Europese beurs voor historica Tine de Moor

Tine de Moor (1975) gaat met de Europese subsidie de relatie onderzoeken tussen de economische ontwikkeling in het vroegmoderne Europa en de vorming van instituties gericht op economische samenwerking, zoals gilden. De Belgische historica wil met name weten in hoeverre de veranderingen in demografie en gezinssamenstelling in West-Europa hebben bijgedragen aan het ontstaan van deze instituties.

Een volgende vraag is in hoeverre deze instituties op hun beurt weer hebben bijgedragen aan de economische ontwikkelingen in West-Europa. Is het ontstaan van deze instituties en de rol die zij in het maatschappelijk verkeer speelden, wellicht de reden dat de Industriële Revolutie juist in Europa plaatsvond en niet elders in de wereld, aldus de vraag van De Moor, die in 2006 met Jan Luiten van Zanden het boek ‘Vrouwen en de geboorte van het kapitalisme’ publiceerde.

Zoals het Ublad op 10 juli meldde, ontvingen ook de UMC-onderzoekers Madelon Maurice en Geert Kops in de huidige ronde een ERC Starting Independent Researcher Grant. Deze betrekkelijk nieuwe subsidievorm met een maximum van twee miljoen euro is bedoeld voor jonge onderzoekers die twee tot negen jaar geleden gepromoveerd zijn en die hun potentieel hebben getoond om leiders te worden in hun vakgebied. Volgens een Brusselse woordvoerder hebben nog niet alle domeinen de toekenningen bekend gemaakt. Later dit jaar volgt een overzicht van alle winnaars.

EH