Joannes Stalpart: een missionaris in eigen land

met uw' wellust

die al te ras vergaet

Aldus de heilige Lutgard in het aan haar gewijde heiligenlieduit de in 1634 verschenen bundel 'Gulde-Iaers Feest-dagen' van deDelftse priester Joannes Stalpart. Aan die liederenbundel, de meestvolledige en systematische in zijn soort, heeft historicus Charlesvan Leeuwen een fraai gellustreerd proefschrift gewijd, waarop hijvrijdag 11 mei in Utrecht promoveert.

Als de liederenbundel verschijnt heeft de reformatie zich stevigin de Nederlanden gevestigd. De katholieken zijn in de verdediginggedrongen en moeten hun diensten houden in huiskamers of pakhuizen,wat een openbare verering van heiligen en hun relikwien vrijwelonmogelijk maakt. Een van de weinige alternatieven vormt het lied,dat geen sporen nalaat en overal gezongen kan worden. Vandaar datStalpart besluit om voor de onder zijn hoede staande zusters vanhet Delftse Bagijnhof een liederenbundel samen te stellen metdaarin bijna 550 aan het leven van heiligen gewijde liederen.

Van Leeuwen maakt in zijn proefschrift een uitgebreide analysevan de teksten. Hij laat zien hoe de auteur de belangrijkstethema's van zijn tijd (de strijd tussen de kerken, de oorlog met deSpaanse bezetter) in de liederen verwerkt, maar hij legt vooral denadruk op het feit dat Stalpart met zijn heiligenliederen als hetware een vertaling heeft willen geven van de officiele leer van dekerk van Rome voor Nederlandse katholieken. In die zin beschouwt dezelf aan het Bagijnhof geboren promovendus de Delftse priester alseen missionaris in eigen land.

Hij gebruikte de verhalen van heiligen en dan met name van detalloze martelaren die voor hun geloof zijn gestorven als het wareals instrument om de katholieken in zijn omgeving een hart onder deriem te steken. De liederen moesten de gelovigen duidelijk makendat zij niet hoefden te wanhopen. Door vast te houden aan het enigware geloof en de door Stalpart geschetste modellen van heiligheidna te volgen, zouden ook zij de genade van hun grote voorbeeldendeelachtig kunnen worden, was de boodschap.

EH