneer eenopzienbarende publicatie te verwachten is, een aanstelling metliefde verlengen. Maar als de aio niet op tijd klaar is door eenfalende begeleiding of te hoge ambities van een promotor dan komtdat als een boomerang terug bij zijn of haar onderzoeksgroep.Sommigen zullen zeggen dat we daarmee onze concurrentiepositieverzwakken, maar ik betwijfel of andere universiteiten het andersaan gaan pakken."

Arja Firet heeft inmiddels al vier maanden geen inkomenontvangen. Zij leeft nog steeds op de zak van haar vriend, ironischgenoeg een aio met wachtgeldinkomen. Hij had geluk. Hij was al doorzijn vier jaar heen voordat het uitkeringsregime per 1 januariveranderde. De faculteit Letteren heeft Firet mondeling eenregeling in het vooruitzicht gesteld. "Maar door al dit gedoe hebik weer minstens twee maanden verloren."

Xander Bronkhorst