Overspel? Een jaar vasten en geen seks

Te hard rijden? Honderd gulden boete. Door rood?Tweehonderd piek. In onze huidige maatschappij weet justitiehaarfijn welke boete bij welke overtreding hoort. In deMiddeleeuwen inde de Kerk de boetes. De boete voor een zonde werdbepaald aan de hand van 'boeteboeken'.

"De Middeleeuwer meende dat de meeste zonden voortkwamen uitteveel eten en drinken", vertelt universitair onderzoeker RobMeens. "Stel, je had overspel gepleegd, dan kon de straf zijn eenjaar vasten waarbij je ook moest afzien van seksueel verkeer. Nietdat de priester dat zelf ter plaatse verzon. Nee, hij kon datsimpelweg opzoeken in een boeteboek.

Meens is al heel lang gefascineerd door de vroege Middeleeuwen.Hij studeerde geschiedenis en promoveerde op een studie naarboeteboeken van de achtste tot de tiende eeuw na Christus. Nu wilhij dat een vervolg gaan geven met een veel uitgebreider onderzoeknaar boeteboeken in de tiende tot de twaalfde eeuw. Een nogonontgonnen gebied. Onlangs kreeg hij de Vernieuwingsimpulstoegewezen: een subsidie van anderhalf miljoen gulden voor jonge,dwarse en onorthodoxe onderzoekers. Hij had daarbij behoorlijkeconcurrentie, want alle wetenschapsgebieden mochten meedingen naardie prijs.

De historicus overtuigde de toewijzingscommissie van het dwarseen onorthodoxe van zijn onderzoek. Hij vindt zijn insteek in hogemate anders dan wat er tot nu toe is gedaan op dit gebied. Invoorgaande projecten werd altijd f alleen gekeken naar decultuurhistorie f alleen naar de tekst op zich. De teksten zijnnooit onderzocht in de context waarin ze zijn verschenen, terwijldat voor de interpretatie ervan juist heel belangrijk kan zijn.Eigenlijk is het onorthodoxe in ons onderzoek dat we ons de vraagstellen: hoe moet je zon tekst lezen? Vooral het woord hoe isdaarbij erg belangrijk. De combinatie van cultuurhistorischonderzoek en een bepaald handschrift kan namelijk heel veel zeggenover de normen en waarden van een bepaalde streek. Aan het eindevan de achtste eeuw kwam er onder invloed van de Karolingischevorsten een enorme ontwikkeling in het culturele leven en zijn erveel van dat soort teksten ontstaan.

Meens zal in zijn onderzoek nog vele handschriften zelf moetengaan ontleden. De meeste teksten zijn weliswaar in de negentiendeeeuw gepubliceerd, maar op een wijze die wetenschappelijk nietbijzonder verantwoord is. Ons onderzoek zal zich specifiek richtenop tiende- tot twaalfde-eeuwse teksten, want eigenlijk zijn die nognooit goed onderzocht. In eerste instantie gaan we de handschriftenin hun context onderzoeken. De vraag die daarbij centraal staat ishoe de ene tekst zich verhoud ten opzichte van de andere tekst.Daarna proberen we een wetenschappelijk verantwoorde transcriptievan wat er staat te maken en tenslotte volgt nog eenbronnenonderzoek. Dat is de technische kant van de zaak. Vervolgenswillen we een interpretatie maken van wat we eigenlijk onderzochthebben. Wat zijn bijvoorbeeld de cultuurhistorische aspecten of dehistorische ontwikkelingen waarin we de tekst moeten plaatsen?

