Studieboeken kopen is niet verplicht, maar je moet ze wel hebben
Opleidingen mogen niet langer een verplichte bijdrage vragen van studenten voor een buitenlandse excursie of een labjas. Dat staat in een nieuwe universitaire richtlijn. Bij studieboeken ligt het ingewikkeld.
Je mag dus gewoon weigeren als een opleiding je verplicht te betalen voor die excursie naar de Provence. En studenten Diergeneeskunde en Geneeskunde houden vanaf aankomend studiejaar sowieso 30 euro op zak. De opleiding moet voortaan gratis labjassen en labhandschoenen ter beschikking stellen.
Dat zijn twee consequenties van een nieuwe richtlijn waarmee de UU duidelijkheid wil verschaffen over wat studenten nu wél en niet zelf hoeven te betalen. Het universiteitsbestuur reageert daarmee op landelijke discussies over de extra bijdragen van studenten.
In 2014 stelde studentenbond ISO een zwartboek op met meldingen van studenten van onterecht in rekening gebrachte kosten. Eén daarvan betrof een verplichte studiereis van de Utrechtse opleiding Sociale Geografie en Planologie.
De lijst leidde tot Kamervragen en een stellingname van de minister. Bussemaker vindt dat de toegang tot het onderwijs en tentamens niet afhankelijk mag zijn van andere financiële bijdragen dan het collegegeld.
Die uitspraak zorgde voor behoorlijk wat onduidelijkheid, ook in Utrecht. Want studenten moeten toch ook boeken en readers, rekenmachines, stethoscopen en andere dingen kopen? En excursies of veldwerk kunnen toch niet helemaal gratis worden aangeboden?
In de leidraad die het universiteitsbestuur deze week aan de U-raad presenteerde, staat dat opleidingen geen kosten in rekening mogen brengen voor beschermingsmiddelen bij practica als labjassen, veiligheidsbrillen en veiligheidskleding. De faculteiten Diergeneeskunde en Geneeskunde gaan vanaf september hun beleid op dit terrein aanpassen.
Opleidingen kunnen studenten ook niet verplichten te betalen voor buitenlandse excursies, studiereizen of veldwerk. Ze mogen wel een financiële bijdrage vragen, maar moeten daarbij altijd een kosteloos alternatief aanbieden. Als een alternatief echt niet mogelijk is, dan moet een student in een uiterst geval een beroep kunnen doen op een financieel vangnet van de opleiding.
Deze regeling geldt overigens alleen voor verplichte vakken. Universiteitsraadsleden hadden graag gezien dat het gratis alternatief ook bij keuzevakken wordt ingevoerd. “Straks hebben rijke studenten meer keuzevrijheid dan arme studenten”, zei raadslid Ivar Lokhorst. Maar daar wilde rector Van der Zwaan niet aan. “Keuze is keuze. Als je van tevoren weet dat je eigen keuze geld gaat kosten dan moet je dat accepteren.”
Maar hoe zit het nu bij de aanschaf van boeken? Hier wordt het ingewikkeld. Strikt genomen kan een student ook hiertoe niet verplicht worden. Universiteiten mogen van de wet alleen “aanbevelen en verwachten” dat studenten boeken en andere studiebenodigdheden aanschaffen, het Nibud hanteert hiervoor een normbedrag van maximaal 1000 euro per jaar. Maar een student zou dat dus mogen weigeren.
Het universiteitsbestuur wil echter graag dat studenten actief meedoen tijdens colleges en voorziet onwenselijke situaties. Een werkcollege Rechten volgen wordt erg lastig als een student niet over de relevante wetteksten beschikt.
De oplossing wordt gevonden in het onderwijs- en examenreglement. Daarin staat dat studenten die niet voldoen aan inspanningseisen kunnen worden uitgesloten van een cursus. Opleidingen krijgen het advies in de cursusbeschrijving in OSIRIS aan te geven over welke zaken een student op welke moment moet beschikken om aan de eisen te kunnen voldoen. Geen verplichting tot kopen dus, maar toch …
Bij de aanschaf van een laptop liggen de zaken weer net even anders. Steeds meer opleidingen gaan ervan uit dat studenten over zo'n apparaat beschikken. Maar hier ligt de bal bij de opleidingen. Wanneer een student zonder laptop verschijnt op een college of bij een toets waarbij die wel noodzakelijk is, moet de opleiding ervoor zorgen dat de student de beschikking krijgt over een computer.
U-raadslid Gert Folkers vroeg zich tijdens de commissievergadering af wat er precies gebeurt als studenten de nieuwe afspraken letterlijk gaan nemen. “Kan ik straks als docent zelf op pad om laptops te regelen?”
Rector Van der Zwaan had begrip voor zijn vrees, maar moest bevestigend antwoorden. Hij maakte er geen geheim van dat hij door het nationale debat voor het blok is gezet. In de praktijk waren er volgens hem weinig problemen. “Wij worden nu gedwongen een regeling te maken. Het gevaar is dan inderdaad dat je de rek uit het systeem haalt.”