U-raadsleden strijden tegen kiezerscepsis en onzichtbaarheid: 'Klagen kan iedereen'

U-raadsleden strijden tegen kiezerscepsis en onzichtbaarheid:'Klagen kan iedereen'

Het U-blad sprak met twee studentleden en tweepersoneelsleden die zich dit jaar voor de universitaire democratiehebben ingezet: Jerry Windhouwer, medewerker arbozaken van defaculteit Sociale Wetenschappen, Vivien van Geen, docent indiezelfde faculteit, Jeroen Hovens, student ruimtelijkewetenschappen en Linda van der Wal, studente sociale wetenschappen.Zij vertellen op deze pagina's hoe zij tegen het hoogsteinspraakorgaan van de universiteit aankijken. "Je kunt niet allesbereiken in een jaar, zeker niet in een U-raadsjaar."

Resultaten

Eerst maar eens iets over jullie wapenfeiten van hetafgelopen jaar. Zou er in de universitaire wereld zonder de U-raadiets anders zijn geweest dan het nu is?

Van Geen: "Reken maar. Neem bijvoorbeeld de medewerkersmonitor.Oke, vage plannen in die richting waren er al en vroeger of laterzou het er misschien toch wel van gekomen zijn. Maar dat er al ditjaar een monitor is verschenen, is echt het gevolg van hetlangdurig drammen van de U-raad."

Dat klinkt aardig, maar is met die monitor ook echtgebeurd wat jullie beoogden?

Windhouwer: "Grotendeels wel, maar het belangrijkste isnatuurlijk wat er nu met de resultaten wordt gedaan. Het is nu nogte vroeg om daar iets over te zeggen. Wij starten iets op centraalniveau en vervolgens is het maar afwachten wat er in de faculteitenmee gebeurt. Wat dat betreft zullen we de vinger goed aan de polsmoeten houden."

En de studenten? Wat is het belangrijkste dat julliehebben bereikt?

Van der Wal: "Ja, dat is een lastige vraag. Jeroen, heb jij daargoede ideeen over?"

Hovens: "Het ontwikkelingsplan misschien, het meerjarenplan vande universiteit. Daar kwamen we heel vers inrollen, maar ik hebtoch het idee dat we daar als studenten zeker een positieve inbrenghebben gehad.

Van der Wal: "Ik weet eigenlijk niet of we dat wel zo goedhebben gedaan. Bij zo'n lange termijn planning is het toch handenklappen, tranen in de ogen en blij zijn, want het zijn allemaalgeweldige doelstellingen. We hebben volgens mij meer bereikt doorkleine puntjes steeds opnieuw aan te dragen, zoals onduidelijkhedenin een convenant, het aanstellen van een studentlid in eencommissie en een fonds voor internationale studenten. We hebben nogniet de toezegging dat er direct iets mee gebeurt, maartoch..."

Ook iets wat minder goed gelukt is?

Van Geen: "De afgelopen vijftien jaar zijn er ongeveer eenmiljoen woorden aan emancipatie gewijd, maar als ik eerlijk ben,moet ik toegeven dat de vordering op dat gebied nog ongeveer nulis."

Van der Wal: "Maar de vraag is: moet je alleen naar deresultaten kijken of gaat het bij een oordeel over het werk van deU-raad ook om de inspanning die geleverd is? Emancipatie is nueenmaal een moeilijk onderwerp. Ik vind dat wij, maar ook hetcollege van bestuur, wel degelijk forse inspanningen hebbengeleverd. Het heeft alleen nog weinig resultaat opgeleverd."

Van Geen: "Daar denk ik anders over. Ik vind dat je vooral opresultaten afgerekend moet worden. Het college praat veel overemancipatie, maar alleen al de samenstelling van het college zelfen bijna alle top-benoemingen waarbij zij rechtstreeks betrokkenzijn geweest, betreffen mannen. Daar hebben wij niets over tezeggen."

Invloed

Is de invloed van de U-raad eigenlijk niet te beperkt omgoed te kunnen opereren?

Van Geen: "Ik denk dat dat wel meevalt. Je moet alleen eenverschil maken tussen rechtstreekse en indirecte invloed. Ik hebgemerkt dat als je maar vaak genoeg je standpunt uitdraagt, dat jedan langzamerhand wel degelijk een bijsturing in het beleid krijgt.Dat bereik je overigens vooral door veel met ambtenaren te praten.Dat is volstrekt onzichtbaar werk, maar zeker zo belangrijk als watje in het openbaar in de U-raad kunt doen."

