Een goede bobo kent zijn beperkingen: 'Je weet dat je een jungle binnenstapt'

Een goede bobo kent zijn beperkingen: 'Je weet dat je eenjungle binnenstapt'

In het groene boekje komt het woord niet voor, maar een bobo iseen sportbestuurder. Ook onze kroonprins wordt tegenwoordig in dekranten omschreven als bobo. En dat terwijl het woord volgens deVan Dale 'sufferd' betekent in het Sranantongo; 'later wordt heteen spottende benaming voor een belangrijk in blauwe blazer gekleedbestuurslid'. De bobo werd landelijk bekend toen Gullit zichtijdens het EK in 1988 openlijk blauw ergerde aan de feestendesportbestuurders.

De bekendste bobo binnen de universiteit is waarschijnlijk AndreBolhuis. Bolhuis, werkzaam bij tandheelkunde, was zelf tophockeyer.Hij is nu voorzitter van de hockeybond. In Barcelona en Atlanta washij chef de mission van de Olympische ploeg. Een van Bolhuis'voorgangers was farmacoloog Tjeerd Wimersma Greidanus. WimersmaGreidanus ziet terug op een bijzonder geslaagde carrire alssportbestuurder. Hij is op dit moment alleen nog voorzitter van hetNederlands Centrum voor Dopingvraagstukken. De voormalige roeierwas al bobo op de Spelen in 1968. In 1984 mocht hij als chef demission de Olympische ploeg leiden.

In het veel minder studentikoze dammen is de cultureelantropoloog Wouter van Beek actief. Van Beek was in zijn jeugd eenverdienstelijk dammer en schopte het tot voorzitter van dewerelddambond. Van Beek kwam de afgelopen maand in het nieuws omdathij het slachtoffer werd van een heus Russisch complot. Terwijl hijzelf de begrafenis van zijn schoonvader bezocht, werd hij alsvoorzitter weggestemd met behulp van landen die door de Russenopgetrommeld waren. Met steun van de andere bestuursleden wist VanBeek de aanvallen af te slaan. Hij is nu even demissionair, maarblijft waarschijnlijk aan.

Hun beweegredenen lopen niet erg uiteen. "Op een goed momentword je te oud om zelf actief te zijn en dan ga je coachen ofbesturen", zegt Wimersma Greidanus. "Je wordt gevraagd omdat jekennis van zaken hebt en bestuurlijke ervaring. En als je vansporten houdt is alles leuk wat met sport te maken heeft." VanBeek: "Je speelt zelf graag en je wilt iets terug doen." Van Beekis Afrikanist met als specialisatie West Afrika. Hij rolde via deorganisatie van een WK in Mali de internationale bond binnen.

Jungle

De avonturen van topbobo's als Huibregtsen bij het NOC*NSF enStaatsen bij de KNVB maakten duidelijk dat een sportbestuurderbehoorlijk afgebrand kan worden. Het dammen staat minder in deschijnwerpers, maar ook Van Beek wordt op dit moment geconfronteerdmet de keerzijde van de medaille. "Je weet dat je alsinternationaal sportbestuurder een jungle binnenstapt. Het is eenpolitieke functie. Je wordt nauwelijks gewaardeerd voor wat je goeddoet, maar wel afgerekend op wat je verkeerd doet." Toch geloofthij niet dat het bestuurswerk hem schade toebrengt. "Tot nu toeheeft het besturen en reizen een positieve invloed gehad op mijnwerk."

Wimersma Greidanus heeft geen negatieve ervaringen. "Het kannatuurlijk buiten je schuld een keer verkeerd gaan, maar ik denkdat de meeste mensen het aan zichzelf te wijten hebben. Je moet jebeperkingen kennen. Je moet het gebied dat je gaat besturen vanhaver tot gort kennen en je moet het vertrouwen hebben van demensen in die bond. Als je een functie aanneemt uit pure ambitie,loop je een vlotte kans dat het misgaat."

Volgens Wimersma Greidanus is er ook een belangrijk onderscheidtussen de amateur- en profsport. Hoe belangrijker het geld, hoegroter de risico's voor de bobo. Geld was inderdaad de oorzaak vande moeilijkheden van Van Beek. De Oost-Europese dammers verwachten,naar voorbeeld van de internationale schaakbond, een voorzitter dievoor een zak geld zorgt en het noodlijdende dammen uit de brandhelpt. Tijdens het laatste wereldkampioenschap was er niet eensprijzengeld. "Zo'n type president ben ik niet. Ik heb daar hetsalaris en de positie niet voor", zegt hij zelf. "Als er iemandlangskomt met een miljoen dollar voor het dammen, ben ik weg". VanBeek kijkt meer naar de lange duur. Hij heeft het dammen inmiddelsals sport aanvaard gekregen bij de internationale sportkoepel enhij werkt nu hard aan een erkenning door het IOC. Dat ziet hij alshet voornaamste doel van zijn voorzitterschap.

VIP-Vak

De belasting van het bobowerk is zwaar en de waardering is heelwisselend. "Ik heb veel vrienden aan de sport overgehouden", zegtWimersma Greidanus die jarenlang al zijn vakantiedagen opofferde.Maar een scheiding tussen de bestuurder en de sportet was ervolgens hem wel. "In mijn tijd noemden ze ons de blauwe blazers. Ikheb er altijd voor gezorgd dat ik een vertrouwensman was voor mijnsporters. Ik ging ook tussen de sporters op de tribune zitten enniet in het VIP-vak." Volgens Van Beek, die ook al vijf jaar nietop vakantie is geweest, is de tegenstelling tussen sporters enbestuurders fundamenteel. De speler heeft maar een belang en dat iszijn eigenbelang. Bovendien slagen de bobo's er onvoldoende in omde spelers duidelijk te maken wat ze nou eigenlijk doen, vindt VanBeek.

Jurgen Swart