Ruzie met de huisbaas: 'Je wilt tegenover jezelf niet toegeven dat je bang bent'

Ruzie met de huisbaas: 'Je wilt tegenover jezelf niet toegevendat je bang bent'

'Die hoerr niet aan die man geven, die hoerr niet aan die vrouwgeven'. Hoe vaak oud-kamerbewoner Stefan getuige is geweest van hetgesteggel tussen zijn voormalig huisbaas en -bazin kan hij zichnauwelijks meer herinneren. Aan het eind van iedere maandprobeerden de twee elkaar met voortdurende huisbezoekjes dehuurinkomsten af te vangen. Mevrouw K. zette haar pleit kracht bijmet larmoyante verhalen over de gokverslaving van haar man. MeneerK. greep steeds vaker naar bedreiging en intimidatie om zijnfinancieel gelijk te halen.

Stefan schakelde de wijkagent in, maar diens bemiddeling leiddetot niet meer dan een tijdelijke wapenstilstand. De boot was pasgoed aan toen meneer K. besloot een vrijgekomen kamer te betrekken.Vanaf dat moment hield meneer K. de boel als een kampbewaarder inde gaten.

Ten einde raad verruilde Stefan Pijlsweerd voor Lunetten. "Jewilt tegenover jezelf niet toegeven dat je bang bent", stelt Stefannu. "Je hebt ook geen zin om voortudrend met de huisbaas te ruzien,maar door dingen op hun beloop te laten, kun je uiteindelijk geenkant meer op."

Ruzie met de huisbaas, het verschijnsel is waarschijnlijk zo oudals kamerbewoning zelf. De positie van de huurder bij conflictenmet de verhuurder is in principe afdoende gewaarborgd. Praktijkenwaarbij een verhuurder zomaar een huurder op straat kon zetten,zijn door de wetgever uitgebannen. Daarnaast oefent deHuurcommissie controle uit op de huurprijs. Bij onenigheid kan deHuurcommissie de verhuurder verplichten de wettelijke normen inacht te nemen. Toch blijkt de rechtsbescherming van kamerhuurdersin de praktijk nog vaak een papieren tijger. Een garantie voor eenharmonieuze relatie tussen huurder en met name particuliereverhuurder zijn de regels -hoe helder ook- al helemaal niet.

Ratten

Meester F. Hommerson, advocaat bij het Utrechtseadvocatenkantoor De Groot en Partners, heeft beroepshalveregelmatig te maken met huurgeschillen. "Het is zeker niet altijdgierigheid of kwaadwillendheid die aan de bron van zulke conflictenligt", stelt Hommerson. "Maar particulieren zijn meer op de penningdan institutionele verhuurders. Daar komt bij dat het directecontact van een op een vaak problemen oplevert. Als dat niet lekkerloopt, heb je bal."

Rechtenstudent Erwin is een kamerbewoner die al maanden balheeft. De problemen begonnen toen een zakelijke huurder hetpandencomplex verliet. Diens vertrek werd door de huisbaasaangegrepen voor een langdurige verbouwing. "De hele boel heeftmaanden onder een dikke laag stof gezeten", vertelt Erwin. "Degeluidsoverlast duurde vaak tot 's avonds laat. Water en elektrawerden zonder waarschuwing afgesloten, keek je op het toilet ineenstegen de behoeften van de bouwvakkers aan. En iedereen liep maar inen uit. Hoe vaak het niet is gebeurd dat er zomaar wildvreemden inje kamer stonden..."

De voortvarendheid waarmee de huisbaas de verbouwing aanpakte,blijkt bij het reguliere onderhoud te ontbreken. Erwin vermoedtachter de lakse houding bewuste verwaarlozing. "De kelder zataltijd keurig dicht, maar is bij de verbouwing opengebroken.Sindsdien is er stankoverlast, we hebben zelfs ratten gehad dievanuit de kelder vrolijk de trap opkwamen. Het zijn allemaalpesterijen met een duidelijk doel. De huisbaas wil de panden vrijhebben, want die zijn door de jaren heen in een miljoenenobjectveranderd."

Hoewel het de afgelopen weken rustig is gebleven heeft Erwinweinig fiducie in een goede afloop. "We zitten nog steeds op dewip. Door onze onderhuur staan we juridisch niet sterk.."

