Bestuurlijk actieve studenten lijken op Maxime

Wanneer wordt het karakter van een persoon gevormd? Toen ik vorige week het CDA congres in Arnhem bezocht hield die vraag me bezig.

Is het, zoals hersenonderzoeker Dick Swaab denkt, in de baarmoeder en tijdens de vroege levensjaren? Of gebeurt het later in het leven, beïnvloed door voorvallen in iemands pubertijd? Terwijl ik van een afstand stond te kijken naar de duizenden CDA-leden, politici en journalisten uit alle delen van het land, bedacht ik dat op de universiteit de richting waarin een persoon zich ontwikkelt al aardig duidelijk is.

Allereerst was er natuurlijk de enorme groep brave CDA-leden. Ze waren met duizenden naar het congres gekomen om hun partijplicht te vervullen: voor of tegen stemmen, hun partijleiding aan de tand voelen. Mannen en vrouwen uit Limburg, Brabant en Groningen die overdag een baan hebben om hun gezin (als hoeksteen van de samenleving) te onderhouden, en ’s avonds als hobby de lokale CDA-afdeling draaiende houden. Zij staan voor de gemiddelde student. Hij of zij studeert overdag in de bibliotheek, is actief in zijn studievereniging, en sport twee keer per week bij Olympus.

Dan de journalisten. In hun poging zo onopvallend mogelijk nieuwtjes te scoren vormen ze een bijzondere groep: neutraal pak, kapotte schoenen, haren met gel. Ik heb een huisgenoot die journalistiek studeert en grappig genoeg zie je in zijn vriendenkring een perfecte representatie van iedereen met een perskaart op het congres.

Dan natuurlijk de man van de formatie, Maxime Verhagen. Als een hedendaagse Machiavelli weet hij de zaal om zijn vinger te winden. Op het juiste moment loopt hij zwaaiend het podium op om een staande ovatie in ontvangst te nemen. Prachtig is zijn timing wanneer hij een traan laat tijdens zijn speech. Slim was natuurlijk ook zijn stiekeme belofte aan Camiel Eurlings om hem over een paar jaar in het zadel te helpen, op voorwaarde dat Eurlings een vlammende verdediging van Verhagen geeft op het congres.

Maar mondje dicht. Het is misschien niet zo aardig een bepaalde groep studenten met een meestersjacheraar als Verhagen te vergelijken, maar het zijn toch echt de bestuurders. Leden van een politieke jongerenorganisatie. De faculteitsraadsleden. Ze zijn niet geïnteresseerd in financieel succes zoals de economie- en rechtenstudenten, maar vinden het leuk ‘dat ze ertoe doen’. Dat ze op de hoogte zijn van de te nemen beslissingen.

Een opvallend groepje heb ik nog niet genoemd. Ze stonden buiten te protesteren, maar mochten binnen niet stemmen. Ik kom vaker op politieke bijeenkomsten en herkende vele gezichten al van een afstand: beroepsdemonstranten. Je komt ze overal tegen, of het nu gaat om de oorlog tegen Irak of het aantreden van een nieuw kabinet, ze protesteren. Tegen Amerika, tegen het bedrijfsleven, tegen van alles en nog wat. Om vijf uur drinken ze een bak koffie, vouwen hun spandoeken op, en gaan tevreden naar huis. Weer een dag achter de rug waarin ze iedereen hebben uitgelegd wie er schuldig zijn aan de misstanden in de wereld. Zouden dat dan de Kritische Studenten Utrecht zijn?

Advertentie