Nobelprijs economie voor micro-econoom Angus Deaton

Hoe beïnvloedt ons eigen huishoudboekje de wereldeconomie? Voor het onderzoek naar die vraag krijgt de Schot Angus Deaton dit jaar de Nobelprijs voor de economie.

Hoeveel vraag is er naar nieuwe kleren? Dat hangt niet alleen af van het prijskaartje aan die nieuwe kleren. Als het dagelijks brood duurder wordt en de belastingen omhoog gaan, kopen we minder kleding. En andersom, natuurlijk.

Om hier grip op te krijgen, ontwierp Deaton rond 1980 een eenvoudig model: het Almost Ideal Demand System. Met dat model valt enigszins in te schatten wat de gevolgen zullen zijn als je de btw of de inkomstenbelasting aanpast.

Deaton is een micro-econoom. Hij liet later in zijn carrière zien dat macro-economische tendensen beter te begrijpen zijn vanuit de individuele keuzes die mensen maken. Wie alleen naar de optelsommen kijkt, mist veel informatie.

In zijn meest recente onderzoek vraagt Deaton zich af wat welvaart eigenlijk is en hoe je die kunt meten. De welvaart van nu is anders dan die van vroeger en je kunt ze niet zomaar met elkaar vergelijken.

“Deatons nadruk op enquêtes onder huishoudens hebben de economie helpen transformeren van een theoretische onderzoeksgebied gefundeerd op geaggregeerde data tot een empirisch onderzoeksgebied gebaseerd op gedetailleerde individuele data”, aldus het Nobelprijscomité.

Officieel is deze prijs geen Nobelprijs, want hij is pas in 1969 ingesteld door de Zweedse Rijksbank. Maar de prijswinnaar wordt volgens dezelfde procedures gekozen en ook bekendgemaakt door het Nobelprijscomité.

Twee Nederlanders hebben ooit de Nobelprijs voor de economie gewonnen. Dat zijn Tjalling Koopmans in 1975 en zes jaar eerder Jan Tinbergen.

In dagblad The Guardian waarschuwt Joris Luyendijk, schrijver van Dit kan niet waar zijn, dat de economie helemaal geen exacte wetenschap is. Volgens hem wordt het tijd om de prijs toe te kennen aan een socioloog of antropoloog die de bankenwereld onderzoekt.

Advertentie