Studente en faculteit Diergeneeskunde in de clinch over studieprogramma

Studente en faculteit Diergeneeskunde in de clinch overstudieprogramma

Over enkele weken doet de Haagse rechtbank uitspraakin een door Annette van Weezel Errens aangespannen zaak tegen hetUtrechtse college van beroep voor de examens. Inzet is een hoogopgelopen verschil van mening tussen de Haagse studente en defaculteit Diergeneeskunde over de inhoud van haar vrij doctoraal.De faculteit probeert mij kapot te maken, zegt zij bitter. Onzin,is het weerwoord, wij hebben mevrouw Van Weezel Errens heel netjesbehandeld.

Het is zomer 1999. Na vier jaar diergeneeskunde gestudeerd tehebben is het Annette van Weezel Errens duidelijk dat zij nietsmeer te maken wil hebben met het Nederlandse systeem vandierhouderij. Omdat de opleiding tot dierenarts daarvan naar haarmening onlosmakelijk deel uitmaakt, besluit zij te stoppen met dereguliere studie en te kiezen voor een vrij doctoraaldiergeneeskunde met als thema ethiek en doping in de paardensport.Het is de eerste keer dat een student diergeneeskunde voor een vrijdoctoraal kiest.

Begin januari 2000 dient zij een verzoek in bij de facultaireexamencommissie, die aanvankelijk op formele gronden weigert omhaar voorstel te beoordelen. Zij heeft namelijk al een flink aantalvakken van het door haar ingediende studieprogramma gedaan en duskan dat programma niet in zijn geheel vooraf worden goedgekeurd,wat volgens het onderwijs- en examenreglement een vereiste is. Datis een wel erg bureaucratische interpretatie van de regels, vindtVan Weezel Errens en zij wendt zich tot het Utrechtse college vanberoep voor de examens. Dat is het met haar eens en stelt haar inhet gelijk. De faculteit moet niet flauw doen en serieus naar haarvoorstel kijken.

Dat gebeurt, maar opnieuw heeft de examencommissie bezwaren. Destudente wil onder meer de basisvakken klinische diagnostiek enverloskunde in haar vakkenpakket opnemen; de commissie vindt echterdat die typisch veterinaire vakken niet thuishoren in een vrijdoctoraalprogramma dat is gericht op de ethiek van het houden vandieren. Wel vindt de commissie dat de vakken voedingsmiddelen vandierlijke oorsprong en economie van diergezondheid in het programmamoeten worden opgenomen, vanwege het thema dierethiek, maar metname tegen dat tweede vak heeft Van Weezel Errens principilebezwaren, omdat het haar er juist om gaat dat een dier niet alleenop een economische manier wordt benaderd.

De studente gaat opnieuw in beroep, maar dit keer geeft hetUtrechtse beroepscollege de faculteit gelijk. De examencommissieheeft zich keurig aan het eerste vonnis gehouden en heeft destudente op een niet onredelijke manier een voorstel gedaan, datleidt tot een evenwichtig programma voor een vrij doctoraal, aldusde nieuwe uitspraak.

Van Weezel Errens is teleurgesteld maar blijft strijdlustig.Omdat haar beroepsmogelijkheden binnen de universiteit zijnuitgeput, wendt zij zich tot de rechter. Zij eist dat het collegevan beroep haar werk overdoet en verdedigt dat standpunt op 3 aprilvoor de rechtbank in Den Haag. Een uitspraak in die zaak wordt halfmei verwacht.

Welwillend

Inmiddels sleept de zaak al meer dan een jaar en de grote vraagis dan ook hoe het zo ver heeft kunnen komen. Volgens Annette vanWeezel Errens kan de faculteit het niet hebben dat iemand het helesysteem zo openlijk en van binnenuit aanvalt. "Ik heb aan de kaakwillen stellen dat de faculteit weinig meer is dan een verlengstukvan de industrie die dieren op allerlei terreinen uitbuit. Omdat jedat hier niet hardop mag zeggen, probeert men mij nu op allemogelijke manieren dwars te zitten. Onderwijsdirecteur Van Beukelenheeft letterlijk gezegd dat hij ervoor zou zorgen dat ik nergenster wereld meer dierenarts zou kunnen worden."

Volgens de studente bleek dat eens te meer, toen haar inseptember 2000 werd verboden tussentijds tentamens af te leggen inverband met haar lidmaatschap van de lustrumcommissie vanpaardrijvereniging De Solleysel, terwijl dat eerder aan een collegavan haar wel was toegestaan. Ook in dit geval wendde zij zich tothet college van beroep dat haar in het gelijk stelde en defaculteit beschuldigde van ongelijke behandeling.

