tatort

Het wat-zijn-ze-jonggevoel

Het is het begin van een tijdperk. De binnenstad en De Uithof worden overspoeld met groepjes gretige eerstejaars die voor het eerst door de gangen slenteren van wat nu ineens ook 'hun' universiteit is. Dinsdagochtend staat er zo'n groep voor de deur van Trans 10. Met veel moeite rijdt een auto er tussen door. Hoewel het nog redelijk vroeg is - voor wie het uitslaapritme van de zomervakantie is gewend - ziet iedereen er kloek en wakker uit.

Dat de aankomend studenten Nederlandse Taal en Cultuur er zo wakker uit zien is een verdienste. Misschien is het de koffie, misschien is het de rusteloosheid die een nieuwe studie beginnen met zich meebrengt; het is in elk geval niet het welkomstwoord van de onderwijsdirecteur van zo-even. Iets over de prachtige vervoegingen van het werkwoord 'beleven'.

"Ik voel me zó oud", verzucht Willeke. Willeke heeft een aantal jaar Liberal Arts and Sciences gestudeerd, maar begint nu weer op nul met Nederlands. En daar sta je dan ineens tussen een zeventig-koppige groep die nog ruikt naar de middelbare school. Als de groep door een docent naar het CIM wordt gedirigeerd verwacht je half dat ze twee aan twee, hand in hand, lopen.

De eerste weken van september zijn altijd goed voor een overdaad aan nostalgische gevoelens bij ouderejaars. Het is het bekende wat-zijn-ze-jonggevoel. Elk jaar weer lijken de eerstejaars jonger, kleiner, fragieler. Je wilt ze oppakken en door elkaar schudden, zoals je oma altijd deed. Je wilt ze de dingen uitleggen die je zelf door schade en schande hebt moeten ontdekken. Pas op voor die onvermijdelijke vijf-cijferige studieschuld. Check eerst of je wasbakputje niet verstopt is voordat je besluit daarin te plassen omdat je huisgenote de badkamer een eeuwigheid bezet houdt. Dat soort dingen

Het plassen in de wasbak zal in dit geval wel meevallen. Net als zoveel andere Utrechtse studies blijkt ook Nederlandse Taal en Cultuur een damessport. In de groep die over het Pausdam naar de Kromme Nieuwegracht loopt, zijn slechts vijf jongens te ontdekken. Vroeger wilden jongens nog schrijvers worden, nu willen ze blijkbaar wildere carrières. Er is een vacature in de krokodillenjacht.