Bezuiniging op hoger onderwijs: niemand blij, sommigen woest
Hoe kon het gebeuren, vragen ze zich af. Op vrijdag 21 mei zijn de handtekeningen gezet onder een omvangrijk akkoord over coronasteun (het Nationaal Programma Onderwijs). En die maandag krijgen ze een bericht van OCW: let op, er komt een bezuiniging aan.
Laaiend
“Ik ben laaiend”, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging VSNU. “Het is een vreemde gang van zaken. De minister mag uitleggen hoe dit komt. Je kunt mij niet vertellen dat er in het weekend opeens een probleem opdook dat eerder nog niet bekend was. Er stond dus onvolledige informatie in het akkoord.”
De universiteiten komen toch al 1,1 miljard euro te kort, zegt hij met een verwijzing naar een recent rapport waar ook demissionair minister Van Engelshoven blij mee was. Hoe kun je dan een bezuiniging inboeken, vraagt Duisenberg zich af.
Kalm
Voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen kiest minder grote woorden. Hij is niet woest of laaiend. “Er is door dit kabinet enorm geïnvesteerd in het onderwijs”, zegt hij. “Tegen die achtergrond moet je het wel zien, en dat verklaart ook wel de toon van onze brief.”
De brief klinkt inderdaad tamelijk kalm. Maar er is wel iets mis met deze bezuiniging, vindt Limmen. Het ministerie zou de studiefinanciering niet aan het budget voor het hoger onderwijs moeten koppelen. “We gaan ervanuit dat we hier met elkaar een oplossing voor gaan vinden”, zegt hij.
'Informatie achtergehouden'
Studentenorganisaties LSVb en ISO blijven minder diplomatiek dan Limmen. “Het is onbegrijpelijk dat het kabinet nu hiermee komt”, zegt voorzitter Lyle Muns van de Landelijke Studentenvakbond. “De brief van vandaag is een beleefde manier om dat te zeggen.”
Volgens hem zijn er twee mogelijke verklaringen. “Of het ministerie van OCW wist hier zelf nog niet van en dan is het een behoorlijke blamage, of ze wisten het wel en dan hebben ze bewust belangrijke informatie achtergehouden.”
Steun
Ook voorzitter Dahran Çoban van het Interstedelijk Studenten Overleg is boos. “Er is beloofd dat studenten gesteund zouden worden in deze moeilijke tijden. Daar waren we superblij mee. En nu wordt het weggehaald bij de onderwijsinstellingen, alsof studenten moesten kiezen tussen hun inkomen en hun onderwijskwaliteit.”
Het verlengen van het recht op studiefinanciering en een ov-kaart mag nu eigenlijk geen coronasteun meer heten, vindt ze. “Zie je dit voor je in andere sectoren? Dat minister Koolmees loonsteun geeft aan bedrijven en dan bijvoorbeeld op de uitkeringen bezuinigt?”
Chagrijnig
Volgens de briefschrijvers kwam de bezuiniging als een “complete verrassing”. Dat geldt voor de studentenorganisaties nog meer dan voor de universiteiten en hogescholen. De studenten moesten het zelf in de voorjaarsnota lezen. “Ook daar ben ik chagrijnig over”, zegt ISO-voorzitter Çoban.
In de toelichting van het ministerie staat dat een komend kabinet desgewenst een andere invulling kan vinden voor deze kosten. Tweede Kamerleden hebben al met verbazing gereageerd.