Onderwijsdirecteur dr. Peter van Beukelen is het volstrekt nietmet de studente eens. "Wij hebben niets tegen mevrouw Van WeezelErrens en zijn haar altijd volstrekt zakelijk en in mijn ogen zelfszeer welwillend tegemoet getreden. Dat wij haar voorstel in eersteinstantie op formele gronden hebben afgekeurd, is in mijn ogenlogisch. Hoe kun je nog tot een samenhangend doctoraalprogrammakomen als je al op driekwart van je studie bent? De bepaling dat deexamencommissie het programma vooraf moet goedkeuren staat nietvoor niets in ons OER. Ik vond het heel vreemd dat het college vanberoep die bepaling zo anders interpreteerde. Maar goed, we hebbenons verlies genomen en daarna serieus geprobeerd om mevrouw VanWeezel Errens ter wille te zijn. Als ik alle uren optel die wij aanhaar zaak besteed hebben, dan kan zij niet volhouden dat wij haarproberen dwars te zitten. Wij blijven alleen van mening dat in eenvrij doctoraal diergeneeskunde met de nadruk op ethiek geen plaatsis voor vakken als klinische diagnostiek en verloskunde die typischzijn gericht op de diergeneeskundige praktijkuitoefening. Met eenvrij doctoraal-diploma wordt mevrouw Van Weezel Errens tenslottegeen dierenarts. Ook dit werd door het college van beroepprocedureel juist bevonden. Nogmaals, ik vind dat wij mevrouw VanWeezel Errens heel netjes behandeld hebben. Maar zij is gewoon meteen kruistocht tegen de faculteit bezig."

Docent wijsbegeerte dr. Jan Vorstenbosch die Van Weezel Errensop haar verzoek zal begeleiden bij de ethische onderdelen van haarstudieprogramma, vindt het zonde dat de zaak zo is gescaleerd. "Hetgrootste probleem vind ik dat Annette zich zo in deze zaak heeftvastgebeten. Ik heb haar al een paar keer gezegd: ga nou gewoonstuderen, daar schiet je veel meer mee op. Ik vond het weliswaaronverstandig dat de faculteit in eerste instantie weigerde om haarvoorstel te bekijken, maar in tweede instantie is er wel degelijkserieus op ingegaan. Ik ben bij die bespreking aanwezig geweest enik vind dat haar door de faculteit toen een heel acceptabelprogrammavoorstel is gedaan."


Massaslachting

Annette van Weezel Errens: "De druppel die de emmer deedoverlopen was mijn stage bij de Rijkskeuringsdienst voor Vee enVlees (RVV). Ik zag daar iets dat je zonder meer kunt omschrijvenals een zwaar gesubsidieerde massaslachting van dieren die nooithet dier zijn geweest dat ze eigenlijk zijn, alleen al vanwege hetfeit dat ze nooit daglicht hebben gezien. Wat mij het meest tegende borst stuitte was de afgestompte houding van de dierenartsen diede zaak controleerden. Op dat moment besefte ik pas echt in watvoor dieronwaardig systeem ik al mijn hele leven had meegedraaid,een systeem dat door de diergeneeskunde mede in stand gehoudenwordt.

"Ik had dat ook al gemerkt toen hier de varkenspest uitbrak. Erwerden toen studenten gevraagd om voor 450 gulden per dag gezondebiggen dood te maken. Ik walgde van de gedachte, maar tot mijnverbazing meldden veel van mijn studiegenoten zich aan. Ik begreepdaar eerst niets van, omdat ik ervan uitging dat je diergeneeskundeging studeren om zieke dieren beter te maken. Maar geleidelijkkreeg ik in de gaten dat dat voor de faculteit en ook voor veelstudenten anders ligt. Zij vinden het volstrekt normaal dat je alsveearts meehelpt om de problemen op te lossen die mede ontstaanomdat wij zo nodig dieren moeten houden.

"Dat kan betekenen dat je een dier beter probeert te maken, maarhet kan dus net zo goed betekenen dat je meehelpt om gezonde dierendood te maken. In ieder geval is me steeds duidelijker geworden dateconomische motieven ook binnen de faculteit voorop staan. Neem desyllabus ziektekunde. Daarin staat in het hoofdstuk mond- enklauwzeer iets in de sfeer van dat de kans op herstel groot is,maar dat dat irrelevant is, omdat het verplicht is om bij hetstellen van de diagnose MKZ de RVV te bellen, waarna de dierenvernietigd worden. Dat staat er toch niet omdat dat in het belangvan die dieren is?"

Erik Hardeman


Laatste nieuws

De Haagse rechtbank heeft het beroep van diergeneeskundestudenteAnnette van Weezel Errens tegen een uitspraak van het Utrechtsecollege van beroep voor de examens ongegrond verklaard. Het collegehad eind vorig jaar een voor de studente nadelig besluit genomen inhaar conflict met de faculteit Diergeneeskunde over de invullingvan het vrij doctoraal. Volgens de rechtbank heeft Van WeezelErrens niet aannemelijk kunnen maken dat de faculteit haar eenonredelijk voorstel had gedaan. De studente heeft zes weken de tijdom tegen deze uitspraak in beroep te gaan bij de afdelingbestuursrechtspraak van de Raad van State.