Creatieve studenten kunnen de concurrentie aan

Hoe kunnen we voorkomen dat we voorbij gerend worden door een half miljoen Chinezen? Chinezen die bereid zijn harder te werken voor minder geld. Trendwatcher Carl Rohde had gisteren een sombere toekomstboodschap voor de student. Het goede nieuws? Als we willen, kunnen we het tij keren.

Het Interstedelijk Studenten Overleg had Carl Rohde uitgenodigd om in ruil voor een trendy stropdas een avondje te sparren over trends en de effecten hiervan op onderwijs onder de noemer De student in 2030. Rohde is een cultureel-socioloog en academisch trendwatcher en ooit werkzaam aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft een wereldwijd netwerk van studenten die voor hem coolhunten: ze houden trends in hun stad bij. Deze avond zijn ongeveer veertig mensen, voornamelijk studenten, naar het Academiegebouw gekomen om van gedachten te wisselen met de lector van het jaar 2011.

Carl RohdeZijn eerste onderwerp gaat over globalisering en educatie. Over de Chinezen dus. Want wat betekent globalisering voor ons? Dat we op voet van gelijkheid concurreren. Het is niet meer zoals vroeger dat het westen duidelijk aan de top van de piramide staat. Er is zelfs sprake van een omgekeerde braindrain waarbij high potentials vanuit Europa richting Azië vertrekken, “want dat is waar het allemaal gebeurt”. We moeten ons dus serieus zorgen maken over de miljard Aziaten die in onze nek hijgen. “En dat is niet prettig.”

Na dit doembeeld probeert Rohde ons nog gerust te stellen: wij hebben immers kringgesprekken gehad op de basisschool, waarbij je moest vertellen wat je in het weekend gedaan had. Oftewel: wij hebben geleerd dat we een mening mogen geven en hebben. “Zet driehonderd Chinezen in een zaal en vraag ze met elkaar in discussie te gaan en het blijft muisstil. Aan de andere kant: geef ze een opdracht en ze voeren het allemaal direct uit, en voor weinig geld bovendien. Jullie hebben de keuze: of voor twee euro per uur gaan werken of creatief en innovatief zijn. Want dat zijn de Chinezen niet.”

We moeten van Rohde in kleine groepjes ‘twee minuut twintig’ praten over de betekenis voor het onderwijs van het door hem geschetste toekomstbeeld. Lustig beginnen we er op los te discussiëren; we moeten ons ten slotte onderscheiden van onze Aziatische concurrenten. De gezamenlijke discussie gaat er vervolgens over dat we lef moeten hebben, onze intuïtie moeten gebruiken en moeten durven falen. Laf is het volgen van alle regels, de kritiekloosheid van studenten onderling en het onderwijssysteem dat steeds schoolser wordt.

De volgende trend die Rohde bespreekt is de kracht van internet en social media. Als internetcommunity kan je tegenwoordig veel handige kennis vergaren waarmee je bedrijven bijvoorbeeld buiten spel zet. Zo geeft Rohde het voorbeeld van iemand wiens iPodscherm stuk was doordat er een vliegje op zat. Apple adviseerde een nieuwe Ipod te kopen, maar iemand aan de andere kant van de wereld had hetzelfde probleem gehad – “met een ander vliegje” –  en gaf een goedkopere oplossing via een forum. Daarnaast verbindt internet ook op vele manieren. Leukste voorbeeld: er is een website waar je je favoriete oma kan uitkiezen, die vervolgens sokken voor je breit.

Is er ook een keerzijde aan deze enorme opkomst van het internet? Rohde is er nog niet over uit en legt het voor aan de zaal. Hij haalt een boek aan van Nicolas Carr, The Shallows: What the internet is doing to our brains. In zijn boek stelt Carr dat onze hersenen veel flexibeler zijn dan we denken en dat de invloed van wat we tot ons nemen dus groot is. Intensief internetgebruik, waaronder het volgen van vele hyperlinks, tast ons concentratievermogen aan. De zaal is het er unaniem over eens dat het uppoppen van social media tijdens het studeren niet goed is voor het concentratievermogen. We moeten beter leren hoe we met de eindeloze hoeveelheid beschikbare informatie om moeten gaan.

Als het aan deze zaal ligt, zitten we in 2030 overigens ook nog in de collegebanken. Wat we eigenlijk willen, is gewoon klassiek onderwijs: een goede docent met een inspirerend verhaal. Liever geen hoorcolleges met powerpoints die rechtstreeks uit het boek komen, want dan kan je net zo goed thuisblijven. Natuurlijk willen we dat het onderwijs daarnaast aangevuld wordt met nieuwe media. Van de onderwijsinstellingen hoeven we op dat terrein weinig te verwachten: die zetten sociale media nog amper in.

Aan het eind van de avond bedankt Rohde ons: “Ik vond jullie een heel leuke groep.” “Leuker dan de Chinezen?” Helaas, dat wil Rohde ons niet zeggen. Toch nog een tandje bijzetten met z’n allen. Om in 2030 wél leuker te zijn.

Advertentie