Dat ook kamerhuurders die sterker staan, hun gelijk somsmoeilijk kunnen halen bewijst het verhaal van Heddeke. "Tot voorkort kozen we zelf nieuwe bewoners uit", vertelt Heddeke. "Toen weonlangs een nieuwe kamergenote naar de verhuurder stuurden, bleekde kamer ineens al verhuurd te zijn." De ongenode nieuwe huisgenootzorgt voor veel onrust. Communiceren met medebewoners pleegt hij tedoen middels briefjes met daarop mededelingen als 'laatstewaarschuwing, kutwijf!'. Heddeke ontkomt niet aan de constateringdat er sinds zijn komst ook spullen verdwijnen. "Je kunt het niethard maken, maar de diefstallen vallen wel op, omdat zulke dingenvoorheen nooit gebeurden."

Heddeke's verhaal klinkt Hommerson bekend in de oren. "Hethospiteerrecht wordt vaak als chantagemiddel gebruikt. Als huurderswat willen zegt de huisbaas: 'da's best, maar dan kies ik voortaanzelf nieuwe huurders'. Huurders zien in zulke gevallen snel af vanhun rechten."

Heddeke en haar huisgenoten zijn tot de slotsom gekomen dat zemet het ongemak van hun ongenode huisgenoot moeten leven. "We zijnnog wel naar het bureau voor rechtshulp geweest, maar hetcoptatierecht ligt nogal ingewikkeld. De kans op nieuwe problemenis veel groter dan de kans dat we iets met een procedureopschieten. We denken er liever niet meer over na, dat kun jeprobleemvermijdend gedrag noemen."

Souffleur

"Huurders ondernemen vaak geen stappen omdat ze het idee hebbendat de huisbaas toch niets beters heeft te doen dan hen het levenzuur maken", weet Hommerson. De angst voor escalatie is niet geheelongegrond, moet Hommerson bekennen. "Tussenkomst van een advocaatwil nog wel eens leiden tot extra ruzie met de verhuurder." Zijncollega-meester H. Hooijer- adviseert niettemin bij conflictenaltijd contact te zoeken met een advocaat. "Je kunt altijd metadvocaat overleggen over een rol als souffleur, die je dingeninfluistert zonder dat de huisbaas het weet."

De grootste belemmering om stappen tegen de huisbaas te nemenligt volgens P. van Brakel, beleidsmedewerker van de Huurcommissie,in de overspannen kamermarkt. "We doen er alles aan huurders op hunrechten te wijzen. Het grote punt is dat kamerhuurders vaak blijzijn dat ze berhaupt een plek hebben."

|"De kamernood blijft een groot probleem", vindt ook Hommerson."Om die reden zijn studenten vaak erg bang hun kamer kwijt te rakenen slikken ze pesterijen van de huisbaas." De nabije toekomst zieter in dit opzicht niet rooskleurig uit. De kamermarkt dreigt steedsverder te verstoppen. Net afgestudeerden houden kamers langer bezetdoordat ze amper kunnen doorstromen naar zelfstandige woonruimte.Het kameraanbod neemt verder af door de wijze waarop particuliereverhuurders op de woningnood inspelen.

"Het is veel aantrekkelijker om een ruimte als appartement teverhuren dan het vol te stouwen met studenten", legt Hommerson uit.De gemeente is de verhuurders onbedoeld te hulp geschoten met destrengere regels op het gebied van brandveiligheid. Dankzij dezeregels kunnen verhuurders geruisloos het aantal huurders van eenpand terugbrengen. "Verhuurders hebben een stok gekregen om dekamerhuurder mee te slaan", oordeelt Hommerson. Een ontmoedigendeconclusie voor de aspirantkamerbewoner of doorstromer.

Hommerson heeft niettemin enkele montere tips. "Het begint metgoed huiswerk. Een veilige manier om te achterhalen van wie je nueigenlijk huurt, is het kadaster raadplegen. Sluit daarnaast altijdeen schriftelijk contract. Wil de huisbaas daar niet aan, stuur daneen brief waarin je de huurovereenkomst bevestigt. Als-ievervolgens begint te gillen, weet je ook hoe laat het is. En betaalaltijd giraal, een mondelinge huurovereenkomst mag net zo geldigzijn als een schriftelijke, je moet hem wel kunnen bewijzen."

Maar hoe de kamerhuurder zich ook indekt, welk een kwetsbaargenoegen een rustig thuis is, wordt vaak pas duidelijk als het telaat is. "Als ik nu alleen in huis zit voel ik me niet lekkermeer", zegt Heddeke. "Dat je in Nederland zomaar in je woongenotgekrenkt kunt worden, daar ben ik van geschrokken." "Je leeftvoortdurend met ergernissen", vertelt Erwin over de onrust die zijnhuisbaas teweeg heeft gebracht. "Alles levert stress op, je gaat opeen gegeven moment zelfs dingen zien die er helemaal nietzijn."

Philip van de Poel

De namen van de betrokken kamerhuurders zijn omprivacyredenen gefingeerd.