Advies taalcommissie: meer aandacht voor Engels in bachelor

Binnen enkele jaren moeten alle beginnende masterstudenten in Utrecht kunnen bewijzen een ‘gevorderd’ gebruiker van de Engelse taal te zijn. Dat schrijft een commissie onder voorzitterschap van emeritus hoogleraar Rob van der Vaart in haar advies (pdf). Nederlandstalige bacheloropleidingen zouden volgens de commissie daarom meer aandacht moeten besteden aan het Engels van studenten of het programma zo opbouwen dat studenten steeds meer Engelse cursussen en toetsen krijgen.

De commissie verwacht een nog verdere groei van het aantal Engelstalige masters en wil de overgang van de bachelor- naar de masterfase verbeteren. Op dit moment vragen masterprogramma’s van buitenlandse studenten vaak een minimumniveau Engels, maar ze doen dat niet bij afgestudeerde Nederlandse bachelors. En dat terwijl die niet altijd aan de taaleisen voldoen.

Utrechtse bachelorprogramma’s zouden daarom in de eindtermen moeten opnemen dat studenten bij afstuderen minimaal beschikken over een niveau dat vaak met C1 wordt weergegeven, het een na hoogste niveau binnen een Europees vergelijkend stelsel. Hoe opleidingen daarvoor moeten zorgen, zegt de commissie niet. Maar volgens haar zijn er op dit moment al veel goede initiatieven. Bekend is onder meer dat de faculteit Sociale Wetenschappen met Engelstalige minoren begint.

Eigen verantwoordelijkheid
De commissie deed vorig jaar uitvoerig onderzoek naar de beladen taalkwestie binnen de universiteit. Ook werd er een ontbijt gehouden waar zeventig studenten en medewerkers hun mening konden geven.

Volgens de commissie is het van het grootste belang dat studenten beschikken over een uitstekende taalvaardigheid, in het Engels maar zeker ook in het Nederlands. Om die reden wil de commissie dat studenten hun communicatievaardigheden in die talen vaker kunnen oefenen binnen hun opleiding en dat ze ook meer feedback krijgen op hun prestaties.

Het is niet de bedoeling dat opleidingen studenten die zich mondeling of schriftelijk niet goed kunnen uitdrukken zelf gaan bijspijkeren. De student is verantwoordelijk voor het dichten van gaten in de eigen kennis of vaardigheden. Wél kan de UU hierbij hulp bieden, vindt de commissie, bijvoorbeeld binnen het Skills Lab dat recent van start ging of vergelijkbare initiatieven.

Gratis cursussen
Daarnaast vindt de commissie dat er een garantie moet komen dat het Engels van docenten van voldoende niveau is. De commissie raadt het universiteitsbestuur daarom aan om ook een minimumeis van C1 op te nemen in de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) die alle docenten in vaste dienst moeten halen. Daarin zou bovendien ook aandacht moeten komen aan de interculturele vaardigheden van de docent.

De commissie vraagt verder om gratis cursussen en toetsen voor alle UU-medewerkers die hun Engels moeten of willen verbeteren. Niet alleen het onderwijs vindt immers steeds vaker in het Engels plaats, ook de communicatie met studenten.

Van buitenlandse medewerkers mag op hun beurt worden verwacht dat zij binnen enkele jaren redelijk Nederlands spreken, vindt de commissie. De UU zou voor deze groep kostenloze cursussen in de Nederlandse taal moeten verzorgen. Buitenlandse studenten die dat willen zouden tegen gereduceerde prijzen Nederlands moeten kunnen leren.

Het universiteitsbestuur heeft het advies van de commissie inmiddels als richtlijn geaccepteerd. Op dit moment wordt bekeken in hoeverre de voorstellen ook kunnen worden uitgevoerd en welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn. Uiteindelijk moet er ook een aanpassing komen van de universitaire gedragscode taal die in 2004 werd opgesteld (pdf).

Advertentie