Van der Wal: "En als het dan gaat over wat er in de U-raad aande orde komt, moet je voortdurend keuzes maken. Bij elk agendapuntkomen er wel tien aanbevelingen vanuit de U-raad op het college vanbestuur af. En die worden uiteraard niet allemaal overgenomen. Dankun je wel zeggen: als jullie hier niet mee instemmen, stem ikjullie hele plan af. Maar daarbij moet je wel afwegen wat je echtbelangrijk vindt. In die zin sta je voortdurend voor het blok.Bovendien: als je 'nee' zegt tegen een plan, is het maar de vraagof je genoeg mensen van de U-raad meekrijgt. Ik heb bijvoorbeeldtegengestemd bij de begroting omdat het college een punt niet hadovergenomen dat ik heel belangrijk vond, maar uiteindelijk stemdede meerderheid toch voor."

Windhouwer: "In 1983 heb ik ook in U-raad gezeten en ik zie eenbelangrijk verschil. Toen had je meer het gevoel dat je echt aanhet besturen was. Nu mag je meepraten voorzover het college hettoelaat. Een bijkomend probleem is dat de invloed van het collegezelf ook niet zo heel groot is. Zij voeren beleid op hoofdlijnen,maar het echte beleid op de werkvloer wordt door de decanengemaakt. Je kunt je in de U-raad dus wel druk maken over zoiets alsbachelor-master, maar het is de decaan die bepaalt hoe het er in defaculteit uit komt te zien.

"Nu kun je zeggen dat dat geen probleem is, omdat op dat niveaude faculteitsraad de zaak controleert, maar het probleem daarvan isdat het voor faculteitsraadsleden weer moeilijk is om zich vierkanttegenover bestuur op te stellen. Dat de faculteiten in Utrecht zozelfstandig zijn en zoveel macht hebben, maakt het voorU-raadsleden lastig om veel concrete en duidelijke punten tescoren."

Onzichtbaar

Vaak wordt er geklaagd dat de U-raad zo onbekend is. Zouhet niet helpen als de leden zich eens wat harder zoudenopstellen?

Van der Wal: "Ik denk dat je er niets mee bereikt om de heletijd keihard te roepen dat dingen slecht zijn. Af en toe kun jezeuren, zeggen dat iets heel erg beroerd is, maar daarna moet jetoch komen met voorstellen om de zaak te verbeteren."

Hovens: "Wat moeilijk is uit te leggen aan studenten, is hetniveau waarop je hier werkt. De U-raad is onzichtbaar voorstudenten, maar het college van bestuur is net zo onzichtbaar. Geenstudent weet wie ze zijn, wat ze doen en waar ze over beslissen.Wij werken op hetzelfde niveau, dus ook van ons weten veelstudenten het niet. Dat is echt een probleem waar je tegenaanloopt."

Maar moeten jullie je als studentenfractie dan niet veelharder maken voor concrete zaken als slechte collegezalen of meerkamers in plaats van over onbegrijpelijke dingen als convenanten ofontwikkelingsplannen? Dat interesseert studenten tochniets?

Hovens: "Natuurlijk krijg je soms de vraag of je bepaalde dingenniet even kunt regelen. Bijvoorbeeld het probleem dat deintroductie van de universiteit samenvalt met die van faculteiten.De vraag is: kunnen wij daar iets mee of moet dat op een anderniveau geregeld worden? Toen ik in de U-raad kwam, wist ik dat ikop een hoger niveau moest gaan zitten. Zo werkt het daar nueenmaal. Het is niet zo dat je zegt: die collegezaal is slecht endaar moet wat aan gebeuren. Nee, in de U-raad moet het gaan om allecollegezalen tegelijk."

Van der Wal: "Dat is weer het probleem van de U-raad. Er zijnhelaas een hoop praktische dingen waar wij niet over gaan."

Achterban

Hoe goed onderhouden jullie contact met jullieachterban?

Van Geen: "Met mijn achterban heb ik geen formele of geregeldecontacten. Ik maak bekend dat ik me verkiesbaar stel, roep weleenseen groepje bijeen om over een bepaald onderwerp te praten, snijmet collega's discussies aan en neem hun inbreng mee. Ik reageermet aandacht op suggesties, want mensen weten me wel degelijk tevinden."

Van der Wal: "Een cynisch grapje is dat je achterban zo groot isals je met z'n twaalven persoonlijk mensen kent. Dus 12 x 250 ofzo.Dat zijn ook de mensen die gaan stemmen. Vandaar dat de opkomst inkleine universiteiten procentueel hoger ligt. Maar natuurlijkoverleggen wij met facultaire studentengroepen en met allerleiandere studentenorganisaties zoals ISO, LSVb en de koepels van deverenigingen. Dat loopt niet allemaal even goed, maar dat heeft ookmet bekendheid te maken. Maar ik vind dat studenten ook zelf kunnenzoeken wat de kanalen zijn. Alleen klagen kan iedereen."

