De blauwe en gele knikkers van Roos Blankespoor

Promovendus Roos Blankespoor onderzoekt hoe je meer wiskundeonderwijs in het basisonderwijs kunt brengen. Ze gebruikt daarbij gele en blauwe knikkers.

Wie ben je en wat doe je?
“Hoi! Ik ben Roos. Ik werk sinds een jaar als promovendus bij de Freudenthal Groep van FSW, bij het departement Educatie & Pedagogiek. Het project waaraan ik werk heet Beyond Flatland; een onderzoek naar het reken-wiskundeonderwijs, met als doel meer wiskundige activiteiten te introduceren op de basisschool.

“Het afgelopen jaar hebben we gewerkt aan een lessenserie die gaat over redeneren over kans. Deze lessen ga ik komend schooljaar geven aan meerdere groepen zeven, waarbij we leerlingen op een informele wijze leren redeneren over kans. Het idee is dat door kinderen hier eerder mee in aanraking te laten komen, de stap naar het voortgezet onderwijs kleiner kan worden.”

Waar is deze werkplek?
“In het Langeveldgebouw, in de Uithof. We zitten met z’n vieren op deze kamer; drie promovendi en onze dagelijkse begeleider. Het kantoor voelt bijna aan als een huiskamer; een vertrouwd rommeltje. Af en toe krijg je zin om flink op te ruimen. De kasten staan vol met boeken en vooral veel lesmateriaal, maar dit ligt ook vaak op de grond. Er hangen zelfgemaakte (verjaardags)posters aan de muur, en we moeten netjes alle planten water geven. Die geven deze plek wat ademruimte, tussen alle kleurrijke kasten. Ze groeien met ons werk mee.”

Wat is er bijzonder aan jouw onderzoek?
Dat we door het maken van een lessenserie tot op de bodem moeten uitzoeken; wat kans is, en hoe leerlingen hierover kunnen leren redeneren. We gebruiken hiervoor bijvoorbeeld de ‘marbles scooper’. Dit schepje heeft vier gaatjes, waarin vier knikkers kunnen blijven zitten.

“De taak die leerlingen krijgen is om uit te zoeken welke kleuren knikkers je krijgt, als je er vier (met je ogen dicht) uit de bak pakt. Intuïtief zal je waarschijnlijk zeggen: twee gele en twee blauwe. Maar waarom? Dat wordt zichtbaar door de structuur van het schepje. De vier gaatjes in het schepje laten namelijk de ordening zien: er zijn zes mogelijke manieren waarop er twee blauwe en twee gele knikkers in kunnen. Anders dan wanneer je vier blauwe knikkers zou scheppen; dat kan maar op een manier. Op deze manier materialen inzetten om over kans te leren denken vind ik heel gaaf; het abstracte wordt zo heel concreet.”

Advertentie