Honing

De historicus is inmiddels al op tal van opmerkelijke vondstengestuit. Men maakte in de Middeleeuwen een onderscheid tussen reinen onrein. Die zogenaamde onreinheid hoefde niet per definitienegatief te zijn, maar was wel altijd bijzonder. Zo is er debepaling dat men op zon- en feestdagen geen seksuele gemeenschapmag hebben. In verhalen wordt er met nadruk op gewezen dat een kinddat op zon dag verwekt is, mismaakt ter wereld komt. In hetZwitserse Sankt Gallen was het voorgekomen dat een kind tegen datgebod in op Paasnacht was verwekt. De ouders waren voorbeeldigemensen en gingen meteen bij de priester te biecht. Dat kind werduiteindelijk een heilige geestelijke. Het feit dat het kind nietmismaakt ter wereld was gekomen en juist met Pasen was verwekt wasnatuurlijk al een teken aan de wand. Een ander voorbeeld is debepaling die zegt dat, als een bij een mens gedood heeft, je diebij eerst dood moet maken voordat je de honing mag eten. Het isdaarbij ook nog van belang dat de bij na de dodelijke steek nietmeer in aanraking is geweest met de honing. In dit geval zag men deonreinheid als iets besmettelijks. Toch meldt dezelfde bepaling datde onreine honing ook weer medicinaal kan werken. Ja inderdaad,soms kan het allemaal heel onlogisch overkomen.

Dit denken lijkt primitief, maar ook vandaag de dag vind jevoorbeelden van dit soort denken. Stel ik koop nieuwe schoenen,nooit op gelopen, helemaal schoon, en zet ze op een gedekte tafel.Iedereen zal zoiets hebben van: dat is raar. Het hoort niet, maareigenlijk is het onlogisch. Nog zoiets: waarom eten we wel koeien,maar geen honden of poezen? Ik hoorde een tijdje geleden dat men inZwitserland verbolgen was over het feit dat in China St.Bernhardshonden worden gefokt voor consumptie. Onze manier vandenken is hier dezelfde als de middeleeuwse. Bepaalde diersoortenzijn anders, in dit geval omdat ze in ons huis leven en daarom toteen hogere orde behoren.

Infanticide

Er is per streek een enorme verscheidenheid aan bepalingen.Juist die verscheidenheid zegt iets over de streekcultuur. Ook inonze streek zijn bepalingen te vinden die nergens anders voorkomen.Het gaat hier om een zeer uitzonderlijke tekst die onder meerinfanticide behandelt. Dat wil zeggen dat men bepalingen heeftgemaakt over het al dan niet accepteren van een kind na degeboorte. De moeder mocht het kind verstoten tot het moment vanzogen. Had het kind echter al voedsel gehad, dan moest de moederhet op straffe van boetedoen accepteren. Ook kenmerkend voor onzestreek is de bepaling dat Christenen niet mee mogen helpen bij hetverbranden van heidense doden. Op het grondgebied van het vroegereRomeinse Rijk kwam het cremeren van de overledenen niet voor. Datis de invloed van de Saksen en de Friezen geweest.

De Kerk vond die verscheidenheid in bepalingen natuurlijkhelemaal niks. De bisschoppen in het Karolingische Rijk hebben welgeprobeerd om een gemeenschappelijke tekst voor alle christenen teontwikkelen, maar zijn daarin niet volledig geslaagd. Er is nooitalgemene verspreiding geweest. Toch vind ik het verbazingwekkendhoe succesvol dat project toch was. Zie het als een fles diehalfvol of halfleeg is. Ik ben geneigd het van de positieve kant tebekijken. Er is veel geld en energie in het welslagen van dezeonderneming gestoken, maar het is naef om te veronderstellen dat indie tijd zoiets kon lukken.Vergeet niet dat er geen boekdrukkunstwas en dat de communicatie absoluut niet te vergelijken is met onzetijd.

Of de middeleeuwse mens zondiger was dan die van nu? Dat weet ikniet. Hoe meer er over geschreven werd, des te waarschijnlijker datde zonde vaak werd gepleegd. Ik vind het niet interessant om teweten dat bijvoorbeeld vijftig procent van de mensen overspelpleegde. Het gaat mij om de vraag: wat is overspel? En vooral:waarom vond men het zondig? Ik wil heel graag inzicht krijgen inhoe de cultuur in die tijd functioneerde. Hoe verschilt dieleefcultuur van de onze. Het boeteboek is een uitgelezen bron omdaar achter te komen. Het interesseert me enorm hoe anders het indie tijd was. En wederom met de nadruk op hoe. Sommigen roepen datde Middeleeuwen een donkere en barbaarse tijd was. Dat is nietalleen clichematig maar ook absoluut onwaar.

Bas Bruin