Hovens: "We hebben het er wel over hoe we het contact met deachterban kunnen vergroten. Formeel heb je als U-raadslid totaalgeen verplichting. Het is puur en alleen de morele verplichting dieik voel om me er zo'n twintig uur per week voor in te zetten. Watdat betreft is het heel anders dan een bestuur van een verenigingof organisatie. Daar leg je verantwoording af aan de leden, maarwij vertegenwoordigen met z'n twaalven ruim twintigduizendstudenten."

Stemmen

Een minderheid van de universitaire gemeenschap heeftmaar interesse voor de verkiezingen. Bovendien is het moeilijk ommensen te vinden. Zou het niet beter zijn om het stemmen af teschaffen als er toch niets te kiezen is?

Hovens: "Wat mijn betreft wel. Ik zie niet in waarom er meerderefracties moeten zijn. Het UOO waar ik inzit is geen partij maar enoverlegplatform. Iedereen mag daarvoor solliciteren. Uiteraardblijft dat binnen het actieve studentencircuit, alleen die mensenstellen zich beschikbaar. Of dat erg is, daar kun je verschillendover denken. Iedereen binnen het UOO mag zijn of haar eigen meninghebben, dus je kunt hoogstens stemmen op een persoon, niet op eenpartij."

Van der Wal: "Ik vind dat die verschillen er wel degelijk zijn.Alle studenten staan er natuurlijk voor om de universiteit in alhaar facetten zo aangenaam mogelijk te maken, maar de verschillenzijn er wel. Al zou ik het prima vinden dat iedereen op een lijstkan aangeven wat zijn of haar persoonlijke speerpunten zijn.Afschaffen van verkiezingen vind ik niet goed, want nu word jegedwongen jaarlijks na te denken over wat je met de U-raadwilt."

Windhouwer: "Onder personeelsleden zijn amper mensen te vindendie het nog willen doen. Dan valt er weinig te kiezen. Het zoubeter zijn om gewoon weer op personen te stemmen in plaats van tewerken met kiescolleges."

Oordeel

Terugkijkend op een jaar, of voor de personeelsleden:twee jaar, U-raad. Was het leuk en zou je het, alles in ogenschouwnemend, weer doen?

Van der Wal: "Ik zou het zeker weer doen omdat ik steeds meerhet idee heb dat je wat kunt bereiken. Soms is het verdomd lastig,maar je zit er ook niet om jezelf op je borst te kloppen, je zit erom iets te bereiken."

Hovens: "Ik zou, puur persoonlijk, liever proberen op een lagerniveau iets te bereiken. Voor mijn gevoel kon ik daar wat meer.Feit is dat je in een opleidingscommissie dichter bij studentenstaat. Dan gaat het om klote-apparatuur of rotzaaltje, dat idee. Ikheb mezelf afgevraagd: wat zijn voor mij de momenten dat ik echtzingend rondloop? Dat zijn de momenten dat ik met ambtenaren praat,dat je in de marge bezig bent en niet alleen met grote lijnen.Bijvoorbeeld met het veiligstellen van de randvoorwaarden bij deinvoering van het bachelor-mastersysteem. Dat is fantastisch."

Van Geen: "Ik heb me voor de tweede keer verkiesbaar gesteldomdat ik er van overtuigd ben dat zo'n grote organisatie die draaitop processen met mensen goede communicatie moet hebben tussenwerkvloer en top. Normaal gesproken spreekt de top met decanen ofmet hoogleraren, maar dieper in de organisatie komen ze niet endaardoor gaat heel veel informatie verloren. Bovendien vind ik hetook nog leuk om te doen. In mijn faculteit is er geen enkele plaatswaar ze naar me moeten luisteren. Als ik wat zeg, wachten ze braaftot ik klaar ben, maar verder gaan ze door met het maken van eigenbeleid en onderlinge deals. Sinds de MUB wordt naar gewone docentenniet meer geluisterd."

Windhouwer: "Ik loop eerlijk gezegd eigenlijk nooit zingend rondin de U-raad. Daarvoor ben ik te vaak ontevreden over hoe eenbesluit tot stand is gekomen. Ik zou het prima vinden als iemandmijn taak overnam, maar er moet wel iemand zitten omdat hetbelangrijk is om je invloed, hoe klein die ook mag zijn, wel uit teoefenen."

Erik Hardeman / Christie Hofmeester