Prof. dr. Wim van de Grind met emeritaat: 'Proefdier-activisten hebben een geexalteerd beeld van de natuur'

Prof. dr. Wim van de Grind met emeritaat: 'Proefdier-activistenhebben een geexalteerd beeld van de natuur'

"Ik zie dit als een promotie tot fulltime onderzoeker." Prof.dr. Wim van de Grind gaat niet achter de geraniums zitten na zijnemeritaat. Afgelopen april werd hij vijfenzestig, als universitaironderzoeker is het dan wegwezen geblazen. Een regeling waar hij hetgrondig mee oneens is. "Politici en bestuurders mogen zelf wetenwanneer ze weggaan, terwijl je als wetenschapper na jevijfenzestigste kennelijk hebt afgedaan."

Zo niet Van de Grind. Voor twee dagen per week blijft hijrondlopen op de afdeling Neuroethologie aan de faculteit Biologie.Hij voert geen experimenten meer uit, maar hij gaatcomputermodellen maken die het verwerken van visuele informatiedoor de hersenen nabootsen. Tijdens zijn wetenschappelijke loopbaanheeft hij onderzocht hoe licht dat in het oog valt, wordt vertaaldnaar zenuwsignalen en uiteindelijk in de hogere, bewuste delen vanhersenen terecht komt. "Toen ik begon maakte ik modellen vanzenuwcellen in het netvlies, het begin van de keten. Nu aan heteinde van mijn carrire maak ik modellen van het laatste stukje vande visuele informatieverwerking."

Van de Grind (1936) studeerde schakeltechniek aan de TU Delft,promoveerde in Utrecht bij de afdeling Fysica van de mens op dewerking van het netvlies en kwam in Amsterdam terecht bij hetSwammerdam Instituut. De helft van zijn tijd was hij daarhoogleraar, de resterende tijd was hij professor aan deUniversiteit van Berlijn. In 1987 begon Van de Grind aan zijnUtrechtse loopbaan. Hij trof een straatarme vakgroep aan, die altwee jaar zonder hoogleraar zat en waarvan de relatie met hetbestuur van de faculteit niet optimaal was. "De groep kampte met dena-effecten van de bezuinigingen van Deetman, at random waren ermensen weggesneden. Bovendien zaten ze in een laboratorium op deJan van Galenstraat. Omdat dat lab al lang op de nominatie stond omnaar De Uithof te komen, was het heel slecht onderhouden. Het lager verveloos en vervallen bij."

Excellent

Met de komst van Van de Grind ging er een frisse wind waaien.Voor zijn apparatuur uit Amsterdam bedong hij meteen een plaats opDe Uithof, de rest van de afdeling volgde binnen een jaar. "Hetwantrouwen tussen de faculteit op De Uithof en de mensen 'vandaarginds' op de Jan van Galenstraat was toen snel weg."

Daarnaast wist hij geld binnen te slepen, onder meer via deoprichting van het Utrechtse Biofysica Instituut. "De samenwerkingmet natuurkunde leverde ons drie ton op." Samen met prof.dr. JanKoenderink en prof.dr.dr. Stan Gielen uit Nijmegen stond hij aan debasis van de Stichting Neurale netwerken, waarvoor hij subsidiekreeg. Ook bij de NWO peuterde hij de nodige gelden los. Hetonderzoek liep als een trein en het resultaat was er naar. Bij delandelijke beoordeling van het biologieonderzoek door de VSNU in1999 kreeg Van de Grind met zijn groep een 'goed' voor kwaliteit eneen 'excellent' voor productiviteit.

Excellente productiviteit, het zou net zo goed op Van de Grindzelf kunnen slaan. Van zijn ruim zeventigurige werkweek besteeddehij ongeveer de helft aan onderwijs en het bestuur van de groep, derest van de tijd was voor de wetenschap. "Het is moeilijk aan tegeven wat ik verder precies gedaan heb als professor, maar het waswel een voltijdbaan. Vergaderen over onzinnige herstructureringendie vervolgens al dan niet doorgingen. Aanvragen beoordelen,overleggen met studenten en promovendi. Noem het maar'management'."

Sinds Van de Grind in 1965 startte met zijn promotieonderzoek,heeft hij zo'n 120 wetenschappelijke en enkele tientallenpopulair-wetenschappelijke artikelen op zijn naam staan. Ruimtwintig promovendi behaalden hun doctorstitel onder zijn hoede.Daarnaast bracht hij in 1997 het populair-wetenschappelijke boek'Natuurlijke intelligentie' uit. Een uitvloeisel van zijn onderwijsverplichtingen.

Rijbewijs

In het derde jaar van de studie biologie gaf Van de Grind, samenmet inmiddels emeritus hoogleraar Jan van Hooff, de collegeserieOrganismale intelligentie. 'Een menage a trois van filosofie,psychologie en biologie' heette de serie eens in een studiegids. Ophet raakvlak van deze vakgebieden vertelde Van de Grind daar overdenken, intelligentie en bewustzijn bij mensen n dieren. "Om hetleuk te houden nam ik elk jaar nieuwe onderwerpen op in de serie.In de loop van acht jaar had ik heel veel interessant materiaalverzameld. Toen kwam er een uitgever langs die zo gecharmeerd wasvan mijn sheets, dat hij vroeg of ik er geen boek van wilde maken.Omdat ik al het materiaal al had, heb ik het boek in drie maandenkunnen schrijven. En het verkoopt nog aardig ook."

Een boek over filosofie en psychologie geschreven door eenfysicus die hoogleraar is in de biologie. Het is Van de Grind tenvoeten uit: een erudiet persoon met een brede belangstelling. Maarook met - soms radicale - principes. Drie jaar geleden haalde Vande Grind opnieuw zijn rijbewijs, nadat hij bijna vijfentwintig jaarprincipieel geen auto had gereden. "Begin jaren zeventig woonde ikin Zaandam en om naar school te gaan moesten alle kinderen uit onzewijk een provinciale weg oversteken. De gemeente weigerdestoplichten aan te leggen, de kinderen moesten zelf maar voorklaar-over spelen. Terwijl in Nederland toen jaarlijks 3.600 dodenin het verkeer vielen! Sterker nog: wereldwijd zijn sinds deintroductie van de auto meer mensen in het verkeer om het levengekomen dan door oorlogen."

Maar onder druk van de almaar afnemende service van deNederlandse Spoorwegen - de NS sturen geen bagage meer na - en hetwegvallen van goede internationale verbindingen, besloot Van deGrind na vijfentwintig jaar toch maar weer een auto te kopen."Zonder auto raak je tegenwoordig aan de bodem van desamenleving."

Terroristen

In de jaren zeventig waren sommigen overtuigd antiauto, dehuidige tijd heeft zijn eigen radicalen, zoals de antivivisectiebeweging. Extremistische leden van dergelijke organisaties schuwengeweld tegen wetenschappers die proefdieren gebruiken niet. In hetVerenigd Koninkrijk zijn al aanslagen gepleegd op wetenschappers enzijn hun kinderen bedreigd. Van de Grind: "Ik begrijp wel dat alsje een bepaald standpunt hebt, je daar overal bevestiging van ziet.Maar toen ik antiauto was, legde ik toch ook geen bom onder de autovan mijn buurman. Binnen de antivivisectiebeweging zitten gewoonterroristen."

Natuurlijk gaan bommen te ver, maar Van de Grind heeft nogdiepere kritiek op de antidierproevenbeweging. "Deze activistenhebben een gexalteerd beeld van de natuur. Ze worden niet geremddoor kennis van hoe dieren leven. Leven is lijden. Natuurlijkmoeten we onnodig dierenleed voorkomen, maar als we zeggen dat ookverdriet en verveling 'pijn' betekenen, zoals Peter Singer vindt,dan kan een boer straks veroordeeld worden omdat zijn kippen zichvervelen."

Fundamenteel onderzoek naar de werking van de hersenen, zoals degroep van Van de Grind doet, is nodig om te begrijpen hoe dieren inelkaar zitten. Alleen dat soort onderzoek - in combinatie metgedragsonderzoek - kan antwoord geven op de vraag wat dierenervaren en welke dieren bepaalde vormen van bewustzijn hebben. Vande Grind: "Dat vind ik een betere motivatie voordierproevenonderzoek dan het maken van nieuwe geneesmiddelen.Medicijnen zouden niet de hoofdlegitimatie mogen zijn voor hetgebruik van proefdieren."

Rinze Benedictus