'Ik beloof niet te frauderen…'

Onderzoekers moeten expliciet beloven dat ze zich houden aan gedragscode

Studenten en onderzoekers moeten meer oog krijgen voor wetenschappelijk wangedrag. Dat zei universiteitenvoorzitter Sijbolt Noorda vanmorgen in het Radio 1-journaal.

Sinds de fraude van hoogleraar cognitieve psychologie Diederik Stapel staat de vraag weer volop in de belangstelling: hoe voorkom je wetenschappelijk wangedrag? Universiteiten wilden niet wachten op het advies van een commissie van zwaargewichten die binnenkort aanbevelingen zal doen. Vandaag kondigen ze alvast hun eigen plannen aan.

Zo komt er in het onderwijs meer aandacht voor wetenschappelijke integriteit, zei Noorda vanmorgen op Radio 1. Niet alleen promovendi, maar ook studenten moeten ervan doordrongen zijn wat in de wetenschap wel en niet mag.

Bovendien zullen universitaire onderzoekers voortaan expliciet moeten beloven dat ze zich zullen houden aan de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. “Ze moeten ook beloven al het mogelijke te doen om de naleving ervan te bevorderen en te handhaven”, aldus Noorda. “Op die manier denken we dat het meer gaat leven.”

Hij trekt de vergelijking met een autofabrikant: “Na ieder ongeluk kijkt hij wat hij toch nog kan verbeteren. Dat is bij ons ook het geval. We moeten duidelijk maken dat integriteit absoluut bij de universiteit hoort.”

Critici wijzen wel eens naar de hoge publicatiedruk als oorzaak van wetenschappelijke misstappen, maar daar is Noorda “niet vreselijk van onder de indruk”, zegt hij. “Aan de universiteit moeten we hard werken, maar waar moet dat niet? Het hoort erbij. Wetenschap is niet alleen maar op een lentewei liggen nadenken. Het is flink aanpoten. Schendingen van integriteit komen in iedere beroepsgroep voor.”

Universiteiten moeten ook meer openheid bieden over wetenschappelijke misstappen. Uitspraken van commissies voor wetenschappelijke integriteit komen voortaan op de website van universiteitenvereniging VSNU te staan.

Noorda krijgt steun van vertrekkend president Robbert Dijkgraaf van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. “Ik denk dat dat een heel belangrijke stap is. De regels waren er al. Het probleem is vooral dat we niet zeker weten dat iedereen, vooral de jongste onderzoekers, doordrongen raken van de ernst van de zaak. Kleinere vormen van fraude, plagiaat etcetera beginnen heel snel. Dit is toch een tijd van control-copy, iedereen kopieert alles van elkaar.”

Scherpere controle op wetenschappelijke fraude zal toch van de wetenschappers zelf moeten komen, meent hij. Collega’s moeten elkaar blijven bevragen. “Het zou helemaal de verkeerde weg zijn als de KNAW invallen in laboratoria zou doen zoals de belastingdienst. Naaste collega’s zien precies wat er gebeurt.”

 

Advertentie