Bijna kwart UB-bezoekers studeert niet aan de UU

Uit steekproeven blijkt dat in tentamenweken meer dan 15 procent van de UB-bezoekers een student van de Hogeschool Utrecht is.

Al jaren klagen UU-studenten over studenten ‘van buiten’ in hún universiteitsbibliotheek. Waarom mogen die studenten studeren in de UB als het daar zo druk is? Zij houden plekken bezet die voor UU-studenten bedoeld zijn. De naam is toch niet voor niets universiteitsbibliotheek?

Begin vorig jaar was het in de tentamenperiode zó druk in de UB dat de universiteitsraad aandrong op een experiment: laat in de laatste drie weken van het onderwijsblok alleen UU-studenten toe tot de UB.

Dat ging het universiteitsbestuur te ver. De universiteitsbibliotheek is immers een openbare voorziening, eentje waarvan de boekencollectie ook gebruikt moet kunnen worden door onderzoekers en studenten van andere universiteiten. Wel werd er beloofd om te onderzoeken hoeveel "zwarte gebruikers" er naar de UB komen.

Aan bijna 18.000 bezoekers werd tien dinsdagen tussen april en juni (een heel onderwijsblok) gevraagd waar ze studeren of werken. De resultaten van die steekproeven zijn afgelopen december naar de universiteitsraad gestuurd.

Niet geheel verrassend blijkt veruit het grootste deel van de bezoekers UU-student. In de binnenstad is 68 procent van de bezoekers UU-student, in De Uithof 75 procent.

Bijna een kwart van bezoekers studeert aan een andere onderwijsinstelling dan de UU, of is nog scholier. De grootste groep externen zijn HU-studenten. Zij vormen 9 procent van het totale aantal bezoekers van de UB in de binnenstad, en 12 procent in de Uithof. Naar de binnenstadbieb komen ook relatief veel studenten van andere universiteiten. Die groep vormt 10 procent van het totale bezoek. 

In tentamenperiodes (de laatste drie weken van een onderwijsblok) stijgt het percentage niet-UU’ers. Vooral het percentage HU-studenten stijgt, van 7 naar 14 procent in de UB Binnenstad en van 14 naar 17 procent in De Uithof. Het aandeel UU’ers daalt juist: van 68 naar 66 procent in de binnenstad, en van 75 naar 73 procent in De Uithof. 

“Het percentage niet-UU’ers valt me mee”, reageert universiteitsraadslid Dimphy van Erp. “Het is een openbare bibliotheek dus het hadden er veel meer kunnen zijn."

Conclusies wil Van Erp niet verbinden aan de cijfers. De rechtenstudente is, in tegenstelling tot haar voorgangers in de universiteitsraad, geen voorstander van toegangscontrole in de UB.

“Ik hecht aan het openbare karakter van de UB”, zegt Van Erp, die namens de studenten in de U-raad het woord voert op dit dossier. “Al zijn de meningen in de studentengeleding daarover verdeeld."

Wel wil Van Erp iets doen aan middelbare scholieren in de UB. Het zijn er misschien relatief weinig, maar ze veroorzaken veel overlast, zegt van Erp. “Er zijn meldingen van seksuele intimidatie, brutaliteit en rookoverlast. We willen onderzoeken hoe dit probleem aangepakt kan worden."

Overigens heeft ze nog wel een kritische noot over de totstandkoming van het onderzoek naar de herkomst van studenten in de UB. "Bezoekers hoefden zich bij de ingang niet te legitimeren met een collegekaart. Ik vermoed dat veel niet-UU'ers daarom sociaal wenselijke antwoorden gaven, om zeker te weten dat ze naar binnen mochten. Het kan dus zijn dat het percentage niet-UU’ers in werkelijkheid hoger ligt."

MEESTE STUDIEPLEKKEN ZIJN BUITEN UB

Een vrije studieplek in de UB of elders op de uni vinden: het is soms best lastig in de laatste weken van een onderwijsblok. Toch zouden er genoeg plekken moeten zijn, zegt Dorinne Raaimakers, sectormanager publieksdiensten bij de Universiteitsbibiotheek Utrecht.

Het probleem is vooral dat studenten zo graag in de UB studeren, terwijl het gros van de aangeboden studieplekken (4500 van de 6000) vooral in andere gebouwen te vinden zijn. Om studenten daarop te wijzen is in de vorige tentamenperiode een publiciteitscampagne gestart.

Die campagne heeft zijn vruchten afgeworpen, aldus Raaimakers. Er wordt meer buiten de UB gestudeerd.

Raaimakers is blij dat de universiteitsraad niet langer aandringt op het beperken van de toegang tot de UB. Dat zou in haar ogen een “verregaande” en “drastische” maatregel zijn. Ze vindt het van belang dat de collectie van de UB altijd voor buitenstaanders toegankelijk blijft.

Niet elke universiteit denk daar hetzelfde over. In Groningen is recent besloten om tijdens tentamenperiodes alleen nog RUG-studenten toe te laten tot de UB. Binnenkort moeten studenten hun collegekaart tonen om binnen te komen.

Ook in Groningen is geturfd hoeveel studenten van buiten de UB bevolken. Uit de steekproeven bleek dat ongeveer 20 procent van de bezoekers een student van de Hanzehogeschool was.

 

